Stel je een democratisch land voor waar de bevolking middels vertegenwoordiging toezicht houdt op een regering die op haar beurt een weerspiegeling vormt van de wil der kiezers. Stel je dan voor dat er zich binnen die complexe constellatie van belangen en afwegingen een partij aandient die zich uit de consensus verheft en voor de verandering legitieme kritiek levert op de Europese consensus en de gevolgen daarvan voor de nationale belangen.
Stel je voor dat die politieke debutant twee kamerzetels zeker stelt bij de verkiezingen, en niet veel later zelfs een historische monsterzege behaalt in de provincies.
Stel je vervolgens voor dat een wereldwijde pandemie haar intrede doet in dat land als gevolg waarvan de mensen gedwongen worden tot opgelegde isolatie, ondernemers hun omzetten zien verdampen en de betrekkelijk robuuste welvaart ineens minder robuust blijkt dan gedacht. Een vruchtbaarder bodem voor electoraal succes is nauwelijks denkbaar, vooral nu daar bovenop hysterische beeldenstormers openlijk het neomarxisme introduceren in de 21ste eeuw.
Stel je het eens voor. Nimmer in de laatste 50 jaar deed zich een soortgelijke historische kans voor om de bakens in het eigen voordeel te verzetten. En stel je dan voor dat de enige die in de positie verkeert een redelijk tegengeluid te laten klinken tegen de eigengereidheid van Europese bureaucraten en plunderzieke beeldenstormers zich aandient in de persoon van Thierry Baudet.
Zelfs de meest oppervlakkige waarnemer van recente ontwikkelingen binnen het Forum voor Democratie moet tot zijn afgrijzen vaststellen dat de partijleider als een dolle tol door de polder zigzagt, in beweging gebracht door de onheilzame mix van ijdelheid en ambitie, maar zonder die noodzakelijke ingrediënten van elk politiek succes: werkbereidheid, instinct en, bovenal, verantwoordelijkheidsgevoel.
Deze evidente ongeschiktheid voor het vak zorgt voor de meest ongemakkelijke schouwspelen die je je maar kan indenken, zoals de halsstarrige weigering zich te distantiëren van antisemitische elementen in zijn gevolg, publieke verklaringen van trouw die dan weer door de partijleider worden geretweet, vrije media een gebrek aan solidariteit verwijten maar zich wel openlijk associëren met dat inlikkende jostiblogje DDS, afijn: pijnlijke taferelen.
Baudets amateurisme blijkt niet alleen uit de grillige uithalen naar iedereen behalve zijn meest blinde medestanders, maar ook uit de stugge weigering om zijn oor ten luister te leggen bij redelijke veteranen in het vak. Liever laat hij zich omringen door de meest obscurantistische moerasideologen die de Here God op de laatste scheppingsdag gekleid heeft uit het biologisch restmateriaal. Tel daarbij op de recente aanwas van verongelijkte kroketgezinden, antivaxxers en anti-5G-activisten, en je hebt een cocktail voor politieke zelfmoord in handen waar je u tegen zegt.
In een wanhopige poging kracht en zelfvertrouwen uit te stralen, drukt Baudet zijn radicale medestanders thans steviger tegen de borst dan ooit, met als gevolg dat zelfs enkele ideologisch ontheemde vlinderdasjes in zijn gevolg nu vraagtekens zetten bij de evident labiele koers van de partij, mits zij zich niet op het crypto-antisemitisme van lieden als Freek Jansen hebben geabonneerd.
Maar wat wil je? Een partij waarin Statenleden en andere partijbestuurders vriendelijk worden verzocht hun publieke uitlatingen zoveel mogelijk voor zich te houden, maar wel geacht worden om de grillen van hun partijleider voor lief te nemen, is een ten dode opgeschreven partij. En terwijl een ieder met enig inzicht de renaissancevloot ontvlucht teneinde de eigen politieke toekomst veilig te stellen, althans niet toe te vertrouwen aan iemand die overduidelijk aan het ontrafelen is, dreigt de hele partij nu met hem mee de electorale afgrond in te sodeflikkeren. Best knap om de historische kans die Forum voor Democratie was zo opzichtig te verkwanselen. Dit alles komt geheel op conto van de partijleider zonder wie de partij in alle ernst de meest succesvolle politieke debutant had kunnen worden sedert Wilhelmus Simon Petrus Fortuyn.
Het mocht niet zo zijn.
De enkeling die het tij op enig moment nog had kunnen keren is ofwel verjaagd of uit eigen beweging vertrokken. Wat er over is gebleven? Een enggeestig kringetje erkenbrandachtigen waar je de oorlog niet mee winnen maar wel beginnen kan. Er was tot voor kort maar één hoop op rehabilitatie: Annabel Nanninga. Maar het moment om dat in gang te zetten is gekomen en gegaan zonder gevolg. De ineenstorting is aanstaande.