Oud-partijvoorzitter Geert Dales heeft onlangs een boekje geschreven over zijn tijd bij 50Plus. Zoals je verwacht bij een ouderenpartij is het een epos geworden vol ruzie, verraad en achterklap. Ook in een interview met het AD maakt Dales van zijn hart geen moordkuil. Zo noemt hij Jan Nagel een psychopaat en klaagt de oud-voorzitter dat 50plus verder vol zit met haatdragende opa’s zonder verstand van zaken. Dales stond twee jaar lang aan het roer van de partij, maar moest in mei vertrekken vanwege ruzie met de partijtop.
Over Jan Nagel:
“Een ‘Raspoetineske manipulator. Een rattenvanger, een man die het niet kon verkroppen dat niet hij, maar anderen een succes van zijn partij maakten. Ik weet dat het niet aan mij is om een medisch oordeel te vellen, maar het is op het psychopatische af. Het is voer voor psychologen.’’
Waarom er altijd ruzie is binnen ouderenpartijen:
“Ouderen hebben vaak te veel tijd. Of er zijn geknakte levens van mensen die op hun oude dag denken: ik moet toch nog wat. En dan niet accepteren dat ze tegengas krijgen of dat iemand zegt: het is over. Er was bij 50Plus altijd een narrige sfeer. Er waren altijd mensen die, hoe zeg je dat, elkaar naar het leven staan, het licht niet in de ogen gunnen.”
Over de mentaliteit binnen 50Plus:
“Het wemelt in 50Plus van de functionado’s, mensen die een baantje moeten, maar totaal ongeschikt zijn. Op een afdelingsvergadering komen zo’n twintig mensen, van wie er zes iets zeggen. De rest drinkt koffie, eet een taartje, klapt op z’n tijd, hoopt dat het niet te lang duurt en dat ze nog een biertje krijgen. Met een paar stemmen ben je lid van het afdelingsbestuur, je werkt je op tot voorzitter, wordt automatisch lid van de landelijke adviesraad en voor je het weet zit je aan tafel bij het hoofdbestuur mee te kakelen.”
Over de democratie:
“We zouden eens kunnen nadenken of het zo vanzelfsprekend moet zijn dat iedereen mee mag praten in een democratie, of je nu verstand van zaken hebt of niet. Zoals het nu gaat, dat wil je niet.”
Over Henk Krol
“Ik kreeg de ene trap na de andere. Hij heeft me keihard laten vallen, hij bleek een even grote opportunist als de rest – en toch kan ik niet zeggen dat ik een hekel aan hem heb.”