Vrije meningsuiting is iets moois, dat weet iedereen. Toch staat deze onder druk. Tenminste, als we Raisa Blommestijn en Bart Collard mogen geloven. Donderdag verscheen hun manifest ‘de vrije mening’. We zouden natuurlijk kunnen zeggen dat manifesten vooral geschikt zijn om de open haard mee aan te maken of in de kattenbak te gooien, maar dat is wat te makkelijk. Dit manifest bespreekt een belangrijke kwestie van deze tijd: we moeten de vrije meningsuiting koesteren. Toch houdt iets me tegen om het tekstje te ondertekenen. En dat terwijl talloze keren van TPO is geëist dat ik niet meer voor deze website mag schrijven.
Komt het wellicht door de ondertekenaars? De namen staan ‘in willekeurige volgorde’, lezen we, maar dan vraag je je toch af waarom Ayaan Hirsi Ali zo hoog op het lijstje staat. Het lijkt de bedoeling dat dit manifest aanvaardbaar is voor een breed publiek en Hirsi Ali is geschikt om die indruk te wekken. Als je verder kijkt, is dit manifest vooral ondertekend door FvD’ers, een paar PVV’ers, wat scribenten van Opiniez en anderen uit de rechtse hoek. Hoewel dit manifest is ontsproten aan het brein van Leidse wetenschappers houdt een grote meerderheid van het Leidse wetenschappelijk personeel afstand. Hoe zou dat nou komen?
Misschien is het antwoord te vinden bij de nummer drie op de lijst van ondertekenaars: Eva Vlaardingerbroek. Ze werd in korte tijd bekend in rechtse kringen. Ze treedt regelmatig op in het FvD-journaal en mocht bij het partijcongres foeteren op migranten. Die vallen volgens Vlaardingerbroek vrouwen lastig en toch roepen al die stomme feministen nooit dat de grenzen dicht moeten. Het is een mening die Vlaardingerbroek op veel kritiek is komen te staan. Het lijkt erop dat dit soort meningen binnenkort worden gecanceld. Dan moet Vlaardingerbroek dus haar mond houden en dat zou inderdaad een slechte zaak zijn. We moeten juist staan voor de uitingsvrijheid van andersdenkenden.
Ik denk dat linkse mensen hun meningen ook graag willen uiten, dus daarin zal niet veel verschil zitten tussen GroenLinks en FvD. Toch is de achtergrond van de ondertekenaars relevant in relatie tot het onderwerp: racisme. De ondertekenaars melden dat ‘radicale groepen’ zeggen racisme te willen bestrijden terwijl ze daarmee de vrije meningsuiting in gevaar brengen. Dit is echter een belangrijk grondrecht waar we pal voor moeten staan en wat we ons niet moeten laten afnemen ‘door een kleine groep intoleranten’, zo lezen we. Men moet ook standpunten kunnen uiten waar anderen het ten diepste mee oneens zijn.
Daar is het rechtse frame al: je bent voor of tegen vrije meningsuiting en dus voor of tegen dit manifest. Dat is onzin, want velen vinden ongetwijfeld dat vrije meningsuiting belangrijk is, maar vinden niet dat ‘een kleine groep intoleranten’ dat recht onder druk zet. Ook zal lang niet iedereen het eens zijn dat de vrije meningsuiting in gevaar is omdat ‘radicale groepen’ racisme willen bestrijden. Hier staat op omslachtige wijze dat de ondertekenaars vinden dat je racistische dingen moet kunnen zeggen en dat zij zich geïntimideerd voelen door de reacties vanuit Black Lives Matter, Kick Out Zwarte Piet en Bij1.
Nauwkeuriger: deze ondertekenaars zeggen dat je dingen moet kunnen zeggen die anderen weleens als racistisch zouden kunnen opvatten. We praten nog steeds over een manifest van medewerkers van de Universiteit Leiden. Die zouden toch in staat moeten zijn een analyse te maken wat precies het probleem is: worden racisten niet voldoende uitgenodigd aan talkshowtafels, mogen zij nergens meer opiniestukjes indienen of krijgen hun tweets een shadow ban? We lezen het niet, kennelijk omdat de mensen die zich bedreigd voelen in hun vrije meningsuiting en nooit meer aan het woord komen, te druk waren De Telegraaf te woord te staan.
De ondertekenaars lijken zich vooral druk te maken dat er tegenwoordig een reactie op dit soort uitspraken komt: dat werkgevers beginnen te klagen, dat talkshowredacties betere gasten kunnen vinden, dat kranten deze meningen al honderden keren hebben geplaatst en dat vrienden wel leukere thema’s weten om op verjaardagen te bespreken. De ondertekenaars hebben geen last van beperkingen van hun vrije meningsuiting want er zijn natuurlijk extremistische platforms in overvloed. Zij zijn bang door anderen op hun meningen te worden aangesproken. Huilie huilie, zouden ze zeggen als Sylvana Simons het schreef.
Je kunt niet twintig jaar lang op ‘allochtonen’ schelden en denken dat die mensen nooit iets terug gaan zeggen. De vrije meningsuiting van rechts en ultrarechts wordt niet bedreigd: men staat in De Telegraaf. Men wil er alleen nooit op aangesproken worden. Dat mag alleen bij Akwasi die op de Dam iets achterlijks over Zwarte Piet roept. Maar wat voor Akwasi geldt, geldt ook voor rechts: je mag zeggen wat je wilt, maar je krijgt tegenspraak. Zoals dat bij debat in een vrije democratische samenleving altijd gaat, behalve natuurlijk in de boreale broedplaats van de Universiteit Leiden: de plek waar dit manifest is geschreven.
Mijn vraag is: welke reactie vinden de ondertekenaars eigenlijk wel passend als er sprake is van racisme?