Het lerarentekort in Nederland neemt zorgwekkende vormen aan. Vier op de tien scholen in het basis- en voortgezet onderwijs hebben een chronisch tekort aan leraren. In het speciaal onderwijs heeft zelfs tweederde van alle scholen een tekort aan personeel. Een andere zorgwekkende ontwikkeling is het vertrek van leerkrachten uit de grote steden, waar veel onopgevoede ettertjes steeds vaker de dienst uitmaken op scholen die noodgedwongen ook nog steeds vaker met onbevoegde docenten werken. Er is eindelijk – incidenteel – wat geld binnengekomen. Een druppel op de gloeiende onderwijsplaat. Naast structureel meer geld moet het kabinet, met ‘onderwijspartij’ D66 in haar gelederen, eindelijk eens de beslissingen nemen die nodig zijn om het onderwijs uit het slop te trekken. Vooruit; drie tips:
Tip 1: De kleuterschool moet terug; inclusief de eigen opleiding De Wet op het basisonderwijs, die de kleuter- en lagere school in 1985 onder een dak voegde is een jammerlijke vergissing. In plaats van dat vier- en vijfjarigen lekker mogen spelen en ontdekken, moeten zij vanaf hun eerste schooldag al leren. Jammer dat er in ‘82, drie jaar voor de invoering van de nieuwe wet, niet geluisterd is naar de deskundigen die stelden dat kleuters nog niet schoolrijpe kinderen zijn die op een andere, speelsere manier behandeld moeten worden dan kinderen op de lagere school. Tegelijkertijd met de invoering van het basisonderwijs werd de Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO) in het leven geroepen, waardoor de lerarenopleiding voor de lagere school werd samengevoegd met de Opleiding voor Kleuterleidsters. Een blunder die onlangs zo mooi beschreven werd bij Zondag met Lubach. Juist door deze samenvoeging van deze opleidingen haken mannelijke pabo-studenten vaak voortijdig af, omdat het kind centraal staat en niet de kennis. Met de feminisering van zowel de opleiding als het basisonderwijs zelf jagen we mannen – juist in een tijd van een chronisch tekort weg (ik was er in 2006 ooit ook een) en verschraalt het onderwijs. Terug dus die kleuterschool!
Tip 2: Weg met het VMBO Het Kabinet moet eindelijk het advies van de Onderwijsraad uit 2015 overnemen. Splits het VMBO in twee opleidingen: de mavo en vakmanschap (u weet wel, handige jongens en meisjes waar we ook al zo’n schreeuwend tekort aan hebben). In plaats van vier onoverzichtelijke en onduidelijke richtingen met het huidige VMBO dus weer de duidelijke keuze: leren of iets met je handen doen! Beter voor de leerlingen, uitdagender werk voor de docenten!
Tip 3: Parttimers verleiden om meer te gaan werken Uit een rekensommetje dat het Ministerie van Onderwijs in 2016 liet maken, blijkt dat het lerarentekort opgelost kan worden als er vijf procent meer gewerkt wordt door bestaande leerkrachten. De laatste decennia is er een wildgroei aan leraren – vooral in het basisonderwijs waar slecht 44 procent een baan heeft van 32 uur of meer – die deeltijd werken. Een onwenselijke situatie, want juist een leraar op een basisschool moet een goede relatie opbouwen met zijn of haar leerlingen. Iets wat moeilijker wordt als er meerdere leerkrachten voor de klas staan. Daarom moet er een strakker personeelsbeleid komen dat het aantal parttimers terugbrengt tot gezonde proporties. Een financiële bonus voor leraren die fulltime werken is hierbij een maatregel die genomen moet worden. In de grote steden zou men ook kunnen denken dat fulltime leraren voorrang krijgen op een huurwoning!
Natuurlijk is er nog veel meer werk aan de winkel om een kaalslag van decennia te herstellen, zoals het aanstellen van meer onderwijsassistenten en de terugkeer van de vakdocenten, maar als we met de bovenste drie tips beginnen, is er al een wereld gewonnen.