Mogen onze vissers straks nog wel vissen in Britse wateren? Dat is op dit moment uiterst onzeker. Deze week werd tijdens de onderhandelingen over de Brexit duidelijk dat de Britten de wateren willen gaan sluiten om deze voor hun eigen vissers te reserveren.
De visserij is van oudsher heel belangrijk geweest voor Nederland. Er zijn heel veel plaatsen in ons land waar de visserij de belangrijkste bron van inkomsten was en vaak nog steeds is. Maar dit kabinet, dat op 10 februari vol trots het ‘Noordzeeakkoord’ presenteerde, zet in op de vernietiging van weer een Nederlandse traditie. Want hoe verzin je een akkoord over het gebruik van de Noordzee, waar het uitkopen van vissers een van je doelstellingen is? Je sloopt daarmee niet alleen een hele economie, maar ook een eigen identiteit.
Het om zeep helpen van de Nederlandse vissers, gaat, als het aan de Engelsen ligt, pure realiteit worden. Wat hen betreft zijn buitenlandse vissers straks niet meer welkom om te vissen in hun wateren. Dat doemscenario houdt in dat het vissen op een postzegel wordt. Nederland stelt qua water namelijk weinig voor. Windmolenparken en natuurgebieden beperken de ruimte. Als alleen de Nederlandse wateren overblijven, zullen veel vissers hun boot definitief voor anker moeten gooien. Als de EU, die het met de regeldrift van geitenwollensokkentypes voor vissers welhaast onmogelijk heeft gemaakt, ooit kan bewijzen dat het voor eens in haar bestaan wel kiest voor vissersdorpen zoals Urk, Volendam, IJmuiden, Stellendam, Spakenburg, Yerseke en Scheveningen, is het nu. Nu moeten de bewindvoerders in Brussel de Britten keihard duidelijk maken dat de EU geen Engelse vis meer afneemt als Groot-Brittannië het waagt om het onze vissersvloot te verbieden de netten uit te gooien in Britse wateren. Zij moeten zeggen: “Onze vissers geen toegang tot jullie wateren, dan jullie geen toegang tot Europa voor de export van Engelse vis of van welk ander Engels product dan ook”.
Dat die Europese bobo’s voor de vissers het vuur uit de spreekwoordelijke schenen moeten gaan lopen, moge helder zijn. Zeker toen vorige week duidelijk werd dat het Europese verbod op pulsvissen volstrekt overbodig is. De belangrijkste internationale wetenschappelijke organisatie op visserijgebied, de ICES, heeft vastgesteld dat pulsvissen minder impact op ecologie en milieu heeft dan de traditionele boomkor. In plaats van het ICES-advies af te wachten, was de EU er als de kippen bij om een verbod op pulsvissen op te leggen aan de al in zwaar weer verkerende Nederlandse vissersvloot. Inmiddels hebben veel pulsvissers noodgedwongen hun viskotter alweer omgebouwd van pulskor naar de traditionele boomkor. Ook zijn er vissers die om die reden de visnetten aan de wilgen gehangen hebben en hun viskotter verkocht hebben. Dit onzalige Europese beleid is niet alleen een financiële strop voor de Nederlandse visserij, maar ook een tik in het gezicht voor iedereen die gelooft in een betere wereld. Bij de traditionele boomkor, die dankzij EU-regelgeving weer terugkeert, worden vissen opgeschikt met zware kettingen. De boomkor heeft ook veel meer impact op het milieu. Het nieuwe ICES-advies stelt dat pulsvisserij brandstof bespaart, minder schade aanricht aan de bodem en ecologie dan boomkorvisserij, en zorgt voor minder bijvangst van ondermaatse vissen. Daarom moet het verbod op pulsvissen subiet worden opgeheven en de getroffen vissers moeten volledig schadeloos gesteld worden.
Maar wie denkt dat het opgehaalde net vol ellende verder leeg is, heeft het mis. In de Noordzee wordt op zo’n 23 kilometer van de Zeeuwse kust het grootste windpark van Nederland gebouwd; Borssele 1&2. De vele windmolens moeten een miljoen Nederlandse huishoudens gaan voorzien van ‘groene’ energie, maar jagen de vissers van hun visgronden af. Maar het verlies van visgronden is niet het enige gevolg voor de steeds verder in verdrukking komende vissers. Zij moeten een enorm stuk om het gigantische windpark heen varen en verliezen daarmee – week in, week uit – uren en vooral veel extra brandstof. Minder vis en meer kosten! Hoe serieus neemt de overheid de vissers, toch een van de belangrijkste schakels in onze voedselvoorziening, nog? “We zitten aan tafel, maar we worden te weinig gehoord. En uiteindelijk komen de parken er toch!”, was de noodkreet van een der vissers bij Hart van Nederland.
Het wordt tijd dat politiek Den Haag die noodkreet eindelijk eens serieus neemt en zorgt dat ook volgende generaties Nederlandse vissers nog kunnen uitvaren. En dat die oer-Hollandse vissersdorpen hun identiteit behouden.