Zorgbrancheorganisatie ActiZ haalt hard uit naar het kabinet, dat volgens de organisatie “gevaarlijke onduidelijkheid” laat bestaan over de inzet en beschikbaarheid van mondmaskers en andere beschermingsmiddelen in de ouderenzorg. ActiZ is “verbijsterd over het gebrek aan duidelijkheid en perspectief” en roept de Tweede Kamer op tot actie.
“De onrust onder zorgmedewerkers in verpleeghuizen en in de wijkverpleging neemt de laatste weken toe vanwege doorgaande besmettingen en de vele verhalen die de ronde doen over de oorzaken daarvan”, schrijft ActiZ, dat bijna 400 organisaties vertegenwoordigt, met 380.000 medewerkers.
Volgens de brancheorganisatie zijn in instellingen buiten de ziekenhuiszorg veel meer beschermingsmiddelen nodig dan nu voorhanden zijn. Die moeten ook preventief ingezet kunnen worden, zegt bestuurslid Conny Helder. ActiZ vindt dat in de richtlijn van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu over het gebruik van beschermingsmiddelen “rekening moet worden gehouden met de toenemende gevoelens van onveiligheid onder zorgmedewerkers”. “Het kan niet zo zijn dat medewerkers thuisblijven uit angst”, aldus Helder.
Het beleid is tot nog toe om zuinig om te springen met de schaarse beschermingsmiddelen. In de eerste weken van de corona-uitbraak in Nederland kregen ziekenhuizen voorrang en hadden veel verpleeghuizen en andere instellingen het nakijken. Inmiddels worden mondmaskers en andere hulpmiddelen zoals schorten en beschermende brillen centraal ingekocht en verdeeld. Verpleeghuizen komen daardoor sneller in aanmerking. Deze week verwacht het ministerie van Volksgezondheid de levering van in totaal zo’n 6 miljoen mondmaskers.
Volgens ActiZ zijn de beschermingsmiddelen des te harder nodig wanneer weer bezoek wordt toegestaan aan mensen in verpleeghuizen. “Dat is een voorwaarde om zodra het kan verpleeghuisbewoners weer echt contact te laten hebben met hun familie en naasten.”
ANP