De moord op een Franse leraar vanwege het tonen van spotprenten van de profeet Mohammed maakt veel los, ook bij Nederlandse docenten. Die weten lang niet altijd hoe ze ‘gevoelige’ onderwerpen moeten behandelen in de klas. Als de terroristische aanslag op Samuel Paty één ding heeft laten zien, is dat we moeten blijven opkomen voor de (verlichtings)waarden van onze maatschappij. Daarom een pleidooi om burgerschapsonderwijs niet uit de weg te gaan.
De Franse docent Samuel Paty gaf les op een middelbare school in een Parijse voorstad. Tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting liet hij zijn leerlingen spotprenten van de profeet Mohammed zien. Afgelopen vrijdag werd de geschiedenisleraar vermoord omdat hij dat deed. Na de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in 2015, waar eveneens cartoons van Mohammed de aanleiding waren, zit de schrik er goed in. De terroristische aanslag op Paty, die een vrouw en vijfjarig zoontje achterlaat, laat zien dat moslimextremisme nog steeds springlevend is
In Nederland is men ook geschokt door wat er in Frankrijk is gebeurd. Dat zeggen de vereniging van docenten in geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN) en de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM). Beide partijen benadrukken dat het belangrijk is om in de klas gevoelige onderwerpen te blijven bespreken. Dat is een mooie intentie, maar we zien een tendens ontstaan dat bepaalde thema’s, zoals slavernij, racisme, homohaat, de Holocaust en (islamitisch) extremisme niet meer worden behandeld, omdat leraren bang zijn voor conflicten in de klas.
Een gevaarlijke ontwikkeling, omdat juist het onderwijs de kraamkamer voor de vrijheid van meningsuiting is. We moeten als samenleving pal staan voor de vrijheid van expressie en meningsuiting. Om onze toekomstige generaties deze vrijheden bij te brengen, moet het burgerschapsonderwijs in ons land worden verbeterd. Advocaat Sébas Diekstra en raadslid Sonny Spek (DURF Katwijk) zijn een petitie gestart die oproept om richting te geven aan de wet ‘aanscherping burgerschapsopdracht onderwijs’. Een stap in de goede richting, die nadere uitwerking verdient.
Want we moeten voorkomen dat onduidelijkheden rond het burgerschapsonderwijs, juist veroorzaakt doordat de scholen er zelf invulling aan geven, er niet toe leidt dat dit vak geen prominente rol krijgt. Juist hier leren leerlingen hoe een democratie werkt, maar ook hoe te functioneren in maatschappij waarin mensen van mening verschillen. En hoe je die met elkaar bespreekt. Als op een school lessen over gevoelige onderwerpen verkeerd uitpakken door reacties van leerlingen, dan moet de leerkracht dat melden aan de schoolleiding. Zo kan het via de onderwijsinspectie bij de politiek terecht komen en ontstaat er een helder beeld van wat er verkeerd gaat en in welke mate. Hierdoor kan er ook worden ingegrepen. Tenslotte pleit ik voor het inzetten van meer rolmodellen op scholen. Dat zal bijdragen aan het doorbreken van taboes.
Laat jonge homoseksuele, islamitische en joodse rolmodellen gastlessen geven over onderwerpen die doorbroken moeten worden.