De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft wel degelijk in het eindrapport over de crash van de Turkse Boeing 737 in 2009 bij Schiphol gewezen op de ingebouwde fouten in het toestel, maar mogelijk heeft Boeing niets met de aanbevelingen gedaan. Dat zegt voorzitter Jeroen Dijsselbloem. Maandag ontstond ophef over het rapport, nadat in The New York Times was gezegd dat de Nederlandse onderzoekers onder druk van Amerikaanse collega’s bepaalde informatie hebben “begraven”. Het deelrapport werd geschreven door luchtvaartdeskundige Sidney Dekker. Die zei tegen de Amerikaanse krant dat Boeing wilde voorkomen dat tekortkomingen in het vliegtuigontwerp in de schijnwerpers kwamen.
“Er is geen sprake van dat wij niet helder zijn geweest over de oorzaak: een kapotte hoogtemeter”, stelt Dijsselbloem. “De piloten hadden nog mogelijkheden om dat te corrigeren maar hebben dat niet benut. Maar de hoofdverantwoordelijkheid lag bij Boeing en dat staat ook in ons rapport.”
De OVV heeft naderhand niet gecontroleerd of Boeing de aanbevelingen heeft opgevolgd, omdat in die tijd nog geen vervolgonderzoek werd gedaan, zoals tegenwoordig wel gebruikelijk is. “Mogelijk is het zo dat hetzelfde probleem zich weer heeft voorgedaan bij Boeing”, verwijst Dijsselbloem naar de twee recente dodelijke crashes met toestellen van het type 737 MAX in Indonesië en Ethiopië. “Waarom heeft Boeing deze les dan niet fundamenteel geleerd?”
De OVV houdt de onderzoeken naar de crashes in 2018 en 2019 daarom nauwlettend in de gaten. “Natuurlijk willen we weten of die parallel er echt is, of het echt zo is dat die crashes voorkomen hadden kunnen worden als de lessen uit 2009 echt waren geleerd.”
Door deze laatste twee crashes kwamen 346 mensen om het leven. In het toestel dat in 2009 op de Polderbaan neerstortte kwamen negen mensen om en raakten 120 mensen gewond.
ANP