In de nacht van 9 op 10 mei begon de opmars van het Duitse 18e Leger. De aan het 18e Leger toegevoegde 1ste Cavalerie-divisie viel Groningen binnen. Het 10e korps viel het midden van ons land aan met twee infanteriedivisies en twee SS regimenten richting de Grebbeberg op de lijn Arnhem-Westervoort, Doesburg, Zutphen en Deventer. De spitsen, soms met pantsertreinen, moesten een aantal bruggen over de IJssel onbeschadigd innemen. Zuidelijk van deze opmars trok het 26e korps op met twee infanteriedivisies (plus twee in reserve), twee SS regimenten en de toegevoegde 9e pantserdivisie. Deze strijdmacht moest de stellingen in Brabant doorbreken en oprukken richting Rotterdam-Den Haag om contact te maken met de daar gelande fallschirmjägers van generaal Student. Zijn regimenten van de 7e Flieger Division sprongen om de Moerdijkbruggen en de bruggen bij Dordrecht en Rotterdam te veroveren. Eenheden van de 22e luchtlandingsdivisie landden rond Den Haag. In het noorden van ons land trok de Duitse cavaleriedivisie richting de Afsluitdijk. Eenheden van de Luftwaffe stegen op om bij het eerste licht met name onze vliegvelden aan te vallen.
Aan het Maas-Waal kanaal door 4.7 cm pag stukgeschoten Sd.Kfz 231 (foto: zuidfront-holland1940)
De eerste aanvallen werden uitgevoerd door Kampf-Geschwader 4 met circa 90 Heinkel He-111s en Kampf-Gruppe 30 met 28 Junkers Ju-88s, geëscorteerd door Me 109 en Me 110 jagers van Jagd-Geschwader 3, 26, 27 en 51. De aanvallers bombardeerden en beschoten de vliegvelden Bergen, Schiphol, Valkenburg, Ypenburg, Waalhaven en de marinevliegvelden De Vlijt op Texel en De Kooy bij Den Helder, waar mijn vader zijn vuurdoop onderging als zeemilicien-vliegtuigmaker. Op Bergen werden elf vreedzaam netjes opgelijnde G-Is vernietigd of beschadigd. Naast vliegvelden werden er kazernes en barakken aangevallen.
Hier ondervond de Duitse cavaleriedivisie alleen weerstand van de vijf grensbataljons (GB’s) in Groningen en Friesland. De GB’s bliezen vele bruggen op en leverden soms vertragingsgevechten. Een reden waarom de oprukkende Duitse cavaleriedivisie pas op 12 mei bij de Wonsstelling -een voorpost van de Afsluitdijk- arriveerde.
Net als elders, er klommen geen als kleuterjuf verklede SS’ers over grenshekken noch daalden er nonnen met Schmeissers neer, zoals mij bijstaat wat de meester op school vertelde. Wel waren er soldaten verkleed in Nederlandse uniform om bruggen bij verrassing in te nemen. Niet zelden met een pantsertrein achter hen om na het innemen van de brug de troepen in de treinen snel diep achter(in) onze stellingen te droppen. In bijna alle gevallen mislukten dergelijke listen en werden de meeste bruggen tijdig opgeblazen (tot in Maastricht toe). Bij sommige bruggen werd al-dan-niet vanuit kazematten hard gevochten om de alternatieve oversteek van Duitse troepen in (rubber)boten te stoppen. Hoewel sommige kazematten een (oud) kanon hadden, moesten ze de verdediging voeren zonder artillerie- of luchtsteun. De Duitse artillerie kon zo ongestoord inschieten op de Nederlandse kazematten en deze uitschakelen. Ondanks dat de Duitsers hier en daar werden opgehouden en te maken kregen met lokaal soms felle weerstand (o.a. bij Zutphen), naderde de Duitse voorhoede de avond van de 10e mei onze centrale verdedigingsspil, de Grebbeberg.
Bij kijkopzutphen.nl en veteranen-online.nl meer over gevechten rond zo’n brug. Waar bij grebbeberg.nl dieper op wordt ingegaan.
Van grebbeberg.nl: ‘De eerste hoofdweerstand van het Nederlandse veldleger lag in de stelling die liep van het IJsselmeer tot aan Weert. In het noordelijke deel – van het IJsselmeer tot aan de Rijn – heette dit de Grebbelinie (of Valleistelling). Tussen de Rijn en de Waal heette het de Betuwestelling, tussen Waal en Maas de Maas-Waalstelling en van de (Bergsche) Maas tot aan Weert de Peel-Raamstelling (map aanval grebbeberg)
Zuidelijker viel alleen de brug bij Gennep in Duitse handen. Vanwege de opblaaswoede kwam er slechts één pantsertrein door, gevolgd door troepentreinen. Zowel het Duitse opperbevel als de Nederlandse troepen hadden aanvankelijk niet door dat deze pantsertreinmissie geslaagd was en dat er Duitse troepen achter onze linies zaten. Nadat de verraste Nederlanders doorkregen wat er was gebeurd, wist men de pantsertrein te laten ontsporen en ontstonden er zware gevechten rond Mill.
De Peel-Raamstelling, waar de Mill-positie onderdeel van was, sloot echter niet aan bij Belgische linies. Een reden waarom opperbevelhebber generaal Winkelman deze stelling, en de Maas-Waalstelling, niet als hoofdweerstandslijnen beschouwde (in tegenstelling tot zijn voorganger). Daarom beval Winkelman ‘s avonds op de 10e mei om van dit front terug te trekken.
Met deze terugtrekking reeds in het achterhoofd, en sinds de vroege ochtend (05:00 uur) min-of-meer op de hoogte van de dreigende situatie bij Mill, werd het 2e Regiment Huzaren ter versterking naar Mill gedirigeerd om een terugtrekking te beveiligen. Het heette regiment, maar het 2e R.H was een motorfietseenheid ter grootte van een klein bataljon. Bij Mill aangekomen leverden de huzaren samen met de aanwezige verdediging de rest van de 10e mei gevechten met Duitse troepen. In de vroege avond volgden Luftwaffe aanvallen, maar hoewel er posities verloren gingen was er geen sprake van een grote Duitse doorbraak, en kwam de terugtocht van onze 3e Legerkorpseenheden niet in gevaar.
Geschutsopstelling Rivierbatterij No.1 op de Bandijk aan de Waal (foto: grebbeberg.nl -collectie Jonasse)
Meer zuidelijk, waar de lichte bataljons van de Peeldivisie samen met onder meer GB‘s langs de Maaslinie hun best deden, ondervond het Duitse leger een op het oog behoorlijke tegenslag daar de Maasbruggen grotendeels succesvol werden opgeblazen. Na gevechten bij onder meer Mook, Venlo en Roermond, en gevechten in en rond Maastricht, trok het Duitse leger door Limburg België binnen. Het verlies van de bruggen leverde ze uiteindelijk één, misschien twee dagen vertraging op in het overzetten van zwaar materieel. Soms betekent twee dagen vertraging oplopen het verlies van een slag of oorlog, soms -helaas- niet.
Meer verslagen en analyses over de strijd in Limburg, Maastricht en aan de Maas bij: maaslinie-mei1940.nl. Bij zuidfront-holland1940.nl uitvoerige verslagen van de voor beide partijen soms zeer verwarrende strijd rond Mill (plus meer over de gebruikte pantsertreinen). Een strijd gekenmerkt door communicatieproblemen. Ook aan Duitse zijde.
Verlaten 6 veld aan de Zuid-Willemsvaart (foto’s: grebbeberg.nl)
Vernielde Duitse artillerietrekker
In het achterland werden bij de Moerdijkbruggen en het Eiland van Dordrecht een bataljon Duitse para’s gedropt. Hier en daar kregen ze direct met luchtafweer en tegenstand te maken. Ook op Waalhaven landde een bataljon en raakte direct in gevecht. Om 05:00 uur streken twaalf Heinkel He-59 watervliegtuigen op de Nieuwe Maas neer en de ruim honderd man in rubberboten hieruit, bezetten de Maasbruggen. Later kwamen er para’s bij ter ondersteuning. Vanaf Waalhaven bereikten para’s het Noordereiland.
Ondanks de warrige bevelsstructuur en slechte voorbereiding op een mogelijke aanval door parachutisten, kon er dankzij gedurfde initiatieven van enkele officieren en onderofficieren, aangevuld met improvisatie en moed toch redelijk snel tegenstand worden georganiseerd. Hier en daar met nogal bijeengeraapte eenheden waarin sommigen pas net hadden geleerd hun puttees te winden. Deze soms ad-hocs wisten de bruggen onder vuur te nemen en voorkwamen dat de Duitse para’s van Waalhaven aansluiting kregen met de noordoever. De noordoever werd na zware gevechten later op de dag door de mariniers bereikt. Om te voorkomen dat de bruggen in handen van de Duitsers bleven, kwam ook de marine in actie. De torpedobootjager van Galen, die al Ju 52s op het strand had beschoten, werd hierbij zwaar beschadigd.
1e Regiment Huzaren Motorrijders in luchtafweer-modus (foto: mei1940.nl)
Rond Den Haag landden tientallen Ju 52s op de vliegvelden Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg voorafgegaan door een bataljon para’s. Hoewel de verdediging wat haperend op gang kwam braken er al snel felle gevechten uit en raakte de luchtafweer ingeschoten. Vanwege de verliezen in de lucht en op de grond landde een deel van de Ju 52s noodgedwongen op het strand. Ondanks de aanvankelijke verrassing en chaos wisten de inmiddels versterkte en wat strakker georganiseerde Nederlandse troepen in de loop van de 10e mei de vliegvelden te heroveren. De ongeveer vijfduizend Duitsers in het gebied, meest para’s, werden in het defensief gedrongen.
Gedetailleerde gevechtsverslagen bij www.mei1940.nl, waaronder een strijdverslag van het 1e Regiment Huzaren Motorrijder.
Zo zag je ze wel vaker die dagen (foto: mei1940.nl)
Bij de eerste luchtaanvallen werden veel toestellen van de LVA op de grond vernield. De rest bond de strijd aan in de lucht. Zelfs de twaalf T-V bommenwerpers van Schiphol, waar er vier al op de grond sneuvelden, deden mee. Mogelijk schoten T-Vs de eerste dag twee Duitse jagers neer (Hugo Hooftman -Van Brik tot Starfighter). In ieder geval voerden een paar van de handvol T-Vs (16 afgeleverd) luchtaanvallen uit op gelande Duitse eenheden. Ook probeerden ze tevergeefs de Moerdijkbruggen te vernielen. Van de circa acht T-Vs die strijd voerden de eerste dag, waren er ‘s avonds nog maar twee over. De lucht zat vol Messerschmitts. Wat onze D-XXIs eveneens ervaarden. Desondanks haalden ze drie 109s neer. Aan het eind van de dag waren er door verliezen in de lucht en op de grond echter nog maar acht van de 29 over die ‘s morgens vliegklaar stonden (Hooftman).
De JaVa’s met de G-I werden het hardst getroffen. Van de 3e JaVa op Waalhaven wisten acht van de tien op te stijgen om slag te leveren (Hooftman houdt het op 14 kills voor de G-I die dagen). Helaas gaan alle toestellen van de 3e JaVa door meerdere oorzaken verloren. Vanaf Bergen wist slechts één G-I aan de Duitse luchtaanval op het vliegveld te ontsnappen. De Northrop 8As werden kansloos als jager toch de lucht ingestuurd. En neergeschoten. C-Vs en C-Xs vlogen verkenningsmissies, beschoten her en der Duitse troepen en wierpen hun kleine 25-50 kilo bommen af. Ondanks het hoge 109-gehalte van de lucht, wisten de meeste van deze oudjes in leven te blijven dankzij ‘hu-bo-be’ tactieken. Zeer laag over huisje-boompje-beestjes vliegen werd die dagen de norm voor deze open tweedekkers.
Bij bhummel veel meer over de LVA in de meidagen van ’40.
Het is een hete dag geweest met zware verliezen, vooral in de lucht. De luchtlandingen verliepen echter, laten we zeggen, niet volledig naar wens voor de Duitsers. Ook zijn er geen grote Nederlandse eenheden omsingeld, wat de Polen en Fransen, en later vooral de Russen vaak overkwam. 11 mei zal spannend worden…
Dit is een repost. Deel 1: 9 mei 1940.