Op 22 januari schreef de Amerikaanse senator Tom Cotton dat het dringend geboden was om vliegverkeer tussen China en de VS stop te zetten. Twee dagen later liep hij weg uit een maar al te voorspelbare vergadering over het impeachment van president Donald Trump om in het Witte Huis zijn pleidooi te herhalen voor de president.
Een paar dagen later besloot Trump om vluchten uit China streng te beperken, tegen het advies van zijn ambtenaren. Trump krijgt iedere dag emmers kritiek en modder over zich heen, maar deze vroege beslissing was prudent en wijs, daarmee heeft hij tijd gewonnen en levens gespaard. Een journalist vroeg senator Cotton hoe hij aan dat inzicht kwam:
“Ik ben geen medicus of wetenschapper,’ zei de senator. Maar ik volg nieuwsbronnen uit Oost-Azië.”
Het is erger dan tragisch dat het RIVM, CEO Dick Benschop van Schiphol en de Haagse autoriteiten in Nederland niet in staat lijken te zijn om die nieuwsbronnen ook te volgen. Eerder deze week beweerde het RIVM opnieuw dat er weinig nuttigs viel te leren in Oost-Azië omdat de omstandigheden daar zo anders zijn.
En het is crimineel dat het RIVM nog steeds leugens verspreidt over het nut van maskers. Het kan natuurlijk niet waar zijn dat maskers overbodig zijn om besmetting te verminderen op Schiphol en in de supermarkt, maar cruciaal zijn om besmetting te verminderen in het ziekenhuis. Straks is Nederland het laatste land in Europa dat maskers niet verplicht stelt bij een trip naar de supermarkt.
Uw correspondent gaat een keer per week naar de supermarkt. De bewaking laat niemand binnen zonder masker en de klanten moeten wachten – op 2 meter van elkaar – omdat de supermarkt maar weinig mensen tegelijk binnen wil laten. Op weg naar huis even gestopt bij het Shell-benzinestation: hetzelfde protocol.
De lokale krant heeft op de website een bericht over elke patiënt die overlijdt met geanonimiseerde informatie over de relatie met andere patiënten. Zo weet iedereen in Maleisië dat het Ministerie van Volksgezondheid bij elk nieuw ziektegeval de contacten van de patiënt traceert, waarschuwt, en waar nodig isoleert. Dat zal allemaal niet perfect zijn, onder andere omdat mensen elkaar kunnen aansteken voordat ze symptomen vertonen. Maar het is onvergelijkbaar beter dan de situatie in Nederland.
Het vliegveld van Kuala Lumpur is gesloten, behalve voor Maleisische burgers die terugkeren naar hun vaderland, en die moeten twee weken in quarantaine. Vanaf zondag niet meer op hun erewoord, maar in een eenpersoonskamer in een door de regering geregeld hotel.
Andere landen in de regio geven hun terugkerende staatsburgers een enkel-armband mee of een verplichte app op hun telefoon zodat de overheid kan controleren of zij zich aan de quarantaine houden. Ik zie niets wat daar op lijkt op de website van Schiphol: geen masker, geen controle, geen quarantaine. Alle landen in Oost-Azië zetten zich in om besmettingen te voorkomen van terugkerende landgenoten; Nederland is de onbegrijpelijke uitzondering.
Nederland loopt zo verschrikkelijk achter omdat het RIVM ons aanpraatte – met een misdadig model zonder up-to-date inputs uit andere landen – dat de besmettingen zich in een rustig tempo moesten uitbreiden tot 60 procent van de bevolking, omdat het virus dan zou uitsterven door een gebrek aan nieuwe slachtoffers. Die strategie werd alleen in Engeland en in Nederland aangehangen tegen alle waarschuwingen in vanuit Oost-Azië. Intussen heeft Engeland een nieuwe topadviseur aangesteld.
Hier zijn drie redenen om ook in Nederland de foute strategie om mikken op 60 procent infecties te schrappen en – net als in Oost-Azië – in te zetten op maximale bescherming met mondkapjes, maximale isolatie in een éénpersoonskamer en maximaal testen:
Reden 1. Er is een goede mogelijkheid dat HCQ (hydroxychloroquine) met azithromycin en zink helpt indien tijdig ingenomen. Alle ingrediënten kunnen snel worden geproduceerd en we weten van 50 jaar gebruik tegen malaria dat HCQ veilig is voor bijna iedereen. Als dit combo-medicijn inderdaad helpt tegen het virus, kunnen in mei alle Nederlanders zonder extra risicofactoren zoals overgewicht en hoge bloeddruk weer aan het werk. Binnen één of twee weken weten we of de vele positieve (maar nog anekdotische) berichten – en de even veelzeggende afwezigheid van negatieve berichten – worden bevestigd door grootschaliger onderzoek.
Reden 2. Overal – ook in Nederland – vinden al tests plaats met antilichamen tegen het virus. Een vaccin (je bent beschermd en krijgt de ziekte niet) laat nog maanden op zich wachten; antilichamen (het lichaam krijgt hulp om een beginnende infectie te overwinnen) komen binnen bereik. In combinatie met universeel testen kan dat de pathologie en de economie van de crisis gigantisch verbeteren.
Reden 3. Er zijn sterke aanwijzingen dat het virus het meest gevaarlijk is bij een buitentemperatuur tussen 5 en 11 graden, en dat lijders aan het virus veel meer kans hebben van overleven bij hoge temperaturen – niemand weet nog hoe dat kan, maar de cijfers zijn overtuigend. In Nederland is de gemiddelde temperatuur in maart ongeveer 6 graden en dat is in de gevaarlijkste zone. In landen met een gemiddelde temperatuur in maart van 15 graden was het sterftecijfer volgens berekeningen van Alpine Macro vier keer lager dan in de landen – zoals Nederland – met een temperatuur in de gevaarlijke bandbreedte. In Nederland zal in mei bij de gemiddelde temperatuur voor die maand van 13 graden het virus al twee derde van zijn dodelijke kracht verliezen. Er is hoop, maar RIVM, Schiphol en Den Haag moeten sneller leren van andere landen.
Volgende week weten we weer meer. Ik houd u op de hoogte.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week.