Defensie komt inmiddels 730 miljoen euro tekort voor het project om de huidige vier onderzeeboten van de Walrusklasse te vervangen. Defensie had al 1,14 miljard euro gereserveerd maar uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer (PDF) blijkt maandag dat daar geld bij moet. Daarnaast kan Nederland de komende tien jaar niet aan de eigen doelstelling voldoen: hooguit twee van de huidige vier onderzeeboten van de Walrusklasse zijn gelijktijdig inzetbaar.
De Algemene Rekenkamer ontdekte dat de kosten van de transitiefase van de Walrusklasse naar een nieuw type boot nog niet zijn berekend. Ook niet alle bewapening is meegeteld. Verder wijst de Algemene Rekenkamer op ervaring in landen als Canada en Australië dat het gebruik van moderne onderzeeboten duurder uitvalt dan oudere generaties. Onvoorziene risico’s zijn in dit project ook nog niet meegerekend.
Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser vindt in een reactie op het rapport het niet nodig het budget met 730 miljoen euro op te hogen en wijst op ‘de relatief hoge risicoregeling bij dit investeringsproject’. De Algemene Rekenkamer vindt dat ramingen en budgetten met elkaar in overeenstemming moeten zijn. In haar nawoord schrijft de Rekenkamer verbaasd te zijn dat de bewindspersonen van Defensie dit uitgangspunt niet delen. Alle te verwachten kosten dienen, aldus de Rekenkamer, voor het parlement inzichtelijk te worden gemaakt.