De boze bruine man: ‘School voor journalistiek lijkt wel speciaal onderwijs voor quasi-intellectuelen’

26-06-2020 14:01

Foto: Taymaz Valley (https://www.flickr.com/photos/taymazvalley/)

Het is weer raak. Heel Nederland maakt zich druk om racisme, om mij in dit geval. Als boze bruine man, als ik de televisie moet geloven, kan niet voor mijzelf praten. Ik word vertegenwoordigd door subsidieclubjes met hun naar voren geschoven uitverkoren asielzoekers die toevallig de taal goed spreken. ‘Kijk maar naar mij, racisme is stom!’, roepen ze dan.

In plaats van dat ze genieten van het feit dat ze de loterij hebben gewonnen in het leven door in Nederland te mogen wonen, vertellen ze andere kleurlingen op de nationale televisie dat ze hier oneerlijk behandeld worden. Ik zou zeggen: vraag het aan de achtjarige Achmed uit Afghanistan, waarvan het been geamputeerd moest worden na een bomaanslag, omdat het ziekenhuis te ver weg was.

Misschien vindt u mij cynisch. U kunt mijn cynisme wellicht begrijpen als ik uitleg dat notabene mijn eigen moeder een Colombiaanse asielzoeker was en haar dromen heeft gevolgd. Niet ‘The American Dream‘, maar ‘The Colombian Dream‘: naar Nederland gegaan, blanke man gevonden, gaatje in het condoom én de verblijfsvergunning was binnen. Maar dat is niet het punt van het verhaal, het punt is: ze heeft nog nooit geklaagd over racisme, altijd keihard gewerkt en heeft mij altijd aangepraat dat ik alles kon worden in Nederland.

Waarom dan toch mijn cynisme? Nou, de meeste kinderen horen van hun moeder van kleins af aan dat ze speciaal zijn. Mijn moeder was – na de verblijfsvergunning – alleenstaand en werkte dus continu, waardoor er geen aandacht voor mij was. Ik hoorde daardoor van iemand anders dat ik speciaal was, namelijk van mijn leraar, die zei: “Jonathan, je gaat naar speciaal onderwijs.” Ik vermoed dat dit de basis is van mijn teleurgestelde ziel die nu door het leven raast. Een soort te vroeg oud geworden ziel in een jong lichaam, ik noem mezelf ook wel een bruine babyboomer met sneakers aan.

Alhoewel mijn moeder reeds 24 jaar in Nederland woont spreekt ze Nederlandse taal nog steeds gebrekkig. Ze begreep ook op de oudergesprekken ook niet zo heel veel. De leraar vertelde mijn moeder dat Jonathan, ik dus, zich niet zo goed gedroeg op school. Waarop mijn moeder zei: “Wie?” En de leraar vol verbazing herhaalde: “Jonathan, uw zoon” en zij daarop corrigeerde: “Nee, dat is niet mijn zoon, maar mijn verblijfsvergunning.”

Ze is wel goed geïntegreerd en heeft de VOC-mentaliteit zich volledig eigen gemaakt. Ik hoef namelijk niets in het huishouden te doen, zij ook niet. Daarvoor heeft ze – in ruil voor onderdak – mijn neven en nichten uit Colombia geïmporteerd. Zij vegen het huis schoon en maken tosti’s voor ons. En wanneer ze niet luisteren spreek ik ze, liggend op de bank, dreigend toe met mijn FvD-lidmaatschapskaart in mijn hand.

Ondertussen, terwijl mijn moeder werkend bijdraagt aan de samenleving, heb ik inmiddels haar bemoedigende woorden van toen ik klein was tot realiteit gemaakt. Ik klom op vanaf het speciaal onderwijs tot aan nu: de school voor journalistiek. Achteraf een diepe teleurstelling. Het lijkt wel speciaal onderwijs voor quasi-intellectuelen.

Want als bruine babyboomers uit de Schilderswijk, zoals ik, ergens een hekel aan hebben zijn het wel linkse studentjes uit een Vinex-wijk. Met hun eigen minderwaardigheidscomplex omdat ze nét niet rijk genoeg zijn geboren om aan werken te ontsnappen en net niet arm genoeg zijn om écht te moeten werken om iets te bereiken.

Die millennials proberen dat complex te overkomen door tijdens hun stage op de redactie bij praatprogramma’s vooral te zoeken naar de uitverkoren asielzoekers in hun slachtofferrollen. Zodat die slachtoffers nooit boven hen uit zullen stijgen op de maatschappelijke ladder én zij thuis kunnen vertellen hoe zij de wereld een betere plek maakten door heel Nederland te laten zien hoe zielig negers zijn.

En ik zit dan verbazend naar zo’n programma te kijken, met maar één gedachte: ‘Zij zijn niet zielig, dat zijn namelijk niet mijn neven en nichten.’

Lees ook: De Boze Bruine Man: als rechtse bruine man val ik buiten de boot