De straf van Michael Panhuis die veroordeeld is voor het verkrachten en doden van Anne Faber, is met vier maanden verminderd. De Hoge Raad heeft dat beslist nadat Panhuis en zijn advocaten zich hadden beklaagd over de hardhandige aanhouding. Panhuis werd in 2018 verdeeld tot 28 jaar cel en tbs.
Anne Faber (25) verdween op 29 september 2017 tijdens een fietstocht in het gebied tussen Soest en Den Dolder. De verdwijning leidde tot een grootscheepse zoektocht. Nadat haar jas was gevonden, ontdekten specialisten daar een DNA-spoor op. Daarmee kwam de veroordeelde zedendelinquent Panhuis als verdachte in beeld. Hij zat op dat moment in een kliniek in Den Dolder het laatste deel van een straf uit, die hem was opgelegd voor een dubbele verkrachting van twee minderjarige meisjes in 2010.
Bij zijn arrestatie is de politie hardhandig te werk gegaan, omdat Faber toen nog spoorloos was en de mogelijkheid bestond dat zij nog in leven zou zijn. Op aanwijzing van Panhuis werden haar stoffelijke resten gevonden in een door Panhuis gedolven graf nabij Zeewolde.
Panhuis’ advocaten vonden dat het hof bij het bepalen van de straf had moeten meewegen dat hun cliënt bij zijn aanhouding veel te stevig is aangepakt. Panhuis brak een schouder. Het Arnhemse hof had wel kritiek op de manier waarop Panhuis is aangehouden, maar vond strafvermindering niet nodig.