Emoties staan uitgestald in de etalages die onze maatschappijen zijn geworden. Lachende hipsters in de zoveelste Telenet-televisiespot, neerslachtige tieners in het elfendertigste infotainment-praatprogramma, liedjes-opgedragen-aan-overledenen-en-zieken tijdens breed in de media uitgesmeerde muziekevenementen zoals De Warmste Week, op gevoelens gefixeerde artikels in de zichzelf al decennia lang herhalende dag-, week- en maandbladen. Het scheelt niet veel of je kan middels een symbool je ‘gevoel van de dag’ of ‘gevoel van het moment’ kenbaar maken aan de buitenwereld. ’t Is te zeggen, dat kán je al, met behulp van een emoji.
Aangezien mensen heden ten dage een groot deel van hun tijd doorbrengen gekluisterd aan een beeldscherm (of dat nu dat van de iPad, de iPhone of de televisie is) kan enige vorm van gevoelsmanipulatie niet worden uitgesloten. De talrijke hypes die opduiken vormen hiervan de symptomen. In samenlevingen waarin het individu, de mens als uniek wezen, op een piëdestal wordt geplaatst lijkt onderwerping zo op het eerste zicht onbestaande. Vergeleken met dictatoriale regimes en/of theocratieën bezit de enkeling in onze vrije westerse wereld de regie over zijn eigen bestaan. Niemand heeft zeggenschap over je en You only live once, niet? Wel, niet echt. Onderworpenheid kent vele gezichten. Mensen laten geloven dat ze zich in een bepaalde gemoedstoestand bevinden is daar een van.
Regeren over de massa’s is een kunst. Je moet je bedienen van de mogelijkheden die je op een gegeven moment ter beschikking staan. In periodes waarin 0,0001% van de mensen konden lezen en schrijven, was dreigen met hel en verdoemenis voldoende (wat het nog steeds is in bepaalde samenlevingen vandaag de dag.) Nu, in deze heuglijke jaren van overvloed, moet je op een iets meer subliminale manier over het gepeupel heersen. Aangezien mensen sociale wezens zijn, die hun gevoel volgen veel meer dan hun verstand, is het trekken van de emotiekaart als het winnen van de jackpot. De emotionele tweedeling (‘bang voor de hel’/‘streven naar de hemel’) is vervangen door op het oog meer complexe emoties. Empathie doet het goed (kindjes met dodelijke ziekten die door farmareuzen van de noodzakelijke medicatie worden afgehouden). Maar ook boosheid (jagers die in Afrika een leeuw hebben gedood), angst (voor de stijgende zeespiegel), kippenvel (wanneer een of andere vijfjarige een ‘briljant’ stukje te berde bracht op een Got talent-show) werken uitstekend.
Als waren ze het balletje in de flipperkast worden mensen van her naar der gekaatst. Regeren is zoals Tinder gebruiken: je swipet de emotie van het moment naargelang de noden van het moment. Aangezien je wat afwisseling kan brengen in het aanbod, zullen veel mensen ook écht geloven dat hun emoties authentiek zijn, dat ze diep vanuit hun binnenste komen. Dit terwijl de buurvrouw, de overbuurman, het gezin één, twee en achtendertig straten verderop net dezelfde prefabemoties beleven. Omdat die allemaal óók net naar dat vijfjarig baasje “dat zoooo schattig is” in de ‘Got talent’-show aan het kijken zijn, of omdat die zonet in het staatsjournaal óók hebben gezien hoe dood die leeuw in Afrika wel is na neergeschoten te zijn geweest door een jager.
De meest recente loot aan de tak van de emotieboom is een Duits kinderkoor dat het Oma is een oude milieuzeug aanhief. In dat lied worden oude mensen op inclusieve wijze geridiculiseerd. Dat oma vlees eet, met een oudere auto rijdt, et cetera: allemaal wordt het op de hak genomen door een koor bestaande uit bijna-kleuters. Of deze kinderen zélf met het idee op de proppen zijn gekomen om zo’n lied in elkaar te steken valt te betwijfelen. Satire kan zeer sterk werken, maar dat kinderen het begrip ‘satire’ begrijpen lijkt mij minstens even sterk. Waarschijnlijker is het dat bepaalde ouderen, al dan niet met belangen in de muziekindustrie of politiek, deze jongeren bepaalde emoties aanpraten. Zeggenschap uitoefenen over een stel stevig gebrainwashte kinderen wordt aldus een eitje.
Eenzelfde beïnvloeding van kinderlijke emoties zie je quasi overal. In scholen worden angst en vijandigheid tegenover conservatisme er stevig ingelepeld. Meer positieve gevoelens worden geassocieerd met alles wat met klimaatactivisme, multiculturalisme en ‘progressieve politiek’ te maken heeft. Zitten er tussen de jongeren wat meer recalcitrante types, dan worden die op delicate wijze richting ‘de juiste emoties’ gemasseerd. En als dat laatste niet werkt kan het aloude ‘uitsluiten en verstoten’ uit de kast worden gehaald.
Aangezien veel mensen op mentaal vlak het kinderniveau nooit ontgroeien (ofwel opzettelijk infantiel worden gehouden), valt dezelfde strategie toe te passen op volwassenen. Niks is eenvoudiger dan het sturen van mensen in een bepaalde richting. Je maakt je simpelweg meester van hun gevoelswereld en hupsakee!
Geloof is alles. Als je maar gelóóft dat wat jij beleeft uniek is en onuitgegeven. Met name bedrijven zijn steengoed in het verpatsen van deze wetenschap. En laat de bedrijfswereld nu net een grote lepel in de pap te roeren hebben die ‘regeren’ heet. Hun aandeel in zowat alles is gigantisch, want money talks en bullshit walks. Achter ‘Got talent’ zitten muziekmaatschappijen, achter ‘De Warmste Week’-initiatieven zitten pers- en mediabedrijven, enzovoorts. Dier bestaan is gestoeld op winst maken. Om dat doel te bereiken dient cliënteel te worden aangesproken. Dat doe je in deze tijden niet meer met praatjes over bijbelse wetenswaardigheden. Wel doe je dat met mooi in hedendaagse sprookjes verpakte emoties die een soort van bijeengesprokkelde moraal zouden moeten verkondigen. Kwestie van je product wat cachet te geven.