De nieuwjaarsborrel van D66 Amsterdam vindt zaterdagavond plaats in ‘Het Groene Paleis’ aan het Rokin. NRC Handelsblad huist boven dit etablissement en baatte hier ooit zelf een restaurant uit. Dat project mislukte waarna Het Groene Paleis het levenslicht zag. NRC-recensent Petra Possel noemde het restaurant ‘een liefdeloze toeristenzaak’ met ‘middelmatig en ongeïnspireerd’ eten. Dat zijn geschikte termen om ook de partij te beschrijven die hier deze avond borrelt. Landelijke kopstukken in overvloed, maar ongeïnspireerd en middelmatig is het.
Er is een podiumpje gemaakt. Er hangt een spandoek van D66 met een logo uit de jaren negentig. Een vrouw in een glitterjurk beklimt de verhoging en begint ons toe te spreken. Ze introduceert zich niet want kennelijk weet iedereen behalve uw verslaggever dat zij de afdelingsvoorzitter is. Alles groeit bij D66, horen we: er is een nieuwe wethouder overgekomen uit Utrecht, er zijn ruim 200 nieuwe leden te begroeten en de afdeling Weesp is opgegaan in die van Amsterdam, omdat die gemeente over niet al te lange tijd door de hoofdstad wordt opgeslokt.
De voorzitter was vorig jaar heel zenuwachtig, maar nu is dat niet meer zo, vertelt ze. Dit jaar gaat D66 bouwen aan de vereniging want er zijn in 2020 waarschijnlijk geen verkiezingen. Die worden wel voorbereid: er wordt al geschreven aan een nieuw verkiezingsprogramma en dat is ‘een extern proces’, waarbij D66 met een heleboel clubjes gaat praten. Het is een aanwijzing over hoe D66 politiek bedrijft: in plaats van zelf te bedenken wat men diep van binnen wil, doet men een rondje belanghebbenden. Een eigen geïnspireerd verhaal, daar brandt de voorzitter in haar glitterjurk zich niet aan.
Dan komen Rob Jetten en Wouter Koolmees. Zij lopen al dit soort borrels af, vertellen ze. Hun optreden komt volstrekt niet uit de verf want er zijn problemen met het geluid. Wouter vindt het ‘niet leuk’ om vice-premier te zijn, maar gelukkig is hij dit maar tijdelijk. Hij moet heel vaak met Rob bellen. Gelukkig is Kajsa binnenkort hersteld en we moeten de groeten van haar hebben. Rob zegt dat het eerste jaar in de coalitie zwaar was want toen moest het referendum ingetrokken worden, maar gelukkig kreeg D66 daar een kinderpardon en klimaatmaatregelen voor terug.
Wouter vertelt over investeringen in het onderwijs, meldt dat er een oplossing moet komen voor de stikstofcrisis en meldt dat ‘de commissie Borstlap’ met een belangrijk rapport gaat komen. Rob vult aan dat we in 2020 een voorstel zullen zien van Kamerlid Pia Dijkstra over voltooid leven en D66 is ook met een onderwijsagenda bezig. D66 moet zich voorbereiden op de volgende verkiezingen en dat begint nu al, nu veel partijen ‘migratie overal bijslepen’ en daarom moet D66 haar geluid goed laten horen. D66 moet in 2021 weer de grootste progressieve partij van Nederland worden, dat is het idee.
De laatste spreker is de Amsterdamse fractievoorzitter Reinier van Dantzig, een goed uitziende man met een consultant-achtige uitstraling, al is het maar vanwege zijn gladde marketing-achtige praatjes. Ook nu is er minutenlang gedoe met de microfoon. Reinier wil het met ons hebben over ‘het typische D66-optimisme’ en meldt dat de partij alweer zeven jaar in het stadsbestuur zit. D66 schudt volgens Reinier de mensen wakker met alternatieven ‘waarmee we vooruit kunnen’. Opmerkelijk is dat zijn opsomming start met landelijke politiek: klimaat, lerarensalarissen en de proef met legale wiet.
Misschien komt dit omdat D66 in Amsterdam nog ongeïnspireerder en middelmatiger is dan landelijk. Reinier doceert dat er door D66 een wethouder duurzaamheid is, er is in Amsterdam veel geld voor groene maatregelen zoals ‘van het gas af’, er wordt geïnvesteerd in onderwijs en er wordt veel gebouwd. De kiezer wil oplossingen en daarom moet D66 zijn rug recht houden, weet Reinier. D66 neemt verantwoordelijkheid en zet de mensen niet tegen elkaar op. Zo is het fout dat mensen klagen over te veel toeristen. Reinier maakt vervolgens een grapje waar niemand iets van begrijpt.
Reinier vindt dat drukte van toeristen niet tot meer regels moet leiden, wil niet dat zogenoemde elitescholen worden bestreden en wil expats niet de schuld geven van de problemen op de woningmarkt. Een man of vijf klapt voor dit laatste punt. Er staan zeker 150 mensen in de zaal. Opmerkelijk: zelfs bij de internationaal georiënteerde partij D66 is kennelijk het besef ingedaald dat mensen met een onvoorstelbaar diepe portemonnee gewone Amsterdammers verdringen van de woningmarkt. Reinier zegt nog dat D66 gaat breken met de traditie dat men na besturen halveert. Zelfs die opmerking levert een lauwe reactie op.
De reden laat zich raden. De balans van zeven jaar stadsbestuur is beroerd. Alle groene maatregelen lijken op voorhand het werk van GroenLinks. Het lerarentekort is immens en D66 biedt – in Amsterdam en daarbuiten – geen begin van een oplossing. Of er nou wel of niet gebouwd wordt: er is geen uitzicht dat middeninkomens ooit nog in Amsterdam terecht kunnen. Over toeristen mag men van D66 niet klagen, waarschijnlijk omdat de partij niets aan de drukte gaat doen. De partij spitst zich ondertussen toe op kwesties als ‘van het gas af’ en ‘niet zeuren over migranten’: zaken waar vooral mensen die het goed voor elkaar hebben zich druk over maken.
Aan het applaus te merken zijn de Amsterdamse leden alvast begonnen met het acceptatieproces dat D66 na deze bestuursperiode weer eens halveert.