Opinie

Sonny Spek – Het drugsbeleid van D66 is hypocriet

07-02-2020 11:19

Kort geleden publiceerde D66 met het oog op de naderende verkiezingen het veelbesproken drugsmanifest. Het manifest roept op om tot een andere drugsaanpak te komen waarbij het produceren en gebruik van harddrugs uit de criminaliteit zou worden gehaald door legalisatie. De partij haalde hierbij een aantal (onbekende) mensen aan die dit zouden steunen, maar ook veel experts waren kritisch op de plannen. Ik zal mij niet wagen aan het vraagstuk of legalisatie van harddrugs wel of niet wenselijk is, want volgens mij zijn er genoeg deskundigen die zich hier de laatste weken kritisch over hebben uitgelaten. Nee, om door het proefballonnetje van D66 heen te prikken is niet veel argumentatie nodig. Als je verder kijkt dan de discussie die rondom dit stuk losbarstte, dan ontstaat het beeld van een partij die doelgericht naar argumenten zoekt om zichzelf als de vrijheid-blijheidpartij neer te zetten zonder daarin een consequente lijn neer te zetten. Ik zal dit kort toelichten aan de hand van het eerder besproken Preventieakkoord en ingediende moties.

‘Drugsgerelateerde geweldsincidenten zorgt voor een ‘schuldgevoel’ bij jongeren en dat is natuurlijk het echte probleem… Je moet maar durven’

De voorzitter van de Jonge Democraten, Annabel Boer, had ook een mening over het huidige drugsbeleid. Naast de verslavingen die jaarlijks het leven van mensen verwoesten, de vergismoorden, het afglijden naar een narcostaat en de dumping van gevaarlijke stoffen, was een ander argument voor de voorzitter dat jongeren veilig zonder schuldgevoel een pilletje zouden moeten kunnen slikken in het weekend. De morele norm die je als samenleving wil stellen aan de hand van de eerdere drugsgerelateerde geweldsincidenten zorgt voor een ‘schuldgevoel’ bij jongeren en dat is natuurlijk het echte probleem… Je moet maar durven.

Daarnaast is het ook nog eens ontzettend hypocriet vanwege het standpunt van D66 inzake het eerder besproken Preventieakkoord. In september vorig jaar werd het Nationale Preventieakkoord besproken in de Tweede Kamer en daarin wordt geschetst hoe de overheid het volk gezonder wil maken. Pakjes sigaretten worden duurder, bepaalde plekken in de openbare ruimte worden verplicht rookvrij en happy hours in sportkantines worden verboden. De plannen van staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) vallen precies binnen de huidige trend om alles wat iets van plezier oplevert te verbannen uit de samenleving omdat er in ons tijdsgewricht geen ruimte meer mag zijn voor De Ongezonde Fout. We zien dat ook aan de plannen voor minder verkooppunten van tabak en het verbannen van rookruimtes op stations en in het cafés. Wat dit zal betekenen voor de omzet van cafés die het al zwaar hebben en langzaam verdwijnen uit het straatbeeld, is een detail. Men onderschat volgens mij de sociale waarde van het ongezonde, mits met mate.

‘Er moet dus wel preventiebeleid worden gemaakt voor mensen die ongezond leven op het platteland, maar niet voor jonge drugsgebruikers die veelal in de stad zitten’

In het debat over het Preventieakkoord gaf Tweede Kamerlid Antje Diertens aan dat het van belang is dat er wordt toegewerkt naar een gezondere samenleving, maar rept daar zelf met geen enkel woord over het terugdringen van het drugsgebruik. Sterker nog: D66 stemde tegen een motie om het drugsgebruik doormiddel van preventie effectief terug te dringen. Is het niet absurd om te moeten constateren dat de partij als initiatiefnemer van het Preventieakkoord om die ‘verschrikkelijke en ongezonde’ genotsmiddelen terug te dringen geen preventiebeleid wil voeren om drugsgebruik tegen te gaan? De ironie is dat de stadsliberalen wel een motie hebben ingediend om specifiek de mensen in krimpende plattelandsgemeenten door de overheid te ondersteunen bij het doel om gezonder te gaan leven omdat ‘mensen met lagere inkomens en een lager opleidingsniveau achterblijven’. Er moet dus wel preventiebeleid worden gemaakt voor mensen die ongezond leven op het platteland, maar niet voor jonge drugsgebruikers die veelal in de stad zitten.

Het is blijkbaar zo’n belangrijk punt voor D66 dat deze week een motie werd afgewezen die als doel had om het ronselen van jongeren door drugshandelaars op scholen tegen te gaan en weerbaarheidstrainingen te organiseren. Een ander voorstel dat door de partij werd afgewezen was om duidelijke protocollen op te stellen voor scholen als er drugsronselaars actief zijn. Het drugscircuit behouden zoals dat nu is blijkt voor de partij belangrijker dan opkomen voor kwetsbare jongeren die in de criminaliteit worden getrokken. De moties werden overigens door een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wel aangenomen.

Kortom: als het aan D66 ligt zullen er straks op het opsteken van een sigaret en het drinken van een biertje sancties staan omdat het niet past binnen de moderne tijd, maar tegelijkertijd moet het slikken van een pilletje vooral zonder schuldgevoel kunnen. We zien dat er door de fopliberalen moties worden aangenomen om het aantal tabaksverkooppunten terug te dringen en speciale ‘living labs’ moeten worden opgezet voor boeren uit krimpregio’s, maar dat men probeert basale maatregelen om het ongezonde drugsgebruik te verminderen tegen te houden. Als u op 1 april ziet dat de rookruimte uit uw favoriete café is verdwenen vanwege ‘gezondheidsredenen’ en de uitbater in financieel zwaarder weer komt, denkt u dan aan de hypocrisie van D66.