Meindert Fennema – Edelachtbare, ik wil het met u hebben over het vrije woord in Bloemendaal

31-10-2019 11:59

Meindert Fennema staat vandaag voor de rechter. De Overveense landgoedeigenaar Rob Slewe liet eerder zijn advocaat Bénédicte Ficq aangifte laten doen tegen Fennema. De in Aerdenhout wonende emeritus hoogleraar zou zich schuldig hebben gemaakt aan laster, door in de radioshow van Jort Kelder te beweren dat Slewe samen met nog 2 leden van de lokale partij Hart voor Bloemendaal burgemeester Elbert Roest in zijn eigen kamer zou hebben opgesloten. Alle details leest u hier. Hier onder het verweer dat Fennema hield tegenover de politierechter in Haarlem.

Meneer de rechter,

‘Waar is het lokale gezag?’Dat is de ondertitel van het boek Dorpspolitiek dat ik met Martijn Bolkestein geschreven heb. Dat was de vraag de ter discussie stond in het interview dat ik met Jort Kelder had op 3 maart 2018 op Radio 1, naar aanleiding van het verschijnen van ons boek. Maar het is ook de vraag die indirect hier aan de orde is.

Aanleiding van deze zitting is een uitspraak die ik deed over wat de burgemeester van Bloemendaal is overkomen. Deze had een afspraak met een raadslid dat veroordeeld is wegens het openbaar maken van geheime stukken. Zij wilde dat de burgemeester twee oud-wethouders zou beschuldigen van hetzelfde vergrijp. Om haar verzoek kracht bij te zetten nam zij ongevraagd twee mannen mee. De burgemeester was daar, in zijn eigen woorden, ‘niet op voorbereid’.  Hij voelde zich zodanig overvallen dat hij het drietal zijn kamer niet binnenliet, maar op de gang bleef staan. In het gesprek dat op de gang plaatsvond – ik citeer nu de burgemeester ‘werden door hen opmerkingen gemaakt die het gesprek sterk onder druk zetten en onaangenaam maakten. Toen ik daarop aangaf te willen vertrekken naar een afspraak en mijn tas uit mijn kamer haalde, werd mij – bij het verlaten van mijn kamer – door een van de aanwezigen de doorgang versperd.’

Einde citaat.

Inmiddels weten wij meer. Uit de band die door een van de drie heimelijk is opgenomen blijkt dat op het moment dat de burgemeester zegt dat hij nu echt weg moet, degene die hem later de doorgang versperd heeft zegt: ‘jij blijft nog even’. En even later zegt deze ongenode gast tegen de burgemeester: ‘Luister vriend, jij bent een laffe duiker.’ Het lijkt me niet een correcte manier om met het openbaar gezag om te gaan.

Ziet u nu het verband met de ondertitel van het boek van Martijn Bolkestein en mij?

De burgemeester voelde zich danig in het nauw gedreven, zodanig – hij moest namelijk naar het ziekenhuis – dat hij degene die in de deuropening staat probeerde weg te duwen. Dat is door de twee anderen bevestigd. Uiteindelijk slaagt hij erin de kamer te verlaten door onder diens arm ‘door te glippen’ (woorden van de burgemeester).

Ik zei in het gesprek met Jort Kelder dat de burgemeester was opgesloten. Daarop werd door het drietal dat hier terecht hadden moeten staan, aangifte gedaan wegens smaad. Zij houden staande dat zij de burgemeester niet opgesloten hebben. Nu kan men twisten over een woord. In het Nederlands vraagt men aan tafel: zal ik je nog eens opscheppen. Bij ons in Friesland zegt men: zal ik je nog eens inscheppen.

Ik heb opgesloten gezegd, strikt genomen was ingesloten beter geweest.

Toen ik de uitspraak op de radio deed kende ik de precieze toedracht van de zaak nog niet. Een wethouder had mij verteld dat de burgemeester de zaak in BenW besproken had en hij vond dat de burgemeester aangifte zou moeten doen. De beveiliging in het gemeentehuis zou worden opgevoerd.

De burgemeester wilde de zaak stil en klein houden. Dat had natuurlijk ook een juridische kant. Zoals de Burgemeester aan Bolkestein appte: ‘het is een tegen drie’. Maar het had mijns inziens vooral een bestuurlijke kant. De Burgemeester wilde niet nog meer gedonder. Later verklaarde hij dat hij zodanig aangeslagen was was dat hij niet meer zelf naar het ziekenhuis kon rijden. Hij kwam daar bovendien 15 minuten te laat aan. Als hij al niet tegen zijn wil vastgehouden was, dan was hij tenminste tegen zijn wil opgehouden.

Edelachtbare,

Wat wij in Bloemendaal zien is een systematische ondermijning van het lokale gezag. Daar doet niet alleen Hart voor Bloemendaal aan mee. Daar doet ook een wethouder aan mee die in een door Rob Slewe heimelijk opgenomen telefoongesprek de Burgemeester ‘de brave borst’ noemt. Daar doet ook de Burgemeester aan mee die geen klacht durft in te dienen wegens belediging van een ambtenaar in functie, wegens ambtsdwang of lokaalvredebreuk. Dat had het OM overigens ook zonder aanklacht kunnen doen.

Als over tien jaar van dat lokale gezag helemaal niets meer over is, als dan in Bloemendaal, maar ook in andere steden en dorpen, alleen nog het recht van de sterkste geldt, het recht van de grootste bek en van de duurste advocaat. Als dan mijn kleindochter tegen mij zegt: ‘Jullie stonden er bij en keken ernaar. En niemand die iets deed.’ Op dat moment zal ik zeggen: ‘Hoho, ik stond er bij, ik keek er naar en ik heb er wat van gezegd. Ik heb gewaarschuwd, zowel in woord als geschrift.’