De aanhouder wint, denken ze bij Bij1, de politieke partij van Sylvana Simons. In 2017 deed de partij al mee aan de Tweede Kamerverkiezingen en bleef ruimschoots onder de kiesdrempel. In 2018 volgde een poging in Amsterdam, waar de partij ternauwernood de gemeenteraad haalde. In 2021 moet de partij alsnog de Tweede Kamer in, zo is het plan, en daarvoor produceerde de partij een lijvig verkiezingsprogramma. In 24.000 woorden, inclusief verklarende woordenlijst, presenteert Bij1 een eigen visie op het Nederland van de toekomst. Zeg niet dat Bij1 er geen tijd in heeft gestoken.
Het programma leest als fundamentele kritiek. Bij1 schaamt zich er niet voor links te zijn. De samenleving moet eerlijker en socialer worden, het kapitalisme moet bij het grofvuil worden gezet en iedereen is voortaan gelijkwaardig en solidair. Het is niet moeilijk dit programma met een enorme hoeveelheid scepsis te bekijken: het staat vol zaken die er waarschijnlijk nooit gaan komen, laat staan de komende vier jaar. Mensen moeten meer zeggenschap krijgen over hun werk, bedrijven worden voortaan democratisch bestuurd en de economie wordt ‘democratisch gepland’. Het komt nogal communistisch over.
Wie het allemaal mag gaan betalen is een raadsel. Het maatschappelijk nut van een product zal voortaan de prijs bepalen. Bij1 meldt dat er een dertigurige werkweek komt met loonsbehoud. Kwijtschelding van schulden wordt gestimuleerd. Een nationaal zorgfonds gaat de zorg betaalbaar maken. Er komt een wettelijk recht op woonruimte, er zijn hele stevige klimaatambities en alle huizen worden versneld geïsoleerd. In het onderwijs wordt geïnvesteerd en de salarissen van docenten gaan omhoog. Investeren in kunst en cultuur staat ook op het programma en het asielbeleid wordt versoepeld.
Bij1 kan op onderdelen goed met bestaande partijen worden vergeleken. Op het punt van zorg heeft de partij alles weg bij de SP, bij klimaat en veiligheid lijkt men op GroenLinks en bij de omgang met dieren op de Dierenpartij. De voorlopers van GroenLinks komen ook aan bod: de overheidsgestuurde inrichting van de economie lijkt op de vroegere CPN en het programma ademt een sfeer van pacifisme a la de PSP, al schaft men het leger niet af. Voor Bij1 is vrije migratie een lange termijndoel. Daarmee is ook de invloed van linkse activistische bewegingen goed zichtbaar. Critici stellen al langer dat de partij door hen is gekaapt en dat partijleider Simons daar simpelweg geen weerstand aan biedt.
Bij1 is op slechts één punt echt bijzonder: racisme en kolonialisme. Hier produceert de partij soms zelfs haalbare voorstellen. Volgens de partij moeten we van het idee af dat racisme in Nederland niet bestaat en onderkennen dat dit een belangrijke rol heeft gespeeld bij de vorming van de samenleving. Bij1 maakt van de aanpak van racisme een topprioriteit. Er komt onderzoek naar racisme bij de overheid, er komt een apart ministerie dat racisme gaat bestrijden en er gaat beter gehandhaafd worden. Er komen juridische termen voor allerlei vormen van racisme en die worden in wetgeving verwerkt, lezen we.
Toch is realisme grosso modo afwezig. Bij1 wil dat Nederland officiële excuses maakt voor het slavernijverleden. De partij schrijft: ‘Nederland draagt alle (juridische en financiële) consequenties die voortvloeien uit die excuses en erkenning.’ Je zou denken dat Bij1 een idee heeft wat dat gaat kosten, maar daar brandt Simons zich niet aan. Ondertussen wordt Keti Koti een nationale feestdag en wordt het herdenken van het leed van de slavernij en het vieren van het einde ervan ‘onderdeel van de Nederlandse cultuur’. Hier zien we een ander onderdeel van Bij1: het idee dat de overheid de cultuur fundamenteel kan beïnvloeden.
Dat is extra pregnant omdat Bij1 nogal wat wensen heeft. Het gaat Bij1 om een groot aantal minderheden die extra aandacht behoeven. Het gaat over gender, seksuele oriëntatie, etniciteit, religie en het hebben van een beperking. Bij1 onderscheidt anti-zwart racisme, antisemitisme, anti-Aziatisch racisme, nazisme, moslimhaat en haat tegen Roma en Sinti. Zo komt het programma wederom het meest in de buurt van GroenLinks, waar men eveneens uitsluiting wil tegengaan, maar het probleem negeert dat minderheden elkaar ook naar het leven kunnen staan. Bij1 negeert dat probleem gewoon alsof het dan vanzelf verdwijnt.
Als we inzoomen op deze groepen wordt het niet beter. Zo heeft Bij1 veel aandacht voor discriminatie van LHBT’s. Er mag nooit onderscheid gemaakt worden op seksuele voorkeur, de zorg moet voldoende toegankelijk zijn voor deze doelgroep, daar komen trainingen voor, suïcidaliteit onder LHBT’s moet worden aangepakt, er moet meer begeleiding komen en op school moet er ook meer aandacht zijn. Prachtige doelen en het mag wat kosten, maar vaak wordt er al aan gewerkt en maakt Bij1 niet duidelijk hoe het effectiever kan dan nu al gebeurt. Eigenlijk staan bijna al deze idealen los van de praktijk.
Al met al oogt Bij1 voor linkse stemmers best sympathiek, maar ook onpraktisch en vooral onbetaalbaar. Het heeft er alle schijn van dat Bij1 in de Tweede Kamer een podium wil voor deze ideologische praatjes, niet om beleid daadwerkelijk te veranderen. Dat is wel een heel opvallende overeenkomst met Bij1’s grootste ideologische tegenstanders.