De economische groei valt in de volgende kabinetsperiode terug naar 1,1 procent per jaar. De koopkracht groeit tussen 2022 en 2025 helemaal niet, verwacht het Centraal Planbureau (CPB). Dat komt vooral door de vergrijzing.
De vergrijzing zet nu echt door, stelt het CPB vooruitblikkend in zijn zogeheten Middellangetermijnverkenning. Daardoor krimpt de beroepsbevolking en stijgen de zorgkosten. Dat kost groei en koopkracht.
De lonen stijgen tussen 2022 en 2025 wel wat, verwacht het planbureau. Maar dat extraatje zijn mensen weer kwijt aan hogere zorgpremies en een hoger eigen risico. Ook gaan ze meer afdragen aan hun pensioen en verliezen ze wat aftrekposten voor de belasting.
De ‘nieuwe’ ouderen hebben ook meer gezondheidszorg nodig. Op de arbeidskrachten die de komende jaren aantreden, wordt daardoor vooral door de zorg een beroep gedaan. Lukt het niet om mensen aan te trekken, dan dreigen daar wachtlijsten en mogelijk nog hogere kosten.
Het Rijk hield de afgelopen jaren geld over, maar daaraan komt een eind. Aan het eind van deze kabinetsperiode ontstaat weer een tekort op de begroting en dat houdt de komende jaren aan.
Economen speculeren de laatste tijd steeds vaker over een krimp van de economie die aanstaande zou kunnen zijn. Het CPB rekent daar nog niet op, al loopt de groei wel terug.
Het CPB heeft de afgesproken klimaatmaatregelen en hervorming van het pensioenstelsel meegenomen in zijn berekeningen. Ook rekent het planbureau erop dat er binnen een jaar een oplossing ligt voor de stikstofcrisis, en dat die de economie niet verder remt.
ANP