Roderick Veelo – Claudia de Breij & BN’ers vertrouwen op zegeningen van moraliserende samenleving

01-05-2020 12:15

Het nieuwe D66-logo.

De cabaretiers Dolf Jansen en Claudia de Breij, actrice Babette van Veen, zanger Jan Rot, schrijvers Mensje van Keulen en Jan Siebelink en nog een groot aantal andere bekende en minder bekende Nederlanders willen dat ondernemers een ander deuntje gaan zingen. Een duurzamer deuntje.

Zij hebben een oproep hiertoe ondertekend, die is opgesteld door onder andere journalist Jeroen Smit en financieel geograaf Ewald Engelen. De auteurs stellen dat het klimaatprobleem en de kloof tussen arm en rijk om een andere economie vraagt. Wat zeg ik? Om een andere economie schreeuwt.

Daarom moet het ondernemen socialer, rechtvaardiger en duurzamer. De coronacrisis biedt volgens hen de unieke mogelijkheid voor overheden om dat af te dwingen. Te beginnen in Nederland. Grote en kleine bedrijven liggen aan de beademing van de overheid, dus er valt wat te onderhandelen.

Als uitgangspunt nemen Smit en Engelen dat er goede en slechte bedrijven zijn.

Volgens hen betalen ‘goede’ bedrijven netjes belasting. Zij doen aan sociale rechtvaardigheid, houden rekening met alle belanghebbenden (dus niet alleen aandeelhouders) en leveren met hun producten en diensten een bijdrage aan een veilige en duurzame toekomst.

‘Slechte’ bedrijven doen dat allemaal niet. Zij ontwijken belastingen en focussen op het belang van de aandeelhouders.

De auteurs vinden dat de overheid en de samenleving vanaf nu de goede en slechte bedrijven verschillend moeten behandelen. Bijvoorbeeld: de leningen die nu aan ‘goede’ bedrijven worden overgemaakt mogen omgezet worden in giften; ‘slechte’ bedrijven moeten de lening terug betalen en zijn daarna uitgesloten van verdere hulpprogramma’s.

Sterker, bedrijven die het alleen om geld verdienen gaat, hebben volgens de auteurs, geen bestaansrecht meer. In de nieuwe sociale en duurzame economie is geen plaats voor ‘slechte’ bedrijven.

Ondernemen in de post-corona wereld gaat niet over waar de markt om vraagt, maar waar de wereld wat aan heeft. Gelijkheid in het vizier, omkijken naar de concurrent en de hebzucht begraven.

Hoewel er nogal wat af te dingen valt op dit utopische beeld, wordt er in de brief ook nuchter vastgesteld, dat het van de gekke is, dat bedrijven die belastingafdracht ontweken nu hun hand ophouden bij de mensen die wel belasting betaalden.

En dat de reden voor die hulpvraag is, dat bedrijven (zoals Booking.com) met hun winst geen buffers hebben aangelegd voor mindere tijden. In plaats daarvan zijn de winsten gespendeerd aan dividend en het inkopen van eigen aandelen, om de koers nog verder op de drijven.

Belastingafdrachten en crisisbuffers (zoals nu bij de banken) zouden blijvende voorwaarden voor overheidshulp kunnen zijn voor ondernemers in noodsituaties als deze. Prima plan.

Maar het pleidooi van Smit en Engelen gaat veel verder en stuurt aan op een hele nieuwe economie. Een circulaire, inclusieve en duurzame economie.

Maar wie bepaalt er in die economie wat goede en wat slechte bedrijven zijn? Nota bene in een land dat onderdak biedt aan talloze bedrijven op de vlucht voor de fiscus.

Om het kaf van het koren te scheiden stellen de auteurs een ‘beoordelingsmechanisme’ voor. Dat moet een autoriteit zijn die ondernemingen langs de meetlat van de sociale, rechtvaardige en duurzame economie legt.

Bestaansrecht of geen bestaansrecht? Na de meting volgt het beraad en dan het oordeel. Kunnen ondernemers, na een slechte beoordeling, nog in beroep bij het ‘beoordelingsmechanisme’? Of valt er over de uitslag niet te corresponderen?

Sociale rechtvaardigheid is een mooi criterium. Maar ook een ruim begrip, dat voor veler uitleg vatbaar is. Onder de vlag van sociale rechtvaardigheid zijn er de afgelopen jaren ontelbare agressieve campagnes gevoerd op sociale media en op straat. Aan welke versie van sociale rechtvaardigheid moeten de bedrijven zich gaan houden in het plan van de auteurs?

En wat is duurzaam? Heeft de KLM wel recht op een ic-plek van de overheid? ‘Nee’, twitterde Ewald Engelen, ‘voor vliegverkeer is er geen plek meer in een duurzame wereld’. Maar collega-auteur Jeroen Smit staat hierin lijnrecht tegenover Engelen en vindt dat de luchtvaartmaatschappij juist wel gered moet worden.

En zijn oliemaatschappijen aan het verduurzamen of doen ze maar alsof? En wat vindt het ‘beoordelingsmechanisme’ van ondernemers die elders gebieden ontbossen, om de bomen hier als biomassa op te stoken?

En hoe komen we achter de motieven van de ondernemers in de nieuwe economie? Gaat het hen echt om een bijdrage aan de samenleving of toch om geld verdienen? Bij hoeveel winst word je als ondernemer verdacht? Wanneer raak je je bestaansrecht kwijt?

De auteurs vertellen hoe het beter moet, maar komen niet toe aan de consequenties voor het vrije ondernemerschap.

Nog een paar vragen. Kunnen bedrijven kapitaal blijven ophalen op de beurs? Om te groeien bijvoorbeeld, met geld van grote en kleine beleggers. Die hun kapitaal beschikbaar stellen met de bedoeling om winst te maken. Is er in het plan eigenlijk nog wel een aandelenbeurs?

De coronacrisis blijkt al weken een vruchtbare bodem voor overdenkingen hoe dingen anders moeten. Daarbij vallen altijd termen als ‘sociaal’, ‘rechtvaardig’, ‘inclusief’ en ‘duurzaam’. Cliché’s, hoopvol en vaag genoeg om er je handtekening onder te zetten.

Deze auteurs vertrouwen op de zegeningen van een moraliserende samenleving, die alles wat ongelijk is gelijk maakt, wat oneerlijk is rechtvaardig maakt en wat verspilling is duurzaam maakt.

Dat daarbij de economie en de vrije samenleving gebukt gaan onder een knoet die bepaalt wat goede en wat foute ondernemers zijn, nemen de cabaretiers, de schrijvers en de rest van de ondertekenaars op de koop toe.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.