Nederlandse theaterproducenten zijn woest op het kabinet. Cultuurminister Ingrid van Engelshoven maakte woensdag bekend de cultuursector te helpen in de coronacrisis met een steunpakket van 300 miljoen euro. Maar deze financiële injectie is volgens hen alleen bedoeld voor de gesubsidieerde theaters en culturele instellingen, die een minderheid vormen.
Grote vrije producenten als Stage Entertainment, SENF, Hans Cornelissen en Rick Engelkes, goed voor bijna driekwart van alle theatervoorstellingen, kunnen nauwelijks aanspraak maken op de regeling. Zij kunnen wat geld lenen van de overheid, maar weten niet of ze volgend seizoen wel kunnen spelen in zalen om het geleende geld terug te verdienen.
“Uit de plannen van het ministerie en minister Van Engelshoven blijkt weinig kennis van problemen van het deel van de cultuursector dat niet gesubsidieerd wordt”, stelt voorzitter Boris van der Ham van de Vereniging Vrije Theater Producenten (VVTP). “De geboden kredietmogelijkheid is veel te gering.” Hij roept de Tweede Kamer op in te grijpen en te zorgen dat er na de zomer in de theaters nog wel voorstellingen te zien zijn.
Anp