Het is een kleine maar hardnekkige lobby, van Nederlanders in het buitenland die ‘stemrecht’ willen voor de Eerste Kamer. Een vreemde eis, omdat geen enkele Nederlander ‘stemrecht’ heeft voor de senaat. Bewoners van de provincies stemmen voor de Provinciale Staten en die kiezen vervolgens de leden van de Eerste Kamer. Expats in het buitenland wonen niet in een provincie en kunnen dus ook niet voor een provincie stemmen. Dat willen ze ook helemaal niet, maar ze willen wél invloed op de Eerste Kamer. D66 zag de kans schoon en deed een voorstel. De partij vindt dit zelfs zó belangrijk dat ze het liet opnemen in het regeerakkoord. Om ‘stemrecht’ voor de Eerste Kamer voor Nederlanders in het buitenland mogelijk te maken moet de Grondwet worden veranderd. Maandag behandelende de Tweede Kamer deze wet. Dat werd een regelrechte vertoning. D66 buigt de Grondwet voor het partijbelang.
Voor de Tweede Kamer kunnen Nederlanders in het buitenland hun stem uitbrengen. Dit kiesrecht is gebaseerd op je paspoort, voor iedereen die Nederlander is. De verkiezingen voor de provincies zijn bedoeld voor mensen die in een provincie wonen. Hier is je woonplaats van belang. Natuurlijk kun je dit gelijk trekken. Dat kan op twee manieren: 1. Je kunt van de rest van de wereld een Nederlandse provincie maken. Wetstechnisch kan dat, maar ik voorzie wel uitvoeringsproblemen. 2. Je kunt ook de Eerste Kamer opheffen, dan hebben ‘ingezetenen’ ook geen voordeel meer boven ‘niet-ingezetenen’. Maar daar heeft D66 niet voor gekozen. De partij wil een speciaal ‘kiescollege’ in het leven roepen, gekozen door Nederlanders in het buitenland. De leden van dit college kiezen (net zoals de Provinciale Staten) de leden van de Eerste Kamer. Een nogal omslachtig idee, dat D66 heeft overgenomen uit de Caraïben.
In 2010 werden de eilandjes Saba, Sint Eustatius en Bonaire onderdeel van Nederland. De mensen die hier wonen zijn sindsdien ook ingezetenen van ons land, maar zij liggen niet in een provincie. Om hen tóch invloed te geven op de samenstelling van de senaat is toen gekozen voor een ‘kiescollege’, dat als enige taak heeft om een stem uit te brengen voor de Eerste Kamer. Iemand bij D66 moet hebben gedacht: ‘Hé, dat is handig, zo’n kiescollege kunnen we ook wel instellen voor Nederlanders in het buitenland’. Maar dat kan dus niet. De mensen op Saba, Sint Eustatius en Bonaire zijn ‘ingezetenen’ van Nederland, die hebben evenveel recht op een indirecte stem in de senaat dan ingezetenen van Noord-Holland of Groningen of Limburg. Het probleem met Nederlanders in het buitenland is echter dat ze ‘niet-ingezetenen’ zijn. Ik kan er ook niets aan doen, ik heb het niet bedacht, maar zo zit de Grondwet in elkaar.
De reden waarom D66 Nederlanders in het buitenland zo graag een stem wil geven in de samenstelling van de Eerste Kamer is volgens mij omdat de partij daar voordeel van verwacht. Volgens minister Ollongren hebben kiezers in het buitenland invloed op ruim een halve zetel, dat kan net de doorslag geven of een partij wél of niet een extra zetel krijgt in de senaat. Woordvoerder Sneller van D66 had het in het Kamerdebat zelfs over drie Eerste Kamerzetels en dat brengt ons bij het volgende probleem. De Provinciale Staten kiezen de Eerst Kamer, maar de stem van de Statenleden telt niet even zwaar, omdat een Statenlid in bijvoorbeeld Zuid-Holland veel meer mensen vertegenwoordigt dan eentje uit Zeeland. Elk lid krijgt daarom een ‘stemgewicht’. Voor de provincies is dat eenvoudig te berekenen, we weten precies hoeveel mensen er wonen. Maar we hebben geen idee hoeveel Nederlanders er in het buitenland leven.
Zo’n vreemd voorstel, dat zó schuurt met de Grondwet, daarmee zou de Tweede Kamer korte metten moeten maken. Maar dat gebeurde niet. Maandag spraken VVD, CDA en ChristenUnie hun steun uit, omdat het nu eenmaal in het regeerakkoord staat. Dat is slecht, want het regeerakkoord gaat niet boven de Grondwet. PvdA en GroenLinks steunen het D66-voorstel eveneens, wellicht verwachten ook deze partijen extra stemmen voor de senaat. Het is triest dat partijen die zo hoog van de toren blazen over grondrechten, zich zo weinig gelegen laten liggen aan de Grondwet. Laat ik in ieder geval deze column maar sturen naar andere partijen die niet aan het debat deelnamen, zodat die bij de stemmingen alsnog hun keuze kunnen maken. En laten we onze blik maar richten op de Eerste Kamer, waar de senatoren niet zijn gebonden aan het regeerakkoord. Hopelijk kijken deze senatoren verder dan hun eigen partijbelang.
Ronald van Raak schreef eerder over de strijd voor het referendum.