De overheid heeft vorig jaar een overschot behaald van 14 miljard euro. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het was het vierde jaar op rij dat er meer geld binnenkwam dan er werd uitgegeven. Bij elkaar hield de overheid in die jaren 34 miljard euro over. Dat het overschot in 2019 opnieuw is gestegen, komt doordat de belastingopbrengsten op alle fronten omhooggingen. Ook de belasting- en premiedruk voor burgers en bedrijven nam toe en kwam met 38,8 procent van het bbp uit op het hoogste niveau sinds het CBS die in 1995 op de huidige manier begon te meten.
De overschotten van de laatste jaren komen nu goed van pas. De staatsschuld is daardoor gedaald tot minder dan 49 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat biedt veel ruimte om extra geld te lenen om de coronacrisis te bezweren.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën) liet vorige week weten dat alleen al komend kwartaal tussen de 45 en 65 miljard euro extra wordt geleend. Dat geld is nodig om de maatregelen te betalen die tot dusver zijn aangekondigd om te voorkomen dat bedrijven omvallen en mensen massaal hun baan verliezen.
Hoekstra heeft bovendien met zijn Europese ambtgenoten afgesproken dat de begrotingsregels waar eurolanden doorgaans aan moeten voldoen, voorlopig niet gelden. Daardoor mogen zij tijdelijk meer lenen dan anders om hun economieën te ondersteunen.
De overheidsuitgaven namen eveneens toe, maar minder hard dan de inkomsten. Van de 14 miljard euro die overbleef, is 11 miljard euro gebruikt om de staatsschuld te verlagen. Daarnaast zette de overheid geld opzij op deposito’s en werd onder meer geïnvesteerd in een aandelenbelang in Air France-KLM.
ANP