Binnenland

De ondraaglijke onverschilligheid van kalifaatmeisje Laura H.

10-10-2020 17:59

Een van de velen Jezidi-slachtoffers van IS (Still via YouTube)

We moeten het even hebben over de Jezidi’s. En met ‘we’ en ‘hebben’ bedoelen we dan eigenlijk vooral Brenda Stoter Boscolo en haar tekst over Laura H. op Brendastoter.nl. Zoals eerder vermeld is er sinds kort ook een theatervoorstelling over het kalifaatmeisje en dat maakt de tongen weer behoorlijk los. Stoter schreef zelf het boek Het Vergeten Volk over de genocide op de Jezidi’s en vindt het bizar dat deze volkerenmoord amper aandacht heeft gekregen bij de pers. Dit in tegenstelling tot IS-vrouwen in het algemeen en Laura H. in het bijzonder.

“(…) toen de IS-vrouwen en hun kinderen in het Al-Hol kamp belandden, dan was het onderwerp maandenlang niet van de buis te slaan. Soms was de discussie kritisch en interessant, maar veel vaker was het vooral gejank over hoe slecht ze het wel niet hadden in de Koerdische kampen.”

“Werden de Jezidi’s en ik dan nooit gebeld door de talkshows? Soms, maar alleen als er een ‘tegengeluid’ nodig was. Maar in een omgekeerde wereld waarin de honderdduizenden slachtoffers van IS niet meer hét geluid zijn, kwam zelfs het zogenaamde tegengeluid niet eens door de eindredactie. Jezidi’s werden afgebeld, en ik werd vervangen door een terrorisme-expert die net een boekje had geschreven over IS-vrouwen.”

Volgens Stoter zijn verder de meeste IS-vrouwen geen spijtoptanten zoals Laura H. en is het gevaarlijk als mensen haar casus als standaard zien. Verder hekelt de journalist dat er gedaan wordt alsof het levensverhaal van het kalifaatmeisje een heel complex relaas is over daderschap vs. een slachtoffer zijn. Je bewust aansluiten bij een club die volkeren uitmoordt en 11-jarige kindjes verkracht is volgens Stoter nooit te rechtvaardigen. Hoe moeilijk je jeugd ook is geweest. Hoe verliefd je ook op iemand bent. Tenzij je psychisch echt in de war bent, maar dat is bij Laura nooit bewezen.

De recescenten zien dit overigens duidelijk anders. Zo spreekt Sander Janssens van het NRC van een perfect verhaal voor het theater. Dit omdat de voorstelling vol tegenstrijdigheden zit en goed het onvermogen van De Mens laat zien. Als voorbeeld van deze discrepantie noemt Janssens de scene waarbij Laura een liedje zingt voor haar kinderen. Terwijl ze dit doet wordt er gelijktijdig een opsomming afgespeeld van alle terreurdaden die zijn gepleegd door de Islamitische Staat:

“Als toeschouwer word je geconfronteerd met een hardnekkige neiging tot oordelen, en verleid daaraan voorbij te gaan al is het, om te beginnen, binnen de veilige kaders van een theatervoorstelling.”

Rasit Elibol van De Groene vindt het eveneens knap hoe de makers zijn omgegaan met dit delicate onderwerp:

“Er wordt van niemand een held of juist een slachtoffer gemaakt. Niemand komt goed uit dit verhaal, omdat de lijn tussen goed en fout soms bijna onzichtbaar is.”

Wel snapt Elibol dat het vervelend moet zijn voor Jezidi’s dat Laura H. nu constant her en der opduikt als een soort BN’er. Toch is het volgens hem geen reden om geen kunst te maken over beladen onderwerpen. Daarin heeft deze recensent van De Groene overigens volkomen gelijk. Absoluut, maar waar je een stuk wel op mag wegen is de wijze waarop je daar invulling aan geeft. Wat is het achterliggende verhaal? Hoe verwerk je dat en waarom? Wat laat je hiermee zien? Zowel de Laura H. in de media als de Laura H. van vlees en bloed zijn altijd maar met één ding bezig geweest: Laura H.

Een laatste maal Brenda Stoter Boscolo en koop dat boek:

“Een jaar nadat  Laura H. uitkwam was ik voor een debat in de Balie. Te gast waren onder andere de schrijver van het boek, Thomas Rueb, de actrice die Laura zou gaan spelen, en een paar deskundigen. Ook Laura was er. Ze droeg toen een zelfgeschreven tekst voor over de mishandelingen door haar echtgenoot en het verschrikkelijke leven in het kalifaat. Ze had spijt dat ze haar kinderen dit had aangedaan, vertelde ze snikkend. De mensen in de zaal snotterden.”

“Ook ik pinkte een traantje weg. Niet alleen omdat ik medelijden had met haar kinderen, maar ook omdat medelijden voor alle andere kinderen ontbrak. Laura had het geen enkele keer over de lokale bevolking. Geen enkele keer benoemde ze de misdaden van IS. Geen enkele keer gaf ze toe dat vrouwen zoals zij IS lieten groeien. Geen enkele keer toonde ze spijt voor wat de organisatie waar ze zich bij had aangesloten de mensen dáár had aangedaan.”