Sinds 2002 zijn ze geen bijzaak meer in de gemeenteraden van Nederland. Ze zijn zelfs in veel gemeenten dominant: lokale partijen. Toch weten we weinig van waarom mensen op ze stemmen. Lokale partijen zijn partijen die alleen mee doen met verkiezingen voor de gemeenteraad. Ze doen niet mee aan verkiezingen op hogere niveaus (provincie, landelijk en Europees). Ze hebben (veelal) geen banden met landelijke partijen. We kijken hier naar Nederland waar in 2018 32,3 procent van de kiezers op een lokale partij stemde.
Sterk punt van lokale partijen is de sterke oriëntatie op de belangen van de gemeenschap. Lokale partijen zijn wars van traditionele, veelal achterhaalde, ideologieën en gaan voorbij aan links / rechts denken. Als echte volksvertegenwoordigers kijken zij naar wat nodig is aan te voeren beleid. De enorme groei van de lokalo’s is dan ook voor een groot deel toe te schrijven aan het feit dat steeds meer kiezers zich afkeren van de landelijke politiek.
En het gebrek aan vertrouwen dat kiezers hebben in landelijke politici neemt hand over hand toe. Landelijke politici geven, zonder onze inwoners daarin te horen, steeds meer macht aan Brussel. Landelijke politici hebben grote weerstand gecreëerd bij onze hardwerkende boeren en vissers. Landelijke politici roepen nu dat ze het platteland willen volbouwen om de, mede door de aanhoudende immigratiegolf, onophoudelijke bevolkingsgroei op te vangen. Landelijke politici geven niet thuis als het gaat om investeringen in de krimpgebieden. Landelijke politici hebben het laten gebeuren dat de bevolkingssamenstelling in de grote steden, met alle gevolgen van dien, al jaren in onbalans is: radicalisering, groeiende armoede-, werkloosheids- en criminaliteitscijfers, vergaande verpaupering en tekorten aan zorg-, onderwijs-, en politiepersoneel. Landelijke politici gooiden talloze decentralisaties, mét minder geld, over de lokale schutting, waardoor (jeugd)zorg in tal van gemeenten onder druk is komen te staan.
Het alternatief voor al die al jarenlang tekortschietende landelijke politici is dan stemmen op een lokale partij. Niet geheel toevallig stelde Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, al dat de groei van lokale partijen te maken heeft met de sociologische trend dat mensen steeds meer hechten aan hun lokale identiteit. Hij stelde in dagblad Trouw:
“Er is in de samenleving in het algemeen een herwaardering gaande van het lokale, het dichtbije. Mensen voelen meer de behoefte om zich thuis te kunnen in de eigen omgeving. Lokale partijen zijn eigenlijk ook een heel logische vorm. Democratie is van oudsher lokaal, zo is het begonnen: met mensen die hun eigen dorp of stad bestuurden, niet het hele land.”
Het is hoog tijd voor een landelijke beweging, die samen met regio, gemeenten én inwoners bottom-up politiek bedrijft. Zodat er mét de regio, steden en dorpen gesproken wordt in plaats van óver. Een landelijke beweging die lokale politiek als partner, in plaats van een bedreiging, ziet en daarbij de lokale politiek beter faciliteert. Een beweging die bij het Rijk zal aandringen op gelijke behandeling van landelijke- en lokale partijen.
En daar is een wereld te winnen. Landelijke partijen slurpen jaarlijks 10 miljoen euro aan algemene subsidies op. Dat geld kunnen zij besteden aan scholing, ledenwerving, onderzoek en campagnes. Daar bovenop krijgen de landelijke partijen ook nog eens 6 miljoen euro vóór wetenschappelijke bureaus en jongerenorganisaties. Als het aan de aangenomen Kamermotie Jetten (D66) ligt keren deze machtspartijen zichzelf jaarlijks nog eens 9 miljoen euro uit. Lokale partijen moeten zelf op zoek naar geld bij particulieren of de plaatselijke middenstand. Dit vraagt om een snelle wijziging in de Wet financiering politieke partijen; een wijziging waar deze ongelijkheid ein- de-lijk wordt rechtgetrokken.