De twee grootste oppositiepartijen op Curaçao zijn niet te spreken over het derde coronasteunpakket dat het eiland krijgt. Afgelopen maandag tekenden Nederland en het Caribische eiland een overeenkomst waardoor Curaçao 50 miljoen euro aan leningen ontvangt en 75 miljoen euro krijgt als gift. Dit laatste moet gebruikt worden voor beter onderwijs, een beter investeringsklimaat en een sterkere rechtstaat.
Oppositieleider Gilmar ‘Pik’ Pisas vindt echter dat het land teveel soevereiniteit hiervoor moet inleveren. Zo wordt er een Caribisch hervormings- en ontwikkelingsorgaan opgericht dat samen met de regering op Curaçao de hervormingen verder gaat uitwerken. Bovendien scheelt het plan volgens Pisas niet veel met een eerder Nederlands voorstel van afgelopen zomer. Dat werd toen door de Curaçaose regering nog met felle bewoordingen geweigerd. Zo zei premier van Curaçao Eugène Rhuggenaath toen:
“Het voelt als: Nederland heeft een agenda voor overname en controle over het bestuur van de landen.”
Een andere oppositieleider, Amparo dos Santos, spreekt zelfs van een verkiezingsstunt voor de regerende partijen. Nederland zou volgens hem beter het geld rechtstreeks aan de bevolking kunnen geven in plaats van aan ‘de bovenbende die nu de regering vormt.’