De Rutte-kabinetten zijn kampioen in het sluiten van akkoorden. Zorgakkoorden, sociale akkoorden, klimaatakkoorden – wat niet al. Als zo’n akkoord er eenmaal is, tekent de Tweede Kamer bij het kruisje en is het klaar. Maar wie zijn eigenlijk die vergaderaars, waar Nederland zich aan heeft uitgeleverd? Al die belangenbehartigers vertegenwoordigen vooral zichzelf, maar niet de burgers van land. Ziedaar de populariteit van acties en het succes van het Malieveld.
De FNV heeft nu minder dan een miljoen leden en alle vakbonden samen hebben er amper 1,6 miljoen. Daarvan is meer dan 1 op de 6 AOW’er. Vergelijk dat eens met het totale aantal werkenden in Nederland. Dat zijn er 9 miljoen. Minder dan 18 procent van de werknemers vindt het dus de moeite en de kosten waard om lid te zijn van een vakbond. Toch hebben die vakbonden veel macht in Nederland. De vraag is of ze die macht wel volledig hebben ingezet voor de belangen van hun achterban.
De acties van leraren, boeren, bouwers en zorgpersoneel hebben minstens één ding gemeen. Ze zijn niet alleen gericht tegen het derde kabinet-Rutte, maar ook tegen hun eigen bonden en belangenbehartigers. De bonden en de andere vergaderaars zijn hun tanden kwijtgeraakt in jarenlang gepolder met elkaar en met politici.
Dat gepolder – al heette dat nog niet zo – begon kort na de Tweede Wereldoorlog. Het heette dat ‘werkgevers en werknemers’ samen moesten werken en dan het recht kregen zo’n beetje de wet voor te schrijven op het gebied van arbeid en sociale zekerheid. Ondernemerslobby’s en vakbonden maakten afspraken – zoals ook cao’s – die door de regering tot wet werden verheven.
Dat systeem schuurt met de democratie zoals die bedoeld is. In de parlementaire democratie behoren Eerste en Tweede Kamer immers de wetgever te zijn, dat hoor je niet over te laten aan particuliere clubs als ‘werkgevers’ en ‘werknemers’. Die particuliere clubs zeggen wel de ondernemers en de arbeiders van Nederland te vertegenwoordigen, maar hebben logischerwijs ook altijd een goed oog voor het eigenbelang van hun organisaties. Dat eigenbelang wordt in de loop van de tijds steeds sterker.
Ook daarom zijn die akkoorden die Mark Rutte c.s. steeds weer met belangenbehartigers van de industrie, de vakbonden, de grootbedrijven en allerlei andere lobby’s en belanghebbenden sluit zo dubieus. Rutte denkt ‘draagvlak’ te krijgen, zet het parlement buitenspel – dat parlement laat zich buitenspel zetten – en zo wordt het beleid gemaakt. Vandaar het succes van het Malieveld.
Toen leraren van basisscholen ruim twee jaar geleden in opstand kwamen tegen hun slechte betaling, markeerde dat een vertrouwenscrisis met hun eigen vakbonden. De leraren begonnen buiten de bonden met behulp van Facebook een eigen actie voor beter loon, die al snel de steun van tienduizenden collega’s kreeg.
De onderwijsbonden hadden niet weten te voorkomen, dat geld dat eerder was binnengehaald niet aan de lonen was besteed, maar in de reserves van de schoolbesturen was beland. Toen de actie van de leraren zich uitbreidde, sloten de bonden en de schoolbesturen zich nog wel aan, maar als het aan hen had gelegen was het niet tot stakingen en demonstraties gekomen. Er zijn opvallende overeenkomsten met de zorgopstand van afgelopen zomer en de boerenopstand van de afgelopen weken.
Kort voor de zomer presenteerde zorgminister Bruno Bruins samen met werkgevers en vakbonden in de zorg een wet, waarin het nieuwe beroep van ‘regieverpleegkundige’ werd geïntroduceerd. Ervaren verpleegkundigen moesten opnieuw naar school om het werk te kunnen doen dat ze al met volle inzet deden. Alleen onervaren, pas afgestudeerden hoefden dat niet. Ik schreef daar deze zomer over.
Minister Bruins en de polderaars uit het ziekenhuiswezen hadden zich totaal verkeken op de weerstand die de nieuwe wet opriep. Ook nu: een spontane actie via Facebook, met steun van tienduizenden en het massale dreigement ontslag te nemen. Voor de zomer voorbij was, was het hele bestuur van de beroepsvereniging van verpleegkundigen – allemaal vergaderaars die geen patiënt zien – met het schaamrood op de kaken afgetreden. Even later trok minister Bruins de gewraakte wet in.
Dat de boeren naar het Malieveld trokken, is ook een motie van wantrouwen tegen hun eigen, polderende voorlieden: LTO-voorzitter Marc Calon voorop. Het was niet vergaderboer Calon die de boeren naar Den Haag loodste, integendeel. Het waren boze boeren die last hadden van dierenactivisten en boeren die last hebben van de stikstofregels die – ook nu weer via Facebook – het initiatief namen voor actie. De vergaderboeren deden vervolgens wel mee, maar het initiatief was hen uit handen gegrist.
De acties van leraren, verpleegkundigen en boeren illustreren dat de polder niet werkt, niet meer in ieder geval. Vertegenwoordigers van werknemers en kleine ondernemers hebben zich laten inpakken aan de vergadertafels en doorgaans wel aan hun eigenbelang gedacht, maar te weinig aan hun achterban.
Geen wonder dat het overgrote deel van de werknemers geen lid meer is van een vakbond. Geen wonder dat kleine en middelgrote ondernemers tot hun leedwezen zien, dat het grootbedrijf altijd mag aanschuiven, terwijl zij zelf geen noemenswaardige invloed hebben op het kabinetsbeleid.
Het succes van het Malieveld tekent het failliet van de polder. De kabinetten-Rutte mogen nog zoveel ‘akkoorden’ sluiten met allerlei polderclubs. Maar wat voor waarde hebben die akkoorden als de vergaderaars zelf geen draagvlak hebben? Het probleem is helaas groter dan de falende polderaars. Je kunt je met rede de vraag stellen of de belangenbehartigers van Nederland überhaupt wel oog hebben voor de belangen van de burgers die ze zeggen te vertegenwoordigen.
Als er weer Tweede Kamerverkiezingen zijn geweest, gaan de deuren van de salons dicht. De laatste keer, in 2017, duurde de black box die we ‘kabinetsformatie’ noemen zeven maanden. Aan het eind van de rit wist kennelijk niemand meer waar de verkiezingen over waren gegaan. Ze gingen zeker niet over het klimaat, maar aan het eind van de formatie bleek Nederland klimaatkoploper van de wereld te willen worden.
Tijdens de formatie was de kiezer uit beeld geraakt. Die kiezer kon in de formatiezomer van 2017 avond aan avond grappen en grollen aanhoren van de vergaderende politici en hun tv-volgers, maar pas een jaar later bleek dat Shell en Unilever in diezelfde dagen wèl toegang hadden tot de vergaderaars.
En toen daarop een nieuw akkoordencircus op gang kwam, zoals het klimaatakkoord, deden al die andere belangenbehartigers van Nederland – de Consumentenbond, de Vereniging Eigen Huis, de ANWB, gewoon mee aan het onderschrijven van beleid – zoals het idiote gasverbod, het enige in de wereld – dat volledig tegen de belangen van hun leden ingaat.
De tragische conclusie moet luiden dat niet alleen de parlementaire democratie faalt als doorgeefluik voor de belangen van de burgers van Nederland en dat de polderaars het er bepaald niet beter op maken, maar dat de burgers van Nederland eigenlijk op geen enkele vertegenwoordiger meer kunnen rekenen.
Steeds weer worden er voor de verkiezingen belastingverlagingen beloofd, steevast zijn die er na de verkiezingen inderdaad – maar alleen voor de (grootste) bedrijven. Steeds weer maken vergaderaars zich in hun eigenbelang druk over andere dingen dan de Nederlanders zich druk over maken.
Het goede nieuws is dan weer, dat Nederlanders – althans een deel van hen – dat ook weer niet helemaal lijdelijk aanzien. Zo is er toch nog iets nuttigs te vertellen over zulke sociale media als Facebook, Twitter en WhatsApp. Die kunnen namelijk ook fungeren als instrument in handen van de onmondigen. En dan niet alleen in Iran, Moskou of in Hongkong, maar zelfs in ons eigen Nederland. Het is jammer voor het gras van het Malieveld, maar dat moet dan maar.
Ik berichtte ook over het succes van het Malieveld en het failliet van de polder in De Telegraaf op YouTube via Café Weltschmerz en op de podcast ‘Beste Stuurlui’ bij BNR Nieuwsradio. Lees, kijk en luister!