In Rotta zullen standbeelden van omstreden historische figuren binnenkort een disclaimer krijgen. Ook 181 straatnaambordjes moeten uitleg gaan geven over het koloniale en/of slavernijverleden achter de naam. Dat is althans een eis van een meerderheid in de Rotterdamse gemeenteraad, zo weet de T.
Een motie hierover van D66 zal waarschijnlijk de steun krijgen van GroenLinks, PvdA, ChristenUnie-SGP, SP, Denk en Nida. Volgens D66-raadslid Nadia Arsieni wordt het de hoogste tijd om het slavernijverleden op dezelfde manier te behandelen als de Tweede Wereldoorlog:
“Er wordt te weinig over verteld op school en sommige zaken zijn pas recent bekend geworden. Zoals de rol van Rotterdam tijdens de slavernij. Er is twee jaar onderzoek naar gedaan. Een op de acht Rotterdammers heeft voorouders die tot slaaf zijn gemaakt.”
Een disclaimer bij het standbeeld van zeeheld Piet Hein moet volgens het D66-raadslid niet worden gezien als een poging om de geschiedenis uit te gummen. Wel hoopt ze dat het laat zien dat het verleden niet een simpel zwart-wit verhaal is.
Net als in de rest van de wereld werd slavernij lange tijd als normaal gezien in Europa. Dankzij de verlichting kwam hier gelukkig een einde aan. Het ligt er een beetje aan hoe je interpreteert, maar Haïti wordt algemeen gezien als het eerste land dat de slavernij volledig afschafte in de moderne tijd. De slaven veroverden daar de macht op de Fransen in 1804.
In Ethiopië werd de slavernij in 1942 afgeschaft en in Oman pas in 1970. Mauritanië was het laatste land ter wereld waar slavernij strafbaar werd gesteld in 2007. Onderzoek uit 2016 laat zien dat er tegenwoordig nog zo’n 45,8 miljoen mensen leven als slaaf. 58% hiervan woont in China, India, Pakistan, Bangladesh en Oezbekistan.