De Blauwe Moskee in Amsterdam-West laat binnenkort structureel de Azan klinken. Volgens huisimam Yassin Elforkani is de bekendste kreet uit deze gebedsoproep iets heel moois dat bijdraagt aan wederzijds begrip. Hij heeft het uiteraard over ‘Allahu Akbar’ wat er op neerkomt dat Allah de grootste god is. Direct daarna verzekert de azan luisteraars tot in hun huiskamer dat ‘er geen god is behalve Allah’. Het zal je maar luidkeels gezegd worden, terwijl je op het punt staat de Bijbelse God te danken voor het eten – achter gesloten deuren, zoals het hoort.
Het moskeebestuur wil vrij letterlijk gaan communiceren dat mijn God niet bestaat. Goed hard, zodat iedereen het kan horen. En dat is vooralsnog hun recht. De Nederlandse wetgeving biedt hier namelijk alle ruimte toe, omdat er geen wet voor is. Tot die tijd zal het geschal uit de moskee-speaker op gelijke voet staan met klokkengebeier. Bovendien is ‘De Blauwe’ lang niet de eerste moskee die de azan luidt.
De plotselinge nationale nieuwswaarde, bestaat vermoedelijk omdat het onderwerp dit keer Amsterdam treft. Ook al boeit het de meeste mensen allang niet meer wat er in Amsterdam gebeurt, de rest van Nederland moet deze kans, om het debat over de azan te voeren, toch grijpen. Dus daar gaan we. Wat is het probleem? Een bekende Nederlander liet in 2016 nog zorgwekkende onwetendheid zien met betrekking tot dit onderwerp:
‘We hebben godsdienstvrijheid. Als je een bel mag luiden, mag je op hetzelfde geluidsniveau hetzelfde laten horen voor een andere godsdienst.’
Wat had ik graag gewild dat dit een citaat is van Britt Dekker, zodat ik er niets over hoefde te schrijven, maar omdat de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plassterk het zei, moest ik erover klagen.
Plassterk schakelt de azan volledig gelijk aan kerkklokken, terwijl de oprechte student meteen stuit op het cruciale verschil: kerkklokken luiden een multifunctioneel, neutraal deuntje waar de azan, gelet op het aantal waarheidsclaims, een luidkeelse indoctrinatie betreft. Het hangt reële problemen aan de voordeur van ex-moslims en Arabisch sprekende christenen. Sommige van hen zijn gevlucht uit moslimlanden om dit soort sociale dwang te ontlopen. Te horen krijgen dat ‘je moet haasten naar succes’, door te gaan bidden in de lokale moskee, kan structureel stress geven aan de afvallige moslim, ook wanneer deze nog niet uit de kast is gekomen. Sterker nog, het is een constante reminder aan een geloofssysteem dat afvalligen doodt of levenslang geeft, zodra de sharia kan worden geïnstalleerd. Voor Arabisch sprekende christenen geldt dat zij de overheersdrang van de islam in hun moederstaal moeten verduren. Dit gebeurt al dagelijks in Utrecht, vanuit de Ulu moskee, die in 2016 nog de grens van het toelaatbare opzocht door aan de andere kant van de stad hoorbaar te zijn. Nieuwe Nederlanders die niet zitten te wachten op de azan worden vooralsnog door onze overheid in de kou gezet.
Ook de gemiddelde Nederlander kan last hebben van de gebedsoproep. Niet alleen vanwege de kreet Allahu Akbar, om redenen die ik in deze tijd niet hoef uit te leggen. Het is ook de vraag of geluidsniveau het enige criterium is voor overlast. Want ook de content en de methode van geluidsoverdracht kunnen een rol spelen. Zo is een neutraal deuntje in mijn beleving minder invasief dan urgente woorden uit de mond van een gepassioneerde kerel.
Als iemand die waarschijnlijk vaker dan gemiddeld te maken kreeg met de frontlinie van de islamitische gemeenschap ben ik misschien wat sceptisch, maar ik kan het voornemen van de Blauwe Moskee niet anders zien dan als provocatie. Natuurlijk is de azan een traditie uit de beginperiode van de islam. Maar juist toen had deze een deels indoctrinerende functie. Bilal, de eerste ‘muezzin’ (persoon die de azan vocaliseert) assisteerde Muhammad tijdens zijn militaire expedities. Na de verovering van Mekka, beklom hij de Kabaa om de gebedsoproep te laten klinken.
Willen we deze confrontatie tot een standaard onderdeel van onze dagbesteding maken? Is het beledigend om moslims te wijzen op het bestaan van alarmklokken en notificaties op mobiele telefoons? Is het onredelijk om te vragen of ze gewoon zelf willen bijhouden wanneer ze (meestal niet) naar de moskee willen voor het gebed? Op die manier hoeft de overgrote meerderheid van dit land niet mee te genieten. Want zo geweldig is de azan niet, in tegenstelling tot wat souls manager Elforkani ons probeert te verkopen. En hoe begrijpelijk is het nu echt dat moslims de azan moeten horen? Ze kennen de tekst allemaal uit hun hoofd en zijn beter dan wie dan ook op de hoogte van hun eigen gebedstijden. Dus voor de moslims hoeft de azan niet te klinken. Voor wie dan wel?
Het is duidelijk dat artikel 10 van de Wet Openbare Manifestaties alle ruimte biedt voor het scanderen van een religieuze boodschap. Maar wanneer deze boodschap intolerant is richting andere geloven, zou dit wat mij betreft zwaar moeten meewegen. Het is niet teveel gevraagd dat de overgrote meerderheid van dit land niet hoeft te luisteren naar de openlijke afwijzing van hun persoonlijke geloof. Dit doen we immers al eeuwen. Onze samenleving verwacht van christenen dat de inhoud van gebeds- en kerkdiensten achter gesloten deuren blijft. Niet alleen omdat dit een Bijbelse opdracht is, maar omdat onze cultuur daar ook naar is gesmeed. De uitzondering die steeds meer mensen gunnen aan een onnodige islamitische indoctrinatie, staat symbool voor het afscheid van een eeuwenoude Nederlandse traditie. Op papier is zo’n overgang niet automatisch slecht of verkeerd, maar Nederland dient te beseffen dat de “vertrekkende” traditie wél oog heeft voor privacy en geestelijke vrijheid.