Nederland moet weer gaan praten met het regime van de Syrische president Bashar Assad, vindt regeringspartij CDA. Omdat het kabinet blijft streven naar de berechting van ISIS-strijders ter plaatse, zou het daar niet aan ontkomen.
Wegens het brute en bloedige optreden van Assad in de slepende burgeroorlog hebben Nederland en bijna alle andere landen van de Europese Unie de betrekkingen met zijn bewind verbroken. Maar nu Assad als overwinnaar uit de strijd is gekomen, zit er niets anders op dan “een knieval” te maken, zegt Tweede Kamerlid Martijn van Helvert op NPO Radio 1. Hij wijst erop dat landen als Denemarken Nederland al zijn voorgegaan.
“Het blijft een verschrikkelijk regime”, maar het Assadbewind is ook een noodzakelijk “onderdeel van een oplossing”, meent Van Helvert. Het alternatief is volgens hem meer vluchtelingen, het vrijkomen van ISIS-strijders uit Koerdische gevangenkampen en een mogelijke opleving van hun terreurbeweging.
Van Helvert spreekt van “een keuze tussen twee kwaden. We hebben het niet voor het uitkiezen.” Nederland moet erkennen dat “we Assad niet verslagen hebben”.
De CDA’er vraagt minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken woensdag, als de Tweede Kamer zich over diens begroting buigt, om de betrekkingen met Damascus te herstellen. Tot dusver voelen het kabinet en een flink deel van de Kamer, waaronder ook coalitiepartners, daar niet voor.
Het kabinet wil naar Syrië gereisde jihadisten niet terughalen, maar ze daar laten berechten. Het leeuwendeel van hen zit in gevangenkampen van de Syrische Koerden. Maar nu de Verenigde Staten hun handen van de Koerden hebben afgetrokken, zeggen die de ISIS’ers niet meer te kunnen vasthouden.
ANP