In opstand gaan ze komen, naar Brussel zullen ze trekken. En naar Den Haag. En naar waar dan ook, want ze zijn wakker. Althans, ze vinden van zichzelf dat ze wakker zijn. Verzamelen blazen ze in krochten van debiliteit beter bekend als Facebookgroepen. Die krochten bevinden zich in een grottencomplex, aan de rand van het Land van Ooit, waar zich tevens de protocollen van de wijzen van Zion bevinden. Daar etaleren ze naast een schrijnend analfabetisme een premodern geloof in kobolden en toverkollen, duivels en complotten.
Hun gelederen worden gespijsd met half-geschoolden en compleet zwakzinnigen. Aanvoerders van dit leger miserabelen zijn driekwart-geschoolden met een psychiatrische stoornis en teveel fantasie. Na jarenlange research – ze gebruiken met graagte het woord ‘research’, dat veel intelligenter klinkt dan ‘onderzoek’ – kwamen ze tot de conclusie dat ze al heel hun leven bedrogen worden. Bedrogen worden ze door ‘ZE’. Die ‘ZE’ betreft een niet nader gedefinieerd amalgaam van mensen die wél kunnen lezen en schrijven. Dat zich onder die ‘ZE’ ook minder aangename figuren bevinden, spreekt voor zich. Egoïsten, malafide mensen en postjesjagers vind je namelijk overal, in alle gelederen van de maatschappij. Maar als verongelijkte fantast zonder culturele bagage houdt het geen pas je onledig te houden met het zoeken naar nuances. Een binair brein eist een binaire wereld, een wereld met Goed en Kwaad. En dat Kwaad, ‘c’est les autres’.
De iets meer geschoolden bezitten de status van een soort goeroe onder de mentaal uitgedaagden. Hun diepere lezing van sciencefictionboeken, de Bijbel en Mastermedium.nl tilde hen naar die verheven positie van Wijze onder de Dommen. In kleermakerszit gezeten op een zuil debiteren deze bodhisattva’s-van-het-zevende-knoopsgat hun sprookjes. De luisteraars, wier hoofden meer water bevatten dan de Ganges lijken, eten en ademen de wijsheden als waren het vijfgangenmenu’s en helium. Hun ‘zijn’ krijgt plots betekenis. In de slipstream van de goeroe worden ze opgetild uit hun dagelijkse domheid. Ze gaan leviteren en bereiken hun eigen Nirvana. Ze gaan op in het Al.
*
Tijden zoals deze, waarin rampspoed de mensheid eens te meer in haar tijdloze klauwen heeft, werken zoals een pot honing op de tuintafel in augustus. Eerst een, dan twee, vervolgens enkele en na een paar minuten heler zwermen wespen cirkelen er rond. Ze verlustigen zich aan de zoetheid, willen er hun deel van. Net zo komen vanuit de spelonken der samenlevingen figuren tevoorschijn die anders aan de toog van het café, in hun zetel voor Goede Tijden Slechte Tijden, of op het strand in Lloret de Mar Heineken liggen slurpen, uit hun holen gekropen.
Aangetrokken door de honingzoete vertellingen van geschifte huisvrouwen met teveel tijd blazen ze verzamelen tussen hun gelijken. Ze marineren er, groeien aan elkaar en vormen een symbiotische levensvorm. Zodanig zelfs dat het lijkt alsof ze de énige levensvorm zijn die nog bestaat. De Goede levensvorm. En dat er naast hun organisme enkel een ander organisme leeft, een Slecht organisme, een organisme dat het op hún organisme heeft gemunt.
En daar heb je ze: Wij en Zij. Wij, het volk en Zij, de elite. En niks anders!
En toen ging het licht uit.