Er is iets bizar aan de hand. Enerzijds floreert het feminisme, althans onder bepaalde segmenten van de mannelijke en vrouwelijke bevolking. Anderzijds groeit het onbehagen met betrekking tot ongewenste seksuele intimiteiten. Daarbovenop en ermee verweven heb je de ‘toxic masculinity’, het ‘patriarchaat’ (dat verantwoordelijk zou zijn voor alle onheil in de wereld) en ‘witte mannen’ tout court. Enfin, een ingenieus brouwsel bestaande uit (vrouwen)emancipatie, mannenhaat, egalitarisme, inclusiedenken, wij/zij-denken en dies meer vormt de ‘manière de penser’ die jong en oud zichzelf eigen lijken te hebben gemaakt in ons relativistisch tijdvak. Wat we zien en horen tart bijgevolg alle logica. Het gaat alle kanten uit en raakt kant noch wal. Eigenlijk typeert het als weinig anders de geest der tijd.
Neem nu bijvoorbeeld het ‘kunstenfestival’ With pleasure. Curator van dit kunstig evenement is Eva Neklyaeva. Eva wil “de patriarchale, koloniale scheiding van lichaam en geest in vraag stellen” (Charlie Magazine, 4 november). Op de vraag vanwaar haar idee kwam voor dit thema antwoordt Eva: “Simpel. Ik houd van seks. En als je deze interesse deelt dan moet je zeker een ticket kopen.”
Mooi. Diepzinnig ook. Maar…
Stuiten we hier niet op enkele nogal opvallende paradoxen? Het is te zeggen, hoe rijm je het empoweren van vrouwen, inclusie, egalitarisme, het tegengaan van wij/zij-denken, tegen toxische masculiniteit zijn, empathie, cultureel relativisme, nagesist worden op straat…met het op poten zetten van een festival over seks?
Wel, na lang nadenken vrees ik dat het antwoord luidt: niet. Je rijmt het niét met elkaar. Toegegeven, als witte man van middelbare leeftijd die geprivilegieerd is als gevolg van net dié elementen, ben ik bevooroordeeld. Wellicht ontbeer ik de intersectionele bril die meer ruimdenkende vrouwen of niet-witte-mannen-van-middelbare-leeftijd wél op hun neus hebben staan. Maar dat neemt niet weg dat enkele vrij opvallende tegenstrijdigheden in de aspiraties van de Eva Neklyaeva’s dezer wereld zich manifesteren.
Oké, Eva houdt van seks. Op zich is dat niet problematisch, laat staan pathologisch. Alleen: is seks niet, naast een oerinstinct, een middel om macht uit te oefenen? Hoe meer toegang tot seks, hoe hoger je sociale status. Complete losers hebben door de band niet bijster veel seks. Eerder ‘winners‘ bevinden zich bovenaan de ‘aantal keren seks per week’-pyramide. Zij die succesvol zijn, aantrekkelijk zijn, lust opwekken. Nu is het zo dat ‘verliezen’ of niks presteren, depressief zijn, ziek zijn en dergelijke, niet bepaald lustopwekkend zijn. Status bezitten, een goede gezondheid bezitten, een mooi uiterlijk hebben, gezegend zijn met een zelfzekere inborst enzovoort zijn dat wel.
Alle grootse inclusietheorieën en al het heroïsch gelijkheidsdenken ten spijt, zullen ook de Eva Neklyaeva’s dezer wereld hun lusten bevredigen door beroep te doen op mensen ‘van een hogere orde’. Zeker, in woorden zullen ze vanuit de paternalistische reflex die gearriveerde mensen eigen is kond doen van hun medeleven met de seksualiteitsbeleving van de mindere goden. Alleen: die in het leven minder geslaagde mensen moeten nu niet gaan denken dat ze een of ander mensenrecht bezitten waardoor ze een Eva aan de haak zouden kunnen slaan.
En dat in ‘seksualiteitskringen’ (ja, dat bestaat. Er zijn tal van bloggers en andere lui – doorgaans jonge, hippe en succesvolle jongedames die gebukt gaan onder de knoet van het Westers patriarchaat – die om den brode met ‘seksualiteit’ bezig zijn) seks als een mensenrecht wordt beschouwd, wees daar maar zeker van! Check bijvoorbeeld eens een website zoals Sexmatters.nl. Daar vind je bloggers van het type dat ik zonet tussen haakjes beschreef. De bloggende jongedames zien er stuk voor stuk uit als zijn ze weggelopen uit zo’n flashy telenetreclamespot op televisie. Wat ze neerpennen is een bij elkaar geknutseld proza dat het midden houdt tussen een cursus sociologie, gecombineerd met wetenswaardigheden uit vrouwenbladen en overgoten met een sausje van levenswijsheden die een doorsnee mens al op de leeftijd van vier jaar heeft verworven.
Blogster Sophia Seawell bijvoorbeeld ziet grenzen “als vaste, harde lijnen maar niet als het eindpunt van een interactie maar eerder vanuit waar respectvolle en zorgzaam interacties kunnen beginnen” (sic). Om een en ander van een filosofische toets te voorzien, voegt ze daaraan toe: “Het klinkt misschien ironisch maar zonder aandacht voor de grenzen van onszelf en anderen is er geen vrijheid.” Kaboem! Kom daar maar eens achter!
*
Boeken, websites of studies rond seksualiteit staan bol van het hierboven aangekaartte jargon. Bijzonder populair zijn ook de ‘gender scripts’. Dit zijn zogezegd door de patriarchale maatschappij gecreëerde verwachtingen tegenover enerzijds jongens en wat er van ze verwacht wordt en anderzijds meisjes en hún rolverwachtingen. Mannen behoren bijvoorbeeld te jagen, volhardend te zijn. Vrouwen dienen zich onderdanig te gedragen, zich de volhardende aandacht van mannen te laten welgevallen. De grote feministische rebellen hebben zich sinds enige tijd tot doel gesteld deze ‘gender scripts‘ te ondergraven. En als het even kan zullen ze die ook voorgoed uit de wereld helpen.
Wát al die feministen uiteindelijk willen bereiken weten ze wellicht zelf niet. Willen ze een maatschappij waarin iedereen een beetje man en een beetje vrouw is? Of verlangen ze meer vrije seks? Of wensen ze minder mannen van middelbare leeftijd? Of wensen ze al die dingen samen? Geen idee.
Maar misschien dienen hun doelen ook niet in zulke nobele aspiraties gezocht te worden. Zou het kunnen dat het profileren van het eigen persoontje de voornaamste doelstelling is? En dat de tijdgeest de professie van seksblogger, seksuoloog, curator van een expositie over seks, en andere seksgerelateerde professies faciliteert? Net zoals de wapenproductie floreerde tijdens de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland, of net zoals de productie van lederen sandalen hoge toppen scheerde ten tijde van het Romeinse keizerrijk? Alleen werd de oorlog tegen staten of volkeren door feministen vervangen door een oorlog tegen de natuur, kwestie van naast gender- ook klimaatneutraal te zijn.
*
Door seksblogger te zijn (inclusief eigen Instagram- en Facebook-account) vergroot je je populariteit. Inhoudelijk schiet je ook altijd raak bij het grote publiek, van wie de interesses doorgaans weinig verder reiken dan de verlangens die de basisinstincten hun opdringen. Je krijgt ook toegang tot instanties die gemakkelijk geld willen verdienen. Dat lukt aardig, aangezien seks verkoopt. En om het geheel te onderscheiden van die plebejische pornoindustrie omkader je je sekspakket met gratuit gebrabbel over ‘gender scripts‘ en ‘toxic masculinity‘. Wie weet sla je op een gegeven moment wel de CEO van een sponsorend bedrijf aan de haak, of de curator van een museum! Dan kun je vanuit je loft in Cannes of de Toscaanse heuvels je memoires schrijven, waarin je je sterk maakt dat je bijdrage aan de feministische zaak de wereld toch een heel klein beetje beter heeft gemaakt.