De verschuiving van deze week in politieke voorkeur is nog steeds beperkt. CDA en VVD verliezen 1 zetel en gaan naar 14 en 26, PVV en FVD winnen er 1 en gaan naar 18 en 15. Daarmee scoren de laatste twee partijen samen nu 1% hoger dan bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart jl.
In het verslag van vandaag (pdf) wordt de analyse getoond waarbij de stemkeuze in relatie wordt gebracht met o.a. het feit of men zich zorgen maakt over de eigen financiële toekomst en de plaatsing op de links-rechts schaal.
We zien dan waar de verschuivingen sinds maart jl. zich vooral hebben voorgedaan. Maar ook dat afzonderlijke kiezers in relatie tot deze twee kenmerken eigenlijk maar een beperkt aantal partijen serieus overwegen! Wat waarschijnlijk ook de verklaring is voor de beperkte verschuivingen in een periode waar het Malieveld regelmatig vol staat.
Daarnaast zijn er drie actuele onderwerpen onderzocht:
- 62 procent van de kiezers wil fors meer structureel geld voor het onderwijs. Bij ouders van schoolgaande kinderen is dat 69 procent. Tussen de kiezers van de regeringspartijen zien we sterke verschillen.
- Een meerderheid is ook voor meer acties als aan deze wens niet tegemoet worden gekomen (onder ouders van schoolgaande kinderen is dat 64 procent)
- 75 procent vindt het erg dat de Minister van Defensie de Kamer verkeerd heeft ingelicht over het feit dat er burgerslachtoffers zijn gevallen bij twee bombardementen in Irak. Slechts 31 procent is voor de motie van wantrouwen tegen Minister Bijleveld.
- Bijna twee derde deel van de Nederlanders denkt dat Premier Rutte nog wel weet dat hij over de burgerslachtoffers in 2015 is geïnformeerd. Alleen onder de VVD-kiezers is dat een kwart, bij de kiezers van de andere partijen is dat tussen de 53 procent (CDA) en 92 procent (SP).
- Mocht de VVD instemmen met aanpassingen van de maximumsnelheid, gezien de stikstofproblematiek dan zou 22 procent van de VVD kiezers dat negatief beoordelen.