In de Doetinchemse wijk Overstegen, waar de hangjeugd te dom is om zich fatsoenlijk te gedragen, loopt het de laatste tijd weer flink uit de hand. Nog steeds gaat de buurt gebukt onder het getreiter en geklier van een vijftigtal jongeren. Nog steeds worden de lokale bewoners bestookt met rondvliegende eieren en mandarijnen alsof zij schillenpaarden zijn.
De politie in de gemeente heeft inmiddels een drone in de lucht hangen om de raddraaiers bij te houden op hun snelle fietsen, maar tot het gewenste effect heeft deze aankoop nog niet geleid. Sterker nog, volgens voorzitter van het Jeugdinterventieteam Wouter Hilkhuijsen zorgt dit kat-en-muis-spel alleen maar voor meer opwinding bij de tieners:
“Zo werkt het puberbrein. Het puberbrein zoekt spanning en sensatie. Normaal vinden ze dat in de tienerdisco of op het sportveld. Maar in tijden van corona is er niets. Dit is een ideale plek voor pubers op zoek naar de kick. In Doetinchem zien we sinds corona meer overlast van jeugd.”
Tegelijkertijd lijkt er bij de buurtbewoners nu een bovengrens te zijn bereikt. Zo werd er vrijdagavond nog vuurwerk naar de jongeren gegooid in de Eduard Schilderinkstraat, volgens de Gelderlander een mogelijke wraakactie.
Geen van de jongeren aldaar raakte gewond, al was het vuurwerk wel in de wijde omtrek te horen. Volgens de buurt gaat het om een gefrustreerde man en volgens de jongeren zelf waren er twee daders in het spel. De politie bevestigt dat er een incident met vuurwerk in de wijk heeft plaatsgevonden, maar wenst verder niet te speculeren over wie & waarom.
De plaatselijke politiek maakt zich steeds meer zorgen over de bandeloosheid in het gebied. Bewoner van Overstegen en raadslid voor het CDA Jeroen Berends zegt de frustraties te begrijpen. Wel hoopt hij dat zijn buren gewoon hun rust weten te bewaren. PvdA-raadslid Goof Pontier waarschuwt ondertussen dat er binnenkort wel eens flinke gesprekken gevoerd kunnen gaan worden.
“We horen dat buren worden geïntimideerd en dat er zou worden gedeald door minderjarigen. We gaan met de buurt in gesprek.’’
De situatie op de grond:
