‘Maar ik zei tegen de minister, met mijn vinger wijzend naar zijn neus. Ik zei tegen hem, als je komt en wanneer je komt, wees dan voorbereid op de consequenties. Want als je de militairen meeneemt zullen wij ze vermoorden en verbranden in de straten van Sint Eustatius.’ Dit zei Clyde van Putten, de belangrijkste politicus op het eiland die vorige week de verkiezingen won. Deze uitspraak is uit 2017, nadat het eiland werd getroffen door de orkaan Irma. Den Haag bood noodhulp aan en militaire ondersteuning om de ergste schade te herstellen. Hulp die door Van Putten werd gebruikt om zijn eilandgenoten op te zetten tegen ‘The Dutch’, zoals de mensen op dit Engelstalige eiland het zeggen. Hij dreigde deze hulpverleners te vermoorden en hun lijken daarna te verbranden en zelfs door de straten te slepen.
Van Putten is de winnaar van de verkiezingen, zijn partij PLP kreeg drie van de vijf zetels in de eilandsraad. In totaal hebben op het eiland ruim 1.500 mensen gestemd, de opkomst was met bijna 77 procent bijzonder hoog. Clyde was ook aan de macht toen in februari 2018 het bestuur van Sint Eustatius buiten werking werd gesteld. Reden was de ‘ernstige taakverwaarlozing’ door dit bestuur, dat het eiland had laten vervallen. Daarbij was sprake van fraude en corruptie en van discriminatie en intimidatie. Het bestuur van dit Caribische eiland – onderdeel van Nederland – weigerde het Nederlandse toezicht en ook de Nederlandse wetten te erkennen. Ik vond het een heel moeilijk besluit om de lokale democratie op dit eiland tijdelijk op te heffen. Toch heb ik daar mee ingestemd, zoals de Kamerleden van alle andere partijen in de Kamer hebben gedaan.
Sindsdien hebben we in totaal ruim 65 miljoen euro geïnvesteerd in Sint Eustatius, dat is zo’n 20.000 euro per inwoner. In de infrastructuur, de voorzieningen en beter bestuur. Daarbij is veel misgegaan, het is niet gemakkelijk om vanuit Den Haag een klein eiland in de Caraïben op te bouwen. Zeker niet in tijden van Corona. Toch ligt het eiland er nu veel beter bij dan in 2018. Vorige week hebben de bewoners een nieuwe eilandsraad gekozen, als eerste stap op weg naar herstel van het lokale bestuur. Daarbij hebben de Statianen dezelfde partij en dezelfde personen gekozen die vóór 2018 door wanbeleid het eiland verwaarloosden. Dezelfde politici die ook een afkeer prediken tegen Nederlanders en willen breken met ons land. Een bewuste keuze: Van Putten was de lijstduwer van zijn partij, maar is door de kiezers met voorkeurstemmen gekozen.
De afkeer op Sint Eustatius zit diep, zo merkte ik in 2012 tijdens een bezoek met de Tweede Kamercommissie. Nadat we aankwamen bij ons hotel bleek alles afgesloten en alle medewerkers waren vertrokken. De bedden waren helemaal niet verschoond en het sanitair was niet gereinigd. Dit is nogal een belediging in de Caribische culturen, waarin gastvrijheid zo belangrijk is. Hoe anders gaat dat op Saba, het buureiland dat eveneens onderdeel is van Nederland. Een prachtig eiland. De bewoners zijn niet alleen trots op hun eiland, maar ook op de band met ons land. Blij met de investeringen. Daarbij worden door de ministeries veel fouten gemaakt en ik nodig de bewoners van Saba vaak uit om die problemen met ons te delen. Waarna ik merk dat in de Tweede Kamer iedereen bereid is om voor het eiland verbetering te eisen.
We moeten niet klagen over de keuze van de Statianen, het is hun goede recht om hun eigen toekomst te bepalen. Het is hun keuze geweest om te stemmen voor politici die een afkeer hebben van Nederland. Deze stemming zullen we serieus moeten nemen. Afstand nemen van Nederland kan echter niet door middel van een verkiezing, dat kan alleen in een referendum. Ik stel voor om naar aanleiding van de verkiezingen op Sint Eustatius een referendum te organiseren, zodat de bewoners zich kunnen uitspreken. Over de vraag of zij onderdeel willen zijn van Nederland of niet. Of zij steun willen uit Nederland of niet. Of zij een Nederlands paspoort willen of liever niet. Doorgaan met politici die niet willen samenwerken heeft geen zin. Dat leidt alleen maar tot nog meer boosheid, zo heeft het verleden helaas bewezen.