Ze moesten zelf even bijkomen van de reeks concerten in Amerika die onder intimi ook wel de Cocaine And Tequila Sunrise Tour werd genoemd. Een cameraploeg maakte er een geruchtmakende documentaire over. Cocksucker Blues pakte echter zo confronterend uit dat de film nooit officieel werd uitgebracht. Maar Mick Jagger en Keith Richards hadden enkele maanden na de tournee toch weer voldoende inspiratie om een aantal nieuwe nummers te schrijven. Nu nog die studio zien te vinden, want in veel landen waren de Stones in 1972 niet welkom. De bandleden werden achtervolgd door Britse belastingperikelen, tegen Richards liep een onderzoek wegens vermeend drugsbezit. Zo werd Goats Head Soup alwéér een plaat van The Rolling Stones met een verhaal. Een album dat bij de meeste fans altijd op meer waardering heeft kunnen rekenen dan bij de media.
En dat album werd een enorm verkoopsucces dankzij de hit Angie. Toch raakte in de loop der jaren de artistieke kwaliteit van de plaat nogal in de verdrukking. Reden? Voorganger Exile On Main St. groeide uit tot een heuse jaren zeventigklassieker én hoogtepunt in het Stonesoeuvre. Het leek wel of de schaduw die Exile over de opvolger wierp in de loop der jaren steeds groter werd. Maar goed, die studio werd gevonden. In Kingston, Jamaica nota bene, waar de meeste nummers werden vastgelegd. Van reggae is trouwens niets terug te horen op Goats Head Soup.
Wel bevat de plaat met voor Stones begrippen songs die zich enigszins naar binnen keren. Alsof de band na de almaar stijgende roem, het gedoe met de pers, de ontelbare feestjes, “the best rock ‘n roll band in the world”, zichzelf wilde downplayen. Mick Jagger voorop. Op de hoes staat hij afgebeeld in wat veel weg heeft van een in vacuüm getrokken plastic zak. In de eerste song wordt meteen een afspraakje gemaakt op een kerkhof. Verderop begint Doo Doo Doo Doo Doo (Heartbreaker) over de dood van een kind door politiegeweld. Dat ging destijds om een tienjarige Afro-Amerikaanse jongen. Ja ook toen al. Reflectief is de bijdrage van Keith Richards in Coming Down Again met Mick Taylor op bas. In de prachtige ballad Winter wordt vurig verlangd naar een vrouw en een lange warme zomer in Californië. Silver Train gaat over een one night stand met een prostituee. En zo duiken er in de teksten nog wel meer seksueel getinte situaties op in combinatie met relatieleed.
Goed dat Goats Head Soup weer in de schijnwerpers wordt gezet met deze luxe editie. Het is de Stones er zelf blijkbaar ook alles aan gelegen om de plaat weer eens onder de aandacht te brengen. In diverse bladen verschenen interviews met Mick Jagger en Keith Richards. Wie er vaker naar luistert, liefst volkomen losgezongen van Exile, ontdekt dat de lp toch onmiskenbaar in het rijtje Stonesklassiekers thuishoort. De composities zijn onderling zo sterk dat de vertrouwde countrybluesinvloeden niet eens nodig blijken. Immers, in 1973 waren The Rolling Stones nog in grootse vorm met dat typische geluid van ze, herkenbaar en alom geliefd: de riffregens van Keith Richards, de om rockclichés heen swingende Charlie Watts, de beslissende slide van gitarist Mick Taylor.
Deze nieuwe dubbel-lp bevat een voller, omvangrijker geluid, waarin iets meer aandacht is voor de bas, zoals wel vaker bij recente heruitgaven. Alle instrumenten lijken elkaar spontaan maar urgent ‘geplaatst’ tegen te komen in het geluidsbeeld. Giles Martin (hij deed ook jubileumedities van enkele Beatlesalbums) voorzag de opnamen van een nieuwe stereomix, vooraf afgestoft met een zogenaamde ‘halfspeed mastering’ door Miles Showell. Deze aanpak komt de muziek erg ten goede. Vooral bij het afspelen op hoger volume maakt de reissue meer indruk dan de originele plaat (de schrijver van dit stukje baseert zich op een overigens prima Engelse persing uit 1973).
Aardig detail. Op vroege vinyluitgaven werd de naam van Keith Richards nog zonder S gespeld. Zijn achternaam is nu in ere hersteld. De extra lp bevat drie zeldzame tracks waarvan Scarlet uitermate curieus is. Alleen Jagger en Richards doen eraan mee, aangevuld met bevriende muzikanten en Led Zeppelingitarist Jimmy Page. Zo te horen speciaal voor deze reissue opnieuw ingezongen door Jagger. Ongemeen groovend zijn beslist de twee andere bonustracks All The Rage en Criss Cross. Ironisch genoeg klinken ze als restanten van Exile On Main St. In de alternatieve versies van de reguliere songs valt op hoe geweldig telkens weer het gitaarwerk van Mick Taylor is. Zoals bijvoorbeeld in de uitgelaten bluesvariant van Hide Your Love. Het is een van de vele fraaie aanwinsten op deze vernieuwde Goats Head Soup.
The Rolling Stones – Goats Head Soup (Deluxe 2lp, 2020)