De Nederlandse boksbond heeft Badr Hari gevraagd of hij interesse heeft deel te nemen aan de Olympische Spelen. De 35-jarige Amsterdammer behoort tot een groep kickboksers die volgens voorzitter Boris van der Vorst de potentie heeft om mee te doen aan de Spelen in Tokio (2020) of Parijs (2024). Van der Vorst wilde niet zeggen of Rico Verhoeven daar ook toe behoort. “De situatie van Rico is ook wat ingewikkelder. Als je wil gaan boksen moet je het kickboksen tijdelijk stop zetten, maar hij heeft titels in bezit”, aldus de voorzitter van de bond.
Badr Hari en Verhoeven staan beiden onder contract bij Glory. De kans is klein dat die kickboksorganisatie zomaar een van z’n boegbeelden toestemming geeft om zich een paar maanden ergens anders op te richten. Hari, die als kickbokser voor Marokko uitkomt, is bovendien nog herstellende van de enkelblessure die hij eind vorig jaar opliep tijdens het wereldtitelgevecht tegen Verhoeven in Arnhem.
“We zijn in gesprek met een brede groep boksers en kickboksers die de potentie hebben om Nederland te kunnen vertegenwoordigen op de Spelen”, aldus Van der Vorst. “We zijn trots op ons huidige boksteam. Maar we kijken ook naar de gewichtsklassen waarin we niet zo goed bezet zijn, zoals bij de zwaargewichten.” Hari is daar een van de kandidaten. “Maar er zijn nog zoveel zaken die uitgezocht moeten worden. Niet alleen met Badr, maar ook met andere betrokken partijen zoals Glory en sportkoepel NOC*NSF.”
Na de NK, op 1 en 2 februari in Rotterdam, beslist de bond welke boksers namens Nederland mogen proberen olympische tickets te bemachtigen. Het Europese OKT is in maart in Londen. Twee maanden later volgt nog een mondiaal kwalificatietoernooi in Parijs.
Bij de Spelen van 2016 pakte Nouchka Fontijn zilver. Bij de mannen waren Enrico Lacruz en Peter Müllenberg actief in Rio de Janeiro. Met Müllenberg, die in een juridische affaire zit, voert de bond gesprekken over zijn toekomst. Hij maakt geen deel uit van de kernploeg die zich momenteel in de Verenigde Staten voorbereidt op de NK.
ANP