Nu Forum voor Democratie is verdwenen in een boreale echoput, komt de vraag op waar de gematigd rechtse kiezer terecht kan. Het grote succes van Forum werd behaald toen de partij zich rechts van de VVD positioneerde: een geluid voor kiezers die Rutte te links vinden en de PVV te extreem. Nu duidelijk is geworden dat Baudet een stuk extremer is dan Wilders, ligt het politieke speelveld tussen VVD en PVV weer open. Een van de kandidaten om deze leemte in te vullen is 50Plus: een partij die op onderdelen sociaal is, maar ook de neiging heeft populistisch uit de hoek te komen rond bijvoorbeeld migratie en Europa.
Maar met 50Plus gaat het nauwelijks beter dan met Forum. Onlangs presenteerde 50Plus de nieuwe kandidatenlijst. Een veeg teken: alle huidige Kamerleden zijn afgevoerd. Waar 50Plus bij de vorige verkiezingen nog kon bogen op semi-bekende mensen die hun sporen hadden verdiend in de politiek, de media of het FNV, is daar nu geen sprake meer van. Alle ervaring is de deur uitgegooid, kennelijk met het idee dat als 50Plus met ervaren mensen de pensioenen niet kan verbeteren, het sowieso niet uitmaakt wie er voor de partij in de Kamer zit. Alles komt aan op de nieuwe lijsttrekker Liane den Haan. Haar parlementaire ervaring: nul.
Gelukkig is er nu een antwoord op de vraag waarom het zo slecht gaat met 50Plus. Geert Dales heeft een boek geschreven over zijn tijd als partijvoorzitter. Droogjes meldt hij dat ‘regulerings- en controlemechanismen die in het gewone leven normaal zijn’ niet voorkomen in het politieke universum zoals ‘professionele selectieorganen die serieuze competentieprofielen hanteren’, maar ook functioneringsgesprekken of arbeidsrechtelijke sancties: ‘wie administratief medewerker in het midden- en kleinbedrijf wil worden of bagagemedewerker op Schiphol gaat steviger door de wringer dan het gemiddelde Kamerlid.’
Zie het personeelsbeleid van 50Plus en je weet dat Dales gelijk heeft. Wat dit zegt over de huidige bemensing van 50Plus laat zich raden. Dales meldt dat provinciale bestuurders geen flauw benul van verenigingsrecht hebben, Senator Martine Baay noemt hij ‘dom, arrogant en een hinderlijke ruziezoeker’, Tweede Kamerlid Leonie Sazias ‘las haar stukken slecht en opinieerde veelvuldig vanuit onderbuik en losse pols’ en collega-Kamerlid Gerrit-Jan van Otterloo had ‘geen enkele binding met de partij’. Over Henk Krol meldt Dales dat hij na een tijdje begon te ‘twijfelen aan zijn oprechtheid en eerlijkheid’.
Maar het gaat bij 50Plus vooral fout vanwege de mensen die Dales ‘politieke avonturiers’ noemt. Deze ouderen hebben een overschot aan tijd, lopen de partij binnen, verwerven posities en richten daar grote schade aan. Volgens Dales had 50Plus ‘niet eens voldoende gekwalificeerd kader om het hoofdbestuur te vullen’. Hij noemt de partij ‘een rommeltje’ en het gaat er volgens hem continu amateuristisch en chaotisch aan toe. De grote vraag is: wat deed Dales nou eigenlijk bij 50Plus? ‘Wat moet je daar?’ vroeg Dales’ echtgenoot telkens als er weer eens iets was voorgevallen. Achteraf heeft Dales ook geen antwoord op die vraag.
Dales concludeerde dat er een cultuurverandering binnen 50Plus tot stand moest worden gebracht. De sfeer wordt sterk bepaald door een klein groepje leden die op vergaderingen het hoogste woord voert, continu ruzie zoekt, dreigt met een gang naar de rechter en geen oog heeft voor de organisatie als geheel. Heel even lijkt het alsof Dales 50Plus in een beter vaarwater weet te krijgen, maar dat mislukt jammerlijk. Achteraf had Dales dat allemaal kunnen zien aankomen: als hij net voorzitter is krijgt zijn man een anonieme brief dat Dales er maar beter meteen mee op kan houden. Voorspellende woorden.
Met Dales’ boek in de hand weten we hoe het 50Plus de komende tijd zal vergaan. Deze partij deed nooit iets anders dan ruzie maken. Elk bestuur van de ouderenpartij kenmerkte zich door conflict en er kwamen altijd vooral baantjesjagers op de partij af. Dales slaagde er niet in dit te veranderen. Het heeft er alle schijn van dat elke interne verbetering op voorhand strandt door leden die alleen voor de eigen carrière gaan en anders hun kont tegen de krib gooien. Reden hebben ze: er zijn bij 50Plus altijd meer baantjesjagers dan baantjes, en velen lijken niet te willen accepteren dat ze niet op het hoofdpodium mogen staan. Dan missen ze immers de kroon op hun carrière.
Daarmee zijn we terug bij de nieuwe kandidatenlijst van 50Plus. Bekende namen ontbreken en de huidige Kamerleden hebben de benen genomen. Zo werkt de partij al tien jaar aan een echte doorbraak en aan inhoudelijke invloed, maar het komt er allemaal niet van. Ruzie en eigenbelang gaan altijd voor, terwijl er eigenlijk electoraal ruimte voor deze partij is. Een goede partij bouwen lukt met ouderen niet: ze hebben te veel vrije tijd en een overmaat aan onvervulde ambities. Wat zou het goed zijn als 50Plus in maart 2021 eindigt met nul zetels en we het boek van de ouderenpartijen definitief kunnen sluiten.