Het Joint Investigation Team (JIT) zoekt nieuwe getuigen over het neerhalen van vlucht MH17, vooral om meer informatie te krijgen over de ‘opdrachtgevers in de bestuurlijke en militaire hiërarchie’. Het JIT gaat ervan uit dat de Russische invloed verder ging dan het leveren van militaire steun alleen. Dat maakt het team op uit gesprekken die rebellenleiders voerden met hoge functionarissen binnen de Russische overheid.
Het JIT publiceert donderdag een aantal tapgesprekken van Russische separatisten in Oost-Oekraïne, waarin onder andere de namen van de Russische minister van Defensie en het hoofd van de Russische geheime dienst FSB worden genoemd.
De separatisten en Russische functionarissen onderhielden volgens het JIT contact via beveiligde communicatiemiddelen die waarschijnlijk waren verstrekt door de FSB. Er was via die nummers dagelijks contact over bestuurlijke, financiële en militaire zaken. Het JIT wil achterhalen wie de nummers gebruikten.
Vlucht MH17 werd op 17 juli 2014 met een Buk-raket neergehaald boven Oekraïne, waardoor de 298 inzittenden om het leven kwamen.
Het proces over het neerhalen van de MH17 begint op 9 maart in de rechtbank op Schiphol. Eerder dit jaar wees het JIT vier verdachten aan: rebellenleider Igor Girkin, zijn rechterhand Sergej Doebinski, diens assistent Oleg Poelatov en garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko.
De vier zijn verantwoordelijk voor het binnenhalen van de Buk-raket in het conflictgebied maar hebben niet zelf op de knop gedrukt, zegt het JIT. De raket is volgens het team neergehaald door de 53e luchtafweerraketbrigade uit Koersk, een onderdeel van het Russische leger.
In het onderzoeksteam werkt Nederland samen met Australië, België, Maleisië en Oekraïne.
ANP