Onze oosterburen zijn voorlopig nog niet af van Mutti Merkel. Vanwege de coronacrisis is het partijcongres van het CDU verplaatst van december dit jaar naar een ongewis voorjaar ergens in 2021. Het partijbestuur van de regeringspartij kiest hiervoor omdat zij het niet verantwoordelijk vindt om de Duitse besmettingsgraad nog wat verder te verhogen middels zo’n samenkomst.
Door het uitstel is het nog steeds niet duidelijk wie er volgend najaar de kar gaat trekken bij het CDU tijdens de landelijke verkiezingen. Een van de kandidaten, oud-fractievoorzitter Friedrich Merz, ziet in het ‘afstel’ een list van het hoofdbestuur om hem te dwarsbomen. In tegenstelling tot Merkel is hij minder van de open grenzen en meer van de Leitkultur. Een term die Merz in 2004 al opgooide om aan te geven dat Duitsland vooral Duitsland moet blijven. De man vindt verder dat de interne democratie niet kan worden uitgesteld en dat de stemming desnoods dan maar digitaal moet plaatsvinden.
De afgelopen 15 jaar heeft bondskanselier Merkel vakkundig al haar mogelijke concurrenten binnen de CDU/CSU uitgeschakeld. Beierse kroonprinsen werden overleefd, mondige mastodonten ingepalmd en interne competitie weggepromoveerd. Een vertrek van Merkel zal ongetwijfeld dan ook samengaan met een machtsvacuüm des doods. De verkiezing om het voorzitterschap bij het CDU werd eerder dit jaar ook niet voor niets juist vervroegd.
Merkel in betere tijden: