Er is een ranglijst van de landen met het grootste aantal inwoners die zijn blootgesteld aan rijzende zeeën en oceanen. Bangladesh (163 miljoen inwoners) en Nederland (17,4 miljoen mensen) staan hoog op die lijst en hebben dus een groot belang om stijging van de zeespiegel te beperken. Wat Nederland doet is bekend: we gaan met enorme kosten af van het gas, op weg naar meer duurzaam. Bangladesh gaat ook van het gas af (nu nog 54 procent van de elektriciteit), want de ondergrondse voorraden raken uitgeput. Maar dat is het eind van de overeenkomst tussen Nederland en Bangladesh. Bangladesh gaat miljarden lenen van China voor 29 nieuwe kolencentrales en voor twee havens om nog veel meer steenkool in te voeren uit Australië. Op dit moment stookt Bangladesh nog nauwelijks kolen (wij in Nederland gebruiken nog vier keer zo veel), maar dat gaat veranderen.
De regering van Bangladesh weet natuurlijk ook wel dat steenkool niet goed is voor het milieu en bijdraagt aan de opwarming van de aarde en dus aan de stijgende zeespiegel. Maar er komen ieder jaar een miljoen Bangladeshi’s bij en al die kinderen hebben ook een dak boven hun hoofd en een school nodig, terwijl hun moeders graag meer zouden verdienen dan 4-5 euro per dag.
Bangladesh is wanhopig arm. Het bruto nationaal product een derde van Egypte en minder dan een kwart van Thailand – om even te vergelijken met twee vakantielanden waar Nederlanders zich gemakkelijker iets bij kunnen voorstellen. En ondanks de ramp van de textielfabrieken van Rana Plaza in 2013 waarbij 1100 vrouwen omkwamen doordat hun fabriek instortte, heeft nog steeds 45 procent van de textielfabrieken geen behoorlijke nooduitgangen en sprinklers.
De Deense expert Bjorn Lomborg legt uit dat de rijke landen in het westen met hun handtekeningen onder het klimaat-akkoord van Parijs de temperatuur in het jaar 2100 met 0.05 graad Celsius kunnen verlagen. Acties om Bangladesh te helpen zijn vele malen effectiever per euro om de opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegel te beperken.
Politici in rijk Europa tekenen voor schone beloftes, maar zoals Lomborg analyseert (en Syp Wynia vertaalt naar Nederland) is elke kosten-baten analyse afwezig. En nu zijn in Nederland en in Engeland ook de rechters zich gaan bemoeien met het milieubeleid door te eisen dat de politici zich houden aan wat ze in Parijs beter niet hadden kunnen beloven.
Wij hebben onze problemen met het Urgenda-arrest; in Engeland heeft de rechter met een verwijzing naar de beloftes van het Parijs-akkoord een derde landingsbaan van het vliegveld van Heathrow bij Londen verboden. Misschien goed nieuws voor de vliegvelden van Luik en Düsseldorf die graag meer passagiers willen, en misschien zelfs voor Amsterdam, Parijs en Frankfurt, maar voor de opwarming van de aarde marginaal.
Het aardgas in Bangladesh raakt op. Steenkool komt er voor in de plaats, omdat voor Bangladesh ontsnappen uit de dodelijke armoede op de eerste plaats komt. Dat is rationeel voor dat land, ook nog omdat minder armoede wereldwijd samen gaat met beter onderwijs, betere medische zorg en meer levensjaren in goede gezondheid. Mensen verschillen van mening over wat die trend in Bangladesh vanuit moreel oogpunt betekent voor een rijk land op een ander continent.
Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen pleitte voor een wereldregering en voor een morele solidariteit met alle mensen. Hij was een geniale man en een groot leermeester, maar zonder theorie waarom die wereldregering er nooit komt. Aan de andere kant van het spectrum staan politici die zich niets aantrekken van het lot van mensen die toch niet op hen kunnen stemmen omdat ze ver weg wonen, of – nog erger – die stemming maken tegen buitenlanders en zo met vreemdelingenhaat aanhang proberen te winnen.
Moreel verantwoordelijke mensen kunnen van mening verschillen of wij ons met ontwikkelingshulp tot een maximum van 1 procent van onze economie moeten bekommeren om arme mensen in verre landen, of dat wij onze broeders en zusters in Bangladesh bijna net zo moeten behandelen als onze broers en zussen in eigen land. Maar die morele afweging is niet nodig voor het milieudebat.
Het is ons eigenbelang om het geld dat wij over hebben voor klimaatbeheersing zo effectief mogelijk te besteden, en dat betekent scrubbers (‘uitlaatgaswassers’) op kolencentrales in Bangladesh. En dat betekent ook om Nederland Gidsland te beperken tot de universiteiten van Wageningen, Delft, Eindhoven en Twente: als onze technici innoveren, kan dat wereldwijd helpen om meer welzijn te bereiken met minder vervuilende energie.
Met een goede analyse van kosten en baten kan het energiebeleid ook meer acceptabel worden voor de boeren, voor de transportsector en voor alle kiezers die vinden dat de belastingdruk al hoog genoeg is. Zonder analyse van kosten en baten leidt het klimaatbeleid tot foute politieke polarisatie. Denk daarom aan Bangladesh, ook uit eigenbelang.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week.