Vicki Van Lommel – Omvangrijke regelzucht van overheid ondermijnt grondrechten van mensen

08-06-2020 16:52

Hoe vaak wordt dagelijks de wet overtreden? Hoe vaak door de wetgever? Hoe vaak is lagere wetgeving in strijd met hogere wetgeving? Hoe vaak schenden andere wetten de grondwet? Is ‘iedereen wordt geacht de wet te kennen’ reëel als de constante groei van wet- en regelgeving zelfs teveel is voor de trias politica?

Begin 2019 kopte het AD: Méér regels onder kabinetten van Rutte. In tien jaar tijd kwamen er duizend regels bij, een toename van ruim 11 procent. Wie kent alle 3528 verdragen; 2061 wetten; 2085 algemene maatregelen van bestuur en andere koninklijke besluiten; 5895 ministeriële regelingen; 949 beleidsregels en 307 circulaires van de rijksdienst; 1153 zelfstandige bestuursorganen, 250 publieke organisatie voor beroep en bedrijf en 18 Staten-Generaal regelingen die gelden in Nederland? Dit is exclusief alle regelingen van lagere overheden en alle jaarlijks geproduceerde overheidsbeleidsnotities.

De laatste decennia begeven de 23 grondrechten in de Nederlandse grondwet zich op een glijdende schaal. Het huidige coronabeleid beklemtoont hoeveel moeite de regering heeft met het eerbiedigen van de voor allen geldende grondrechten:

  • Gelijke behandeling en discriminatieverbod. Zijn mensen gelijk en gevrijwaard van discriminatie als er alleen voor ‘politieke correctheid’’een podium lijkt?
  • Gelijke benoembaarheid. Kunnen Nederlanders erop vertrouwen dat ze op kennis en kunde in plaats van politieke opvattingen worden geselecteerd bij sollicitatie naar een overheidsbaan?
  • Kiesrecht. Wat is kiesrecht nog als politici openlijk discrimineren op politieke voorkeur en leeftijd en meer mensen onvertegenwoordigd blijven?
  • Petitierecht. Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, vrijheid van meningsuiting en censuurverbod: wat betekenen deze rechten nog als je deze in respect met andere grondrechten uitoefent, maar ze conflicteren met de heersende politiek?
  • Vrijheid van vereniging, vrijheid van vergadering en betoging, privacy, onaantastbaarheid van het lichaam, huisrecht, vrijheidsontneming, geen straf zonder wet, werkgelegenheid, bestaanszekerheid, welvaart en sociale zekerheid. Genieten deze grondrechten nog voldoende bescherming als de overheid (op onvoldoende wetenschappelijke gronden) deze kan aantasten en (tijdelijk) opheffen? Wie ziet toe dat deze maatregelen proportioneel zijn tot wat zij meent te moeten voorkomen? De overlevingskans van mensen is nog steeds 99 procent.
  • Wettelijke toekenning rechter. Wordt dit nog geëerbiedigd als door corona meerdere juridische zaken worden geseponeerd? Hebben zij die een coronaboete en -strafblad ontvangen, in tegenstelling tot meer dan tienduizend BLM-demonstranten, de garantie dat een rechter de rechtmatigheid hiervan toetst?
  • Rechtsbijstand. Wat stelt rechtsbijstand voor als de toegang ertoe door de wetgever wordt bemoeilijkt en voor rechtsbijstandsverzekerden correcte vertegenwoordiging twijfelachtig is?
  • Milieu. In hoeverre voorziet de overheid in een schoon milieu als zij echte duurzame oplossingen frustreert, zelfs boycot en vooral alleen biomassa-, wind-, zon- en elektrische autolobby’s met subsidiegeld faciliteert?
  • Volksgezondheid, woongelegenheid en ontplooiing, onderwijs. In hoeverre garandeert de overheid haar gezondheidszorgplicht als zij 70 procent bewerkte voeding in de supermarkt blijft gedogen, accepteert dat suiker wordt vervangen door kankerverwekkende stoffen en wil reguleren dat essentiële dierlijke eiwitten onbereikbaar worden voor vele mensen? Dat ze het woningtekort en de groeiende onbetaalbaarheid van woningen laat dooretteren en al jaren Groningers laat wonen in huizen met aardbevingsschade waar zij als overheid verantwoordelijk voor is? Zij pas na zes jaar erkent dat passend onderwijs faalt, waardoor vele hoog-, laagbegaafden en andere niet-gemiddelde kinderen hun basisschooltijd is verprutst inclusief een goede basis onder hun toekomst en nog steeds geen oplossing in beeld is? Deze kinderen gijzelt in een schoolplicht die ouders verbiedt passend onderwijs zelf op te pakken dat zijzelf onthoudt?

Zelfs de Grondwet zelf heeft moeite met grondrechten. Volgens grondwetsartikel 1 dient iedereen in Nederland in vergelijkbare situaties gelijk te zijn en is discriminatie verboden. Toch maakt artikel 1 zelf al onderscheid tussen mensen door godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht expliciet te benoemen waardoor ze meer rechten lijken te hebben dan al de rest dat onder ‘op welke grond dan ook’ wordt geschaard. Dit vermoeden werd door minister Ollongren tijdens haar Dales-lezing begin 2018 bevestigd, toen ze verheugd aankondigde dat artikel 1 wordt uitgebreid met de gronden handicap en seksuele geaardheid.

Door het woud aan wetten en regels, rijdt de overheid ook zichzelf in de wielen. Correcte opvolging en handhaafbaarheid van de wet is daarmee in het geding en dus is de kans groter dat de basis van het rechtssysteem, de grondwet, wordt geschonden. De wetgevende macht raakt door haar controlewoede, die zich uit in symbool- en identiteitspolitiek, het zicht op het grotere geheel kwijt.

Zo werd eind vorig jaar een wetsvoorstel aangenomen waarin kinderen niet meer mogen worden uitgesloten van schoolactiviteiten als de vrijwillige schoolbijdrage voor ouders onbetaalbaar is. Een gemiste kans die ouders ontslaat van hun ouderlijke verantwoordelijkheid en het leermoment van het kind vertraagt om te zien wie zijn ouders werkelijk zijn. Er zijn namelijk genoeg onwillende ouders. Onterecht wordt zo deze verantwoordelijkheid bij de samenleving neergelegd.

Ook de ‘Irma-wet’ is symboolwetgeving. De overheid heeft al een voor iedereen toegankelijke informatieplicht. Voor elke minderheid aparte wet- en regelgeving vaststellen vergroot de kans op discriminatie van de meerderheid. Zo graaf je als overheid je eigen kuil: terwijl je als overheid het overzicht verliest en je de mondige, goed over haar rechten geïnformeerde minderheid, die je graag op haar rechten wijst, het nog grotere ‘burgerparticipatie’podium aanreikt, vertrap je daarmee nog meer de onmondige mens.

Geldende wet- en regelgeving moet fors ontdaan worden van uitzonderingsregels om ieders grondrechten opnieuw te garanderen. Als hogere wetgeving bepaalde rechten en plichten al borgt, hoef je dit (vanuit misplaatst paternalisme) niet nog eens gedetailleerd vast te leggen in lagere wetgeving.

Daarnaast dient de grondwet, zoals artikel 1, ontdaan te worden van strijdigheden tot het gelijkheidsbeginsel. Wet- en regelgeving die individuen ontslaat van hun eigen verantwoordelijkheid dienen geschrapt en de overheid geeft daarbij zelf het goede voorbeeld: als je anderen schade berokkent en daarvan zelfs zoete vruchten plukt, zoals in het Groningse aardbevingsdossier, dan is het billijk dat je voorspoedig en ruimhartig deze mensen schadeloosstelt zodat de jarenlange instandgehouden ontwikkelingsongelijkheid per direct stopt.

Mensen hebben het recht zich op gelijkwaardige basis te ontwikkelen. Echter een welvaartsparadox regeert: iedereen is gelijk, de een meer dan de ander.

Lees ook: ‘Nederlandse verpleegtehuizen schenden mensenrechten door mensen op te sluiten’

Lees ook: TPO Huisjurist: coronaboete gekregen? Betaal niet, ga in verzet!

Lees ook: Vicki Van Lommel – Terwijl woningen in de graanrepubliek stuk beven staat de politiek erbij en kijkt ernaar