Alle belangrijke thema’s waren kennelijk al besproken en dus had EenVandaag vrijdag tijd voor een item over een nieuwe politieke partij. NLBeter heet de zoveelste poging. We zagen TPO-columniste Esther van Fenema in beeld verschijnen om de natie te vertellen dat haar partij zich helemaal gaat richten op zorg. Van Fenema doet het gelukkig niet alleen. Ze zit met nog vier anderen in het partijbestuur, waaronder de bekende longarts Wanda de Kanter. HP/DeTijd deed ook een interviewtje. Wilt u in de media? Richt een partij op.
Van Fenema heeft een verhaal bij haar initiatief: ze kan mensen in haar spreekkamer niet voldoende helpen. Zij heeft, net als haar mede-initiatiefnemers, geprobeerd om allerlei misstanden te agenderen. Ze schreef opiniestukken, kwam op de televisie en soms werd er zelfs een Kamervraag gesteld. Het leverde allemaal weinig op en dus moeten de initiatiefnemers nu wel hun spreekkamers uit om naar Den Haag te gaan. ‘We kunnen niet anders dan een gooi doen naar de macht’, zei Van Fenema bloedserieus. Een kritische vervolgvraag bleef natuurlijk uit.
Van Fenema ging nog even door: dit is haar expertise, meldde ze. Ze weet waar ze het over heeft. Dat zinnetje blijft wel hangen. Van Fenema weet inderdaad iets van zorg, maar snapt ze ook iets van politiek? Dat zou wel handig zijn als je een partij opricht.
Van Fenema vindt het zorgsysteem niet gezond. Er is sprake van ‘perverse prikkels’ want artsen worden betaald als ze mensen in het systeem houden en dat zou andersom moeten zijn. Er moet meer geld naar gezondheidspreventie, multinationals mogen niet meer meepraten over gezondheidsbeleid en er moet een sociale dienstplicht komen. Best interessante ideeën, maar de vraag is of ze nieuw zijn. Nee dus: alle partijen zijn voor preventie en niemand is voor zinloze behandelingen. We herinneren ons nog een recent voorstel van GroenLinks.
Mocht er nou twijfel zijn of andere partijen dezelfde dingen vinden als NLBeter, hoef je alleen maar even te luisteren naar het rijtje ‘dooddoeners van Pim Fortuyn’: Van Fenema wil geen wachtlijsten, geen bureaucratie en geen dure adviseurs. Het is haar kennelijk ontgaan dat iedereen die mening heeft. Dit is alleen makkelijker gezegd dan gedaan in een hoogontwikkelde maatschappij met beperkte budgetten, mondige patiënten en ingewikkelde bestuurlijke constructies. Alleen aan dat laatste is misschien iets te doen, maar dat is dan weer de expertise van artsen niet.
Je kunt dit alles cynisch noemen en dat is het ook. Natuurlijk kunnen de ervaringen van artsen de politiek verrijken en uiterst zinvol en informatief zijn, net als de ervaringen van vele andere beroepsgroepen. De politiek wordt sowieso te veel bevolkt door oud-ambtenaren en beroepspolitici. De vraag moet dan ook zijn hoe artsen hun politieke ideeën in daden kunnen omzetten. Dan moeten dat natuurlijk wel ideeën zijn die er niet allang waren.
Eens zien. Alle partijen zitten te springen om goede, hoogopgeleide vrijwilligers met praktijkkennis. Stap een partijbijeenkomst binnen en je wordt meteen doorgeleid naar een recruiter die wil kijken of je van waarde kunt zijn. Het probleem laat zich raden: dit traject levert meestal geen zetel in de Tweede Kamer op maar een post in een partijcommissie die een advies schrijft waar op een regionale partijbijeenkomst verder over zal worden vergaderd. We horen Van Fenema al zuchten dat dit helemaal niet opschiet en ze heeft natuurlijk gelijk.
Je moet vervolgens je best doen om op een kandidatenlijst te komen. Het kost veel tijd en energie om het vertrouwen van partijgenoten te winnen en hen ervan te overtuigen dat jij in de Tweede Kamer thuishoort. Dit is de reden waarom partijen tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond schieten: initiatiefnemers vinden zichzelf zo belangrijk en interessant dat ze geen zin hebben anderen van hun kunnen te overtuigen. Als je voor jezelf begint heb je al dat gezeik niet. Vreemd: als je goede ideeën hebt en ontzettend geschikt bent, zou het niet moeilijk moeten zijn anderen mee te krijgen. Bovendien is dit waar de hele politiek om draait: anderen overtuigen.
Van Fenema denkt aan vijf zetels voor NLBeter maar twintig mag ook. Aan de knoppen zal haar partij niet snel zitten: de partij kan in de Eerste Kamer geen zetels leveren. De Provinciale Staten – die de Eerste Kamer kiezen – worden in 2023 weer gekozen. In de provincie wil NLBeter vast niet dood gevonden worden want daar doet men niets aan zorg. De ‘we gaan aanpakken’-taal van Van Fenema miskent daarmee wat de partij straks gaat doen: heel veel praten, nog eens praten en nog veel meer praten in de hoop ooit iemand te overtuigen. Vanuit de oppositie welteverstaan.
De simpele waarheid is dat als je je aansluit bij een bestaande partij de kans groter is dat je ideeën werkelijkheid worden. Als je je aansluit bij bijvoorbeeld de VVD en je weet de partij te overtuigen, kom je zeker op de kandidatenlijst en heb je meteen dertig zetels steun van een partij die vaak aan de knoppen zit. Aansluiten bij zo’n bekend merk is natuurlijk effectiever dan als je als buitenstaander met je eigen partijtje gaat proberen een handvol zeteltjes binnen te harken en vervolgens vanuit de oppositie dingen gaat roepen die anderen ook niet kunnen realiseren.
De enige vraag is daarmee waarom deze artsen NLBeter zijn begonnen. Zomaar een gokje: de reden waarom ze tot dusver geen invloed hebben is ook de reden waarom ze niet bij een bestaande partij op een kandidatenlijst komen en het is bovendien de reden waarom ze straks in de oppositie geen invloed zullen hebben. Als NLBeter überhaupt wordt gekozen natuurlijk.