“Het is op dit moment zeer twijfelachtig of de Vreugdevuren in Duindorp en op Scheveningen deze jaarwisseling kunnen doorgaan”. Deze wartaal schreef de Haagse waarnemend burgemeester Johan Remkes deze week aan de gemeenteraad. Vrij vertaald: U kunt ook deze traditie op uw buik schrijven! Door het stellen van onmogelijk hoge eisen aan de bouwers gaan de Vreugdevuren zo goed als zeker niet door. Daarmee wordt niet alleen een traditie om zeep geholpen, maar neemt het stadsbestuur het risico door terug te gaan in de tijd naar een jaarwisseling vol rellen en ongeregeldheden. Een onverantwoordelijk besluit.
‘Op oudjaarsavond fikkie stokûh, vooral die autobanden rookten fijn.’ Het is een prachtige zin uit het door Harry Jekkers uitgebrachte lied ‘O, O, Den Haag’, maar de historie van de Vreugdevuren en het kerstbomen rausen heeft een aantal zwarte bladzijden. De traditie van de kerstboom en het verbranden daarvan zijn in Den Haag net zo oud en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar het echte kerstbomen rausen begon pas na de Tweede Wereldoorlog. Na de kerst begonnen jongeren kerstbomen te verzamelen voor een mooi vreugdevuur. Het was een leuk idee, want niet iedereen had geld om oud en nieuw uitbundig te vieren en zo konden de buren toch gezellig samen zijn. Alleen verliep het vaak anders dan gedacht. Het werd een echte sport om zoveel mogelijk bomen, autobanden en hout te verzamelen om zo het grootste vuur te maken.
Het begon allemaal met een gezonde rivaliteit tussen jonge jongens uit verschillende straten. Maar er kwamen steeds meer bomenjagers, terwijl er niet meer kerstbomen bij kwamen. Dus de jongens begonnen bomen van elkaar te stelen. De strijd werd steeds heftiger en in de jaren ’60 kwamen er flinke rellen. Het Algemeen Dagblad schrijft op 2 januari 1960:
“Het nieuwe jaar was nauwelijks vijf uur oud toen de beruchte Schildersbuurt er uitzag als na een burgeroorlog: opgebroken bestratingen, smeulende vuren, kapotgeslagen straatlantaarns, verbrijzelde ruiten, kromgebogen verkeerspalen en beschadigde auto’s. De wegen lagen bezaaid met stenen, stokken, kapotte flessen, half verbrande meubelen, planken en meubilair.”
In de jaren ’70 en ’80 werd het allemaal nog grootschaliger. Er werd niet meer tussen straten gevochten, maar tussen hele wijken. Groepen kerstbomenjagers gingen elkaar te lijf met wapens en strijkerbommen. Tijdens de jaarwisseling gingen niet alleen kerstbomen en autobanden op het vuur maar ook hele auto’s. Heuse inferno’s tijdens de Oudejaarsnacht zorgden voor enorm veel schade aan wegen, huizen en tal van andere objecten in de buurt van de vele vuren. Het koste de overheid miljoenen om alles weer op te knappen; miljoenen! Iedereen, de politie en de burgers, wist met oud en nieuw is het matten in Den Haag.
De lokale overheid kwam met hét briljante idee om de ongeregeldheden tot het verleden te laten behoren door speciale plekken aan te wijzen voor vreugdevuren. Op die plekken stortte de gemeente flinke bergen zand zodat de weg niet beschadigd zou raken. Verder mochten er geen autobanden meer op de brandstapels. In ruil daarvoor kregen de jongeren van de gemeente, u leest het goed; van de gemeente, vele houten pallets. Daarbij werden er, door diezelfde gemeente, containers geplaatst waarin de verzamelde kerstbomen bewaard konden worden. Tegen mensen die zich misdroegen werd streng opgetreden. Een tactiek die werkte: Het eerste jaar was de schade en het aantal gewonden al gehalveerd. In 1991 zijn politie en brandweer voor het eerst tevreden over de jaarwisseling. Geen grote branden en geen grote ordeverstoringen. Door de stad worden tachtig vreugdevuren geteld, maar nergens is er sprake van grote overlast. Ook de jaren erna blijven grote incidenten uit. Daarbij daalde het aantal Vreugdevuren in een rap tempo. In 2004 zijn dat er nog maar zeventien en in 2007 is het aantal verder teruggeschroefd naar vijf.
Met het rivaliserende wedstrijdelement van wie heeft de hoogste stapel groeiden de gereguleerde vreugdevuren aan het Noorderstrand (vreugdevuur Scheveningen) en het Zuiderstrand (vreugdevuur Duindorp), gefaciliteerd door de gemeente, uit tot nationaal bekende vuren, waar zelfs de internationale pers positief over schreef. Beide vuren, Scheveningen op 27 december 2014 en Duindorp op 1 december 2015, worden ook nog eens benoemd tot Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed van Nederland. Door de gereguleerde vuren op het strand keerde de rust terug in de woonwijken van Duindorp en Scheveningen. En niet alleen daar. Ook in de stadsdelen Escamp, hoek van de Purmerendstraat en de Nieuwendamlaan, en Laak, hoek van de Genestetlaan en de Paets van Troostwijkstraat, werden gecontroleerde en gereguleerde vuren georganiseerd. Vuren die zorgen voor rust in de wijken en een enorm gevoel van saamhorigheid.
Het is om bovengenoemde redenen onverantwoordelijk dat burgemeester Remkes zich verschuilt achter een afvinklijst met en onrealistische eisen aan de bouwers. Logisch dat de bouwhoogten na de vlammenzee van vorig jaar naar beneden bijgesteld zijn. Iets waar de gemeente al jaren eerder op had moeten handhaven. Uit het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid blijkt dat de gemeente op de hoogte was van de overtredingen van de bouwers van de vreugdevuren. Door de combinatie van onder meer de hoogte, omvang en vorm van de stapel, de aanwezigheid van vaten diesel en de snelle ontbranding van het hout ontstond een felle brand. Den Haag wist dat de regels waren overschreden, maar liet dit lopen.
Juist ook gezien het falen van het gemeentebestuur, zou het onze burgemeester sieren om alles op alles te zetten om deze traditie op een veilige en verantwoorde manier wel door te laten gaan. Maar nee, deze burgervader kiest ervoor om een bewonersevent vergunning plichtig te maken en te onderwerpen aan de eis van een aansprakelijkheidsverzekering. Ook moet er, vanwege, jawel daar is ie, stikstof, een natuurbeschermingsvergunning door de provincie Zuid-Holland. Allemaal bewust gecreëerde niet te nemen hordes om de Vreugdevuren om zeep te helpen.
Ja, het is vorig jaar helemaal misgegaan en ja er zijn verscherpte regels nodig, maar het rücksichtslos schrappen van alle vuren gaat ons terugbrengen naar de onrustige jaarwisselingen uit de jaren ’80. Daarom hopen wij vanavond in de Haagse gemeenteraad bij het debat over het doorgaan van de Vreugdevuren een meerderheid te krijgen om gecontroleerde en gereguleerde vuren toe te staan op Scheveningen, Duindorp, Escamp en Laak. Zeker ook omdat in het advies van de brandweer staat dat het onder voorwaarden toestaan van Vreugdevuren een positief effect kan hebben op beheersbaarheid van de openbare orde. Ervaring leert immers dat dit als effect heeft dat er op minder plekken in de stad ‘illegale’ Vreugdevuren ontstaan.
Omdat aan dit soort Vreugdevuren vooraf geen voorwaarden kunnen worden gesteld, vormen zij een potentieel risico voor de veiligheid van de omgeving. Daarnaast leggen veel Vreugdevuren een groot beslag op de tijdens de jaarwisseling schaarse capaciteit van de brandweer. Daarnaast willen ook de bouwers de handschoen oppakken om veilige vuren mogelijk te maken. De organisaties van de vreugdevuren op Scheveningen en Duindorp zeggen dat zij kunnen voldoen aan de eis voor een aansprakelijkheidsverzekering voor evenementen. Daarnaast zijn zij bereid te werken aan andere kritische punten.
Pak die uitgestoken hand beste burgemeester en zorg voor een veilige en gezellige jaarwisseling in onze stad!