Beste Erik,
Eén van de weinige interviews in het NPO-programma Op1 dat mij afgelopen seizoen een beetje kon bekoren, was dat van Willemijn Veenhoven en jou met de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema.
Het was de avond na die Black Lives Matter-demonstratie op de Dam.
Jeweetwel, die waarbij de drillrapper Akwasi beloofde om in november als Zwarte Piet geschminkte blanken hoogstpersoonlijk op hun gezicht te gaan trappen en waarbij Halsema verscheen zonder mondkapje, maar als halve demonstrant met een 1873-button op haar kleding. Die button die ernaar verwijst dat de slavernij na de afschaffing in 1863 feitelijk nog tien jaar doorging.
Drie maanden na dato ben je tijdens een kranteninterview teruggekomen op dat gesprek.
Want je zat er nogal mee in je maag.
Je zei: “Wij zijn er tegen haar veel te hard ingegaan, terwijl ze de moed had om zich bij ons te verantwoorden. Ik heb daar nog een week buikpijn over gehad. ‘Hoe haal je het in je hoofd? Je mag kritisch zijn, maar niet op die toon’, zou mijn vader hebben gezegd.”
Serieus?
Een week buikpijn omdat je een burgemeester kritisch interviewt op een niet-slijmerige toon? Je had een andere toon moeten aanslaan omdat ze ‘de moed’ had om bij jullie te gaan zitten?
Ik besloot het interview nog eens terug te kijken. Mij stond namelijk wel bij dat jij Halsema’s woordenstroom af en toe, tevergeefs, probeerde te onderbreken en zij die van jou en je collega. En ik herinner me wel dat het Langetenenvrouwtje het een iets minder warm bad vond dan ze gewend was. Maar dat jij of Veenhoven hun boekje te buiten waren gegaan? Daar had ik geen herinnering aan.
Wat zei je nou helemaal?
“Maar heel simpel, mevrouw Halsema, had u niet op een gegeven moment moeten zeggen: ‘We grijpen in’?”
Goede journalistieke vraag.
“Ik wil toch even iets vragen erover. U zegt net: ‘Ik maak me hier al dagen zorgen over’. U heeft die demonstraties bekeken in andere steden, u zat al een beetje met angst en beven te wachten, zegt u. En dan zegt u nu toch: ‘Ik ben tóch overdonderd door het grote aantal. Dat strookt dan toch eigenlijk niet met elkaar?”
Goede journalistieke vraag.
“En als het nou een ander thema was, waarvoor gedemonstreerd was. Laten we zeggen… Pegida ofzo. Ik bedoel: iets wat niet in uw politieke straatje zit. Had u dan ook toestemming gegeven voor de demonstratie?”
Goede journalistieke vraag.
“Achteraf is het mooi wonen, zeggen ze weleens.” (Of zoiets, want ze praatte door je heen)
Bij ons” ‘kijk je een koe in z’n reet’. Geen vraag, wel een feit.
“Maar als u dit nou zo ziet hè, die grote mensenmassa, u legt dat uit, u zegt: ‘Ja, we werden eigenlijk een beetje overdonderd hierdoor’. Als u nou heel eerlijk bent, hè, is dit niet ontzettend misgegaan? Is dit geen grote fout?”
Goede journalistieke vraag.
“U verdedigt het, dat is uw goed recht…”
Juiste constatering.
“Laten we heel even kijken naar de politieke reacties. U vertelde net: u heeft contact gehad met Grapperhaus, die heeft hier ook een reactie over gegeven. Die was kritisch. Die zei: ‘In deze tijd, waarin we er als samenleving alles aan doen om het corona-virus binnen de perken te houden, gaat dit echt alle perken te buiten. Voor alle mensen die zich de afgelopen weken wel aan de coronamaatregelen hebben gehouden, zijn deze beelden pijnlijk om te zien’. Wat vindt u daarvan?”
Goede journalistieke vraag (met de kennis van nu ook wel lachen).
“U was er vanmiddag ook bij, mevrouw Halsema. Daar hebben we een fotootje van. Want u was erbij, u dacht: ik doe geen mondkapje op. Wat dacht u? Trump doet geen mondkapje op, dan ik ook niet?”
Goede journalistieke vraag. Door de vergelijking met Trump wel wat vilein, maar er staat nergens in je Staatsomroep-contract dat dat niet mag bij linkse mensen.
“Waarom had u geen mondkapje op?”
Goede journalistieke vraag.
“Klaas Dijkhoff, fractievoorzitter van de VVD, vond er ook iets van. ‘Soms moet je een demonstratie stoppen omdat het te druk wordt. We zouden het allemaal samen doen’.”
Goede journalistieke voorzet.
“Maar mevrouw Halsema, vindt u dan eigenlijk dat de politie een verkeerde inschatting heeft gemaakt?”
Goede journalistieke vraag.
“Dankuwel, mevrouw Halsema.”
Prima afsluiting.
Zie je het zelf ook, Erik? Je was geen Sander Schimmelpenninck (beetje ja-knikken, empathisch meedoen en autocue lezen), maar gewoon journalist.
Niks om buikpijn van te krijgen.
Tenzij je vriendjes blijven met die haattante belangrijker vindt dan gewoon je werk doen. Of je op je lazer hebt gekregen van je bazen, die door Halsema ter verantwoording waren geroepen over die vlerk die de gore moed had om niet te knielen voor Hare Hooghartigheid.
Dan was het inderdaad héél erg slecht wat jullie deden.
Spelbreker!
Groet,
JanD
PS. Ik heb een prachtig cadeau voor je gevonden!
Het dagelijkse ‘Briefje van Jan’ wordt mede mogelijk gemaakt door vaste maandelijkse donaties (Back me) en/of incidentele giften (voor mevrouw Dijkgraaf). Waarvoor dank! (Kopen via mijn partnerlink bij Bol.com wordt ook gewaardeerd)