Zorgmedewerkers die in hun werk direct of indirect de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus hebben ondervonden krijgen een eenmalige bonus van 1000 euro netto. Dat meldt het ministerie van Volksgezondheid donderdag in een perscommuniqué. Het geld is bedoeld voor verpleegkundigen, verzorgenden, helpenden, schoonmakers en het andere ondersteunend personeel in alle sectoren van de zorg. Dus de verpleeghuiszorg, ziekenhuiszorg, ambulancezorg, gehandicaptenzorg, revalidatiezorg, wijkverpleging, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg en andere zorgsectoren. Dus niet voor artsen en specialisten. Werkgevers kunnen vanaf 1 oktober de bonus voor hun personeel aanvragen.
Deze eenmalige bonus voor zorgpersoneel was een unanieme wens van de Tweede Kamer en moet niet verward worden met de eis van de oppositie voor betere arbeidsvoorwaarden en beter salaris. Dat is namelijk de motie Marijnissen/Asscher die de coalitiepartijen tot drie maal toe weigerden te steunen (ook wel bekend van het Asscher Incident afgelopen week).
Of zorgmedewerkers erg veel opschieten met die eenmalige 1000 euro is nog maar de vraag. Zorgpersoneel dat door het coronavirus meer heeft moeten overwerken, heeft meer verdiend dan normaal en moet toeslagen gewoon terugbetalen. Dat meldde staatssecretaris van Financiën Alexandra van Huffelen (D66) eerder deze week aan de Tweede Kamer.
