Femke Merel van Kooten-Arissen is een prima Tweede Kamerlid. Dat was zij toen ze nog actief was voor de Partij voor de Dieren en dat bleef zij nadat ze zich had aangesloten bij 50Plus. Zij zal ook een goed Kamerlid zijn als zij ooit gekozen wordt voor de Partij voor de Toekomst. Toch hebben haar recente politieke bokkensprongen iets vreemds. Hier klopt iets niet. Van Kooten-Arissen groeide op in de links-idealistische Partij voor de Dieren, maar kiest nu partij voor oud-VVD’ers Geert Dales en Henk Krol. Dales was raadslid, wethouder en burgemeester voor de VVD, Krol begon zijn politieke carrière ooit als fractievoorlichter van de VVD in de Den Haag.
Iedere politicus heeft een ideologie. Dat te willen loochenen is net zoiets als het ontkennen van het weer. Ik merk het als ik in debat ga met politici van andere partijen. Dingen die in je eigen partij vanzelfsprekend zijn moet je opeens uitleggen. Dezelfde woorden blijken een andere betekenis te hebben. Als ik met VVD-Kamerleden spreek over ‘vrijheid’, dan bedoelen zij daarmee individuele keuzevrijheid, terwijl ‘vrijheid’ voor mij eerlijke kansen is voor zoveel mogelijk mensen. Als ik met GroenLinksers spreek over ‘solidariteit’, dan gaat het over de betrokkenheid met mensen elders in de wereld, maar minder over de verbondenheid met de bewoners in andere buurten van de stad.
De problemen in DENK en 50Plus hebben te maken met persoonlijke tegenstellingen, maar daar onder liggen ook ideologische verschillen. Tunahan Kuzu is een sociaaldemocraat en Selçuk Öztürk een Turkse nationalist. Dat zijn politieke werelden in de partij die onvermijdelijk moesten botsen, nog los van de persoonlijke geschillen. Bij 50Plus zag ik een meer sociaaldemocratische bloedgroep die afkomstig is uit de PvdA, zoals oprichter Jan Nagel en fractievoorzitter Corrie van Brenk, met daarnaast de liberale vleugel van voormalige VVD’ers, onder wie Geert Dales en Henk Krol. Ook de conflicten in deze partij gaan dieper dan alleen een aantal botsende ego’s.
Een Kamerzetel is van het Kamerlid en niet van de politieke partij. Toen in 1848 de verkiezing van de Tweede Kamer werd vastgelegd waren er nog geen politieke partijen. Alle politici werden als individu gekozen. Al snel gingen Kamerleden met dezelfde opvattingen zichzelf verenigen en daaruit ontstonden later de politieke partijen. Van liberalen en christenen en socialisten, in allerlei soorten en maten en kleuren. Dat verenigen rond ideeën gebeurde niet alleen om meer helderheid te bieden aan de kiezers, maar ook om onderling een betere samenwerking mogelijk te maken. Bij de partijen sloten zich mensen aan met hetzelfde mens- en wereldbeeld, of dezelfde ideologie.
De laatste jaren zien we allerlei partijen zonder heldere beginselen, maar meer als behartigers van specifieke belangen. Voor de dieren, of voor de migranten, of voor de ouderen. Maar binnen die partijen blijken mensen een andere politieke bril te hebben, of een andere ideologie. Dat zal altijd leiden tot spanningen, omdat mensen toch een heel andere politieke kijk hebben. Dat gold voor Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk bij DENK en ook voor Jan Nagel en Geert Dales bij 50Plus. Dat trof ook Thierry Baudet en Henk Otten bij Forum voor Democratie. Dat geldt nog meer voor Henk Krol en Femke Merel van Kooten-Arissen. Zij hebben samen weinig toekomst. Niet omdat deze twee elkaar niet zouden liggen, maar wel omdat hun politieke bedrading zo anders is.