In de auto luister ik meestal CD’s. Ik ben geen fan van de radio: te veel gelul, reclames en te veel liedjes die me niet aanspreken. Maar af en toe zet ik bewust de radio op om nieuwe muziek te ontdekken. Ik ben dan een ‘zapper’. Reclame? Next. Slecht nummer? Next. Op 6 mei 2019 reed ik naar werk en speelde ene Danny Vera zijn hit Roller Coaster live bij Radio 538. Via Shazam stuurde ik het nummer naar mijn partner, en zij – toevallig op hetzelfde moment – naar mij. Voetbal volg ik niet, behalve misschien Ajax in internationaal verband, of wanner het Nederlands Elftal een toernooi speelt. VI kijk ik daarom niet, en ik had dan ook nog nooit van deze Vera gehoord. Maar prachtig vond ik het. Aan het eind van die dag kwam ik erachter dat deze Zeeuw al in 2002 een album uitgebracht heeft. Wat een muziek! Maar waarom hoorde je hem dan nooit op de radio? Drie weken later, op 25 mei 2019, vernam ik het trieste nieuws dat één van mijn beste vrienden, Karl, op 42-jarige leeftijd was overleden. Die week, in Latijns-Amerika waar hij woonde, staat Roller Coaster op repeat. Op het eind van een mooie en trieste avond in Karl’s tuin knalt het lied keihard uit de speakers. “Wow, is this a Dutch artist? Amazing!”, reageert een lokale vriend. Vera is sindsdien zelfs bekend in de tropen. In de maanden daarna duik ik, gebroken, in Vera’s oeuvre. Zijn onbekendheid bij het brede publiek vind ik een groots raadsel. Ik proost op Johan Derksen die in Vera heeft geloofd door hem een podium te geven.
Op 7 februari 2020, drie dagen nadat Karl zijn 43e verjaardag zou hebben gevierd, bezoeken mijn vriendin en ik een intiem, akoestisch soloconcert van Danny Vera in de Kunstlinie in Almere. De zaal is klein, waardoor Vera een prettige interactie met het publiek heeft. Het geluid is perfect afgestemd op zijn stem en gitaar. Het is het openingsconcert van zijn nieuwe tour, The Lone Stranger.
Zodra Vera op zijn stoel plaatsneemt is hij zichtbaar nerveus. De voet die hij op de steun van zijn stoel laat rusten trilt heftig. Na het tweede nummer richt hij zich tot de zaal:
“Ik vind het altijd zo schijt hè? Dit. […] Deze tour, alleen met je gitaar. Ik zat net in de kleedkamer en dan denk ik ‘tering man, waarom doe ik dit eigenlijk?’ […] Ik moest zo nodig een solotour gaan doen, in mijn eentje met een gitaar, voor een volle zaal. En op een of andere manier wennen die eerste paar keer nooit. Het is… een hel.”
Vera’s rauwe, maar heldere, stem brengt je enkele decennia terug in de tijd. Zijn zang heeft iets melancholisch, waarmee hij voortdurend weet te raken. De puurheid van slechts zijn stem en een gitaar vergroot dat magische gevoel. Vera speelt allerlei rustige parels. Liedjes als Oblivious Desire, Everytime, In Every Way en Lower Than Low zorgen voor kippenvel. Tussen de nummers door deelt Vera oude verhalen. Zo trakteert hij zijn publiek op een nieuw lied dat hij nog niet eerder heeft laten horen, over de avond dat de vlammen tussen zijn vrouw, Escha Tanihatu, en hem oversloegen. “Didn’t we just spark a fire?”
Gelukkig blijft Vera weg van teveel politiek. Hij pleit terecht voor meer eerlijkheid en transparantie, ook al leidt dat soms tot slecht nieuws. “Zeg gewoon: het zit gewoon zo. We schieten er allemaal geen reet mee op, maar het is niet anders, jongens.” Plotseling vertelt Vera zijn publiek:
“Ik ben ook vegetariër, hè? Ik zie al mensen denken ‘oh Jezus, in wat voor show zit ik dan?’ Allemaal van die mannen die zoiets hebben van ‘ja, maar ik vreet het wel.’ Ja, maar dat interesseert mij geen reet vriend. Ik heb het ook gegeten. Maar één keer kom je tot inkeer en dan denk je ‘ja, fuck it man.’ Zielige varkentjes met ook zo’n leuke roze neus. Het zijn fucking leuke beesten. Een soort hond, alleen dan roze. […] Dat zijn die dingen, dat vind ik moeilijk.”
Vera maakt hier het punt dat psychologe Melanie Joy eerder maakte. Waarom houden we van honden, maar eten we koeien of varkens? Na deze woorden speelt Vera zijn lied Pompadour Hippie, “een opsomming van wat er allemaal mis is in de wereld.”
Vera vraagt het publiek om drie verzoeknummers. Vera begint met A58 en Pressure makes diamonds. “Tot hoe lang hebben wij eigenlijk?” vraagt hij aan iemand achter het doek, wanneer er twee liedjes teveel op de zojuist gemaakte setlijst staan. “Ach, fuck it”. Aanvankelijk wil hij Easier That Way niet spelen, want “dat is moeilijk, man.” Maar Vera’s performance raakt misschien nog wel meer dan de albumversie. Wanneer er in het publiek een zakje kraakt, stopt Vera het intro van Best Days Of My Life en vraagt “Heb je nootjes? Lekker.” En even later vertelt hij over zijn overleden jeugdvriend, waarover hij Bye Bye Eddie schreef. Prachtige zang, goede grappen en trieste verhalen wisselen elkaar vanavond in rap tempo af.
Vera vertelt over de totstandkoming van Roller Coaster, dat gaat over de ups en downs in het leven. Over hoe geluk en verdriet zich voortdurend afwisselen. Ik denk aan Karl en die bewuste week in mei 2019, maar ook aan mijn nog ongeboren dochtertje van 21 weken. Misschien is dit concert wel het eerste dat zij hoort in het leven. “De boom, de Magnolia, die staat bij mij in de tuin. Daar kijk ik elke ochtend op uit als ik mijn koffie drink. Ik woon in mijn ouderlijk huis. Mijn ouders zijn er niet meer, maar mijn vader heeft die boom voor mijn moeder geplant. En op elke verjaardag van mijn moeder staat de Magnolia nog steeds in bloei.” En dan begint het gitaargeluid van Roller Coaster, waarmee hij deze betoverende avond in stijl afsluit.
Bij zijn toegift krijgt Vera het publiek in beweging met zijn cover van Folsom Prison Blues van Johnny Cash. Mijn vriendin en ik vertrekken als een van de eerste gasten. Voor ons loopt Danny Vera de zaal uit. We wisselen enkele woorden over zijn optreden en ik vraag of hij een selfie van ons drieën wil maken: “Tuurlijk pik, houd jij dan effe mijn colaatje vast?” Daarna vertrekt hij naar de grote hal. Aangezien er geen wachtrij stond bij zijn merchandise koop ik nog een LP bij zijn vrouw, Escha. Als ik stel dat ik elke avond zou vragen of hij voor me wil zingen reageert ze, al lachend: “Dat is niet nodig hoor. Hij doet niet anders, hij kan niet stoppen.” Ik hoop dat Escha gelijk heeft. Dat Danny Vera ons land mag blijven verrijken met zijn prachtige muziek.