De politiek deint mee met de modes van de dag. In de Tweede Kamer klinken verschillende geluiden, maar vaak blijken dat variaties op dezelfde thema’s. Van politici en journalisten, ambtenaren en lobbyisten die elkaar in hun eigen verhalen bevestigen. Dat kunnen snelle modes zijn, zoals de huidige identiteitspolitiek, maar ook meer hardnekkige overtuigingen, zoals het vrije marktdenken. Vandaag ben ik 5000 dagen lid van de Tweede Kamer. De Kamerorganisatie houdt dat bij, het wordt je ‘anciënniteit’ genoemd. Daarvoor was ik 1.268 dagen lid van de Eerste Kamer. Ik loop rond op het Binnenhof sinds 2000, het jaar dat ik actief werd voor de SP. Al die tijd moest ik opboksen tegen de gedachte van het neoliberalisme, een ideologie gebaseerd op een geloof in de vrije en rationele mens en het idee dat individuele keuzes op een vrije markt als vanzelf zullen leiden tot het grootste goed voor iedereen.
Modes komen en gaan en dat geldt ook voor politieke modes. Politici van links tot rechts nemen nu afstand van het neoliberalisme. Ik ben daar blij mee, omdat in de politiek eindelijk ruimte komt voor alternatieven. Al jaren riepen wij dat ‘de zorg geen markt is’, maar voor die opvatting bleek in Den Haag geen ruimte. Nu uit bijna elke partij kritiek op het marktdenken in de zorg en kan eindelijk het debat over een alternatieve politiek serieus worden gevoerd. Ik vind het goed als mensen politiek bedrijven vanuit bepaalde beginselen – dat doe ik ook. Maar dan moeten politici zich wel bewust zijn van de beperkingen van het door hen gekozen model. Neoliberalen bleven veel te lang blind voor het falen van de markt en de groeiende tweedeling in de samenleving. Als bovendien kritiek op het dominante denken niet mogelijk is en alternatieve geluiden worden genegeerd, kunnen fouten ook niet worden gecorrigeerd.
Het valt niet altijd mee om politieke modes te herkennen, ook omdat mensen in de (sociale) media vaker naar bevestiging zoeken voor hun opvattingen dan kritiek accepteren. Zeker als politicus is het belangrijk om jezelf zo nu en dan te bevrijden van de politieke modes van de dag. Dat kan op allerlei manieren en voor elke politicus zal dat weer anders zijn. Wat ik leuk vind is het lezen van filosofen, het liefste denkers van wat langer gelegen. Kijkend door de bril van anderen komen ook jouw ideeën in een ander daglicht te staan. Geconfronteerd met denkbeelden uit het verleden kun je beter de eigenaardigheden zien van onze eigen tijd. Ook schrijf ik graag over oude filosofen, onder meer in deze wekelijkse column op TPO. Een rechtse website waar ik als socialist toch met plezier op publiceer, mede omdat ik hier wordt geconfronteerd met een lezerspubliek dat op een andere manier naar de wereld kijkt dan ik.
Maandag verschijnt Denken op de dijken. Het Nederland van de filosofen. Een boek over de filosofie in Nederland van de Middeleeuwen tot aan de Tweede Wereldoorlog. Met een breed pallet aan denkbeelden: van het humanisme van Erasmus tot de rechtsleer van Hugo de Groot; van de diepe haat tegen Spinoza tot de grote geestdrift voor Newton; van het liberalisme van Thorbecke tot het sociale denken van Multatuli; van de extreem rechtse Gerard Bolland tot de communist Gerrit Mannoury. En van de cultuurkritiek van de historicus Johan Huizinga op de Nederlandse massasamenleving tot het enthousiasme van de Duitse vluchteling Helmuth Plessner over het denken in ons land. Dat zich volgens hem vooral kenmerkt door een afkeer van grote dogma’s: ‘Waar ter wereld laat een volk zich moeilijker door grote woorden en ideologieën het hoofd op hol brengen dan in Nederland?’
Je hoeft geen filosoof te zijn om dit boek te lezen, een interesse in de geschiedenis helpt wel. En bovenal een belangstelling voor ons land. Wat werd op onze dijken door de eeuwen heen zoal gedacht en wat zegt dat over de politiek in Nederland? Iemand vroeg mij laatst hoe ik als Tweede Kamerlid de tijd had om zoveel te lezen en te schrijven. Voor mij is het andersom, ik heb dat juist nodig om dit werk te kunnen doen. Ruimte maken om na te denken en mezelf te bevrijden van de Haagse modes. En natuurlijk ook van mijn eigen vooroordelen.