Terwijl Israeli’s en Palestijnen zij aan zij vechten om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, grijpt Liesbeth Zegveld deze pandemie aan om in De Volkskrant feitenvrij stemming te maken tegen de Joodse staat. De coronapandemie zorgt ervoor dat Israëli’s en Palestijnen nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan. Om maar een paar voorbeelden te noemen: Israël en de Palestijnse Autoriteit hebben een gezamenlijk commandocentrum opgezet om het virus te bestrijden, Israëlische topdokters organiseren trainingen voor hun Palestijnse collega’s en tienduizenden Palestijnen die in Israël werken krijgen tijdelijk onderdak zodat ze niet heen en weer hoeven te reizen.
De samenwerking leverde Israël eind vorige maand nota bene een compliment op van de Verenigde Naties, een organisatie die toch bekendstaat als bijzonder kritisch op Israël. Volgens VN-gezant Nickolay Mladenov wordt er “excellent, nauw en constructief” samengewerkt, waardoor het virus beter ingedamd kan worden. Een van de voorbeelden die Mladenov noemde is het feit dat Israël het medisch personeel makkelijk maakt om van en naar de Westoever en Gazastrook te reizen.
Desondanks vond Liesbeth Zegveld het nodig om afgelopen vrijdag de coronapandemie op cynische wijze uit te buiten in haar niet-aflatende kruistocht tegen de enige Joodse staat. Zegveld, bekend van haar vele (maar weinig succesvolle) rechtszaken tegen alles wat Israëlisch is, roept minister Blok op om Israël onder druk te zetten om “de blokkade van Gaza op te heffen”. De humanitaire situatie in Gaza is inderdaad zorgwekkend, maar Zegveld verzuimt voor het gemak te vermelden wat de achtergrond hiervan is.
Sinds Israël zich in 2005 volledig terugtrok uit de kuststrook en Hamas de macht greep, schoten radicale Palestijnse terreurgroepen tienduizenden raketten af op Israël. Tot op de dag van vandaag wordt Israël door de Gazastrook bedreigd. Zelfs de huidige wereldwijde crisis weerhoudt Palestijnse terreurgroepen er niet van hun gewapende strijd tegen Israël voort te zetten: op 27 maart werd er nog een raket afgevuurd op de stad Sderot, en er wordt met meer aanvallen gedreigd.
Het is dan ook begrijpelijk dat Israël – evenals Egypte, waar Zegveld ook al over zwijgt – de grens met de Gazastrook streng controleert. Medische hulpmiddelen, evenals andere goederen die niet door terreurgroepen kunnen worden misbruikt, worden echter gewoon doorgelaten. In een gemiddelde week in maart liet Israël bijvoorbeeld ruim tweeduizend vrachtwagens met bijna 70.000 ton aan hulpgoederen door. Op 2 april bracht Israël nog eens 1500 corona-testkits naar Gaza, na eerder al beschermingsmiddelen te hebben gestuurd. In tegenstelling tot Egypte, dat vrijwel nooit de grens opent voor goederen, doet Israël dit uit compassie met de gewone Palestijnen in Gaza.
Anders dan wat Zegveld beweert, is het namelijk nog maar de vraag of Israël op grond van het internationaal humanitair recht gehouden is de Palestijnen in dit vijandige gebied te helpen. De claim dat Israël Gaza nog steeds zou bezetten is namelijk zeer dubieus. Volgens vooraanstaande rechtsgeleerden, maar tevens het Israëlische Hooggerechtshof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), kan daar alleen sprake van zijn als Israël de effectieve controle – boots on the ground – zou hebben in Gaza. Hoewel Zegveld het anders wil laten lijken, is de door sommige eenzijdige internationale organisaties gepropageerde functionele benadering van het recht van bezetting zeker geen gemeengoed.
De cynische wijze waarop Liesbeth Zegveld iedere mogelijkheid uitbuit om Israël neer te zetten als zogenaamde schender van het internationaal recht komt de gewone Palestijnen in Gaza bovendien niet ten goede. Zolang er geen vrede is kan Israël het zich immers niet veroorloven om de blokkade op te heffen. Van vrede kan pas sprake zijn als de terreurgroepen in de strook hun droom van de vernietiging van de Joodse staat opgeven.
Daar is voorlopig geen sprake van. Afgelopen donderdag dreigde Hamas nog met een nieuwe Holocaust. Als er een tekort aan beademingsapparatuur ontstaat in Gaza zegt de terreurgroep ervoor te zullen zorgen dat “zes miljoen zionisten niet kunnen ademen”. Over deze genocidale retoriek, een van de grootste obstakels voor vrede, horen we activisten als Zegveld echter nooit.